Pittig rechtencollege voor masterstudenten
Degelijk. Complex. Leerzaam. En vooruit, ook best interessant. Het is even doorbijten dit werkcollege 'International law of human rights’. Gelukkig is er een quiz, waar alle antwoorden goed en vreemd genoeg ook fout zijn.
Studie | Public International Law |
Naam vak | International law of human rights |
Niveau, hoeveelstejaarsvak | Mastervak |
Waar | Achter Sint Pieter 200 |
Datum en duur | Dinsdag 18 maart, 15:15 – 17:05 |
Docent | Marjolein van den Brink |
Aantal studenten die vak volgen | 70, waarvan 25 dit werkcollege moeten volgen |
Aantal aanwezige studenten | 23 |
Voertaal | Engels |
Degelijk. Complex. Leerzaam. En vooruit, ook best interessant. Het is even doorbijten dit werkcollege International law of human rights. Een rechtenvak pur sang, horend bij de master Public International Law, een topopleiding volgens de Keuzegids Masters 2013. In dit werkcollege gaat docent Marjolein van den Brink met de masterstudenten in gesprek over de organen en verdragen van Europa die de mensenrechten beschermen. En dat zijn er nogal wat.
Het werkcollege lijkt luchtig te beginnen met een quizje. Leuk! Met leren via quizzen ben ik inmiddels bekend. Zo heb ik Galgje gespeeld bij Italiaans en zelfs via een hippe app quizvragen beantwoord bij Biomedische Wetenschappen. Ik ben er dus helemaal klaar voor om enthousiast mijn hand op te steken om aan te geven of de door Van den Brink gepresenteerde stellingen waar of onwaar zijn. Zover komt het niet. Dit is een rechtencollege, de plek bij uitstek waar situaties tot in het kleinste detail besproken worden. Met enkel je hand opsteken kom je niet weg: elk antwoord behoeft uitleg. Daarnaast zijn de stellingen over onder meer het Europees Hof van de Rechten van de Mens soms (natuurlijk) zowel waar als onwaar. Van den Brink: “Deze kwesties zijn nooit zwart-wit.”
Raad van Europa en mensenrechten
Dan de inhoud, want daar draait het in dit college allemaal om. Van den Brink bewandelt geen onnodige zijpaden. Daar is ook geen gelegenheid voor: deze twee uur zijn de enige contacturen van het vak. Deze week gaat het werkcollege over Europa en voornamelijk over de Raad van Europa omdat deze organisatie focust op mensenrechten en democratie. De belangrijkste tool hiervoor is het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Eén van de 210 om precies te zijn. Al die verdragen moeten geratificeerd worden door de lidstaten. Niet alle landen ratificeren alles waardoor niet alle rechten overal gelden. Soms ratificeren landen verschillende versies (versie 2.0, versie 3.0 etc.) van verdragen en voor het Europees Sociaal Handvest dat sociale en mensrechten garandeert, bestaat zelfs een ‘à la carte menu’: landen mogen kiezen welke artikelen ze wel en welke artikelen ze niet ratificeren. Cherry picking met mensenrechten.
Bang voor feministen
De grote hoeveelheid aan informatie over alle organen, verdragen, wetten en uitzonderingen die langskomt, is tamelijk pittig. Gelukkig geeft Van den Brink regelmatig voorbeelden die de droge stof tot leven doen komen. Zo vertelt ze dat in de EU het recht op gelijk loon voor mannen en vrouwen bij gelijk werk is doorgevoerd omdat in Frankrijk dit recht al was toegekend. Doordat Franse vrouwelijke arbeidskrachten daardoor relatief duur waren, zou de concurrentiepositie van Frankrijk verslechteren. En omdat het recht in Europese wetgeving integreren blijkbaar makkelijker was dan tegen de Franse feministen ingaan, heeft Frankrijk het in Europa opgelost. Van den Brink: “Heel lang voldeed echter niemand aan deze regelgeving, ook Frankrijk zelf niet.”
Bijna alle studenten hebben een lange aandachtsspanne
Van den Brink geeft helder en gestructureerd college. Ze complimenteert haar studenten en er is volop ruimte voor interactie. Alle masterstudenten (op twee na die hetzelfde werkcollege eerder op de dag gevolgd hebben) zijn aanwezig. Dit bijzondere feit komt niet enkel door de aanwezigheidsplicht maar vooral doordat deze masterstudenten buitengewoon gemotiveerd zijn, zo stelt Van den Brink. Op het eerste gezicht lijkt dit zo te zijn: alle studenten schrijven en typen ijverig mee. Toch is ook de situatie niet zo zwart-wit als die lijkt: tegen het einde van het college klinkt er een luide stem van iets dat op een sportcommentator lijkt, door de zaal. Afkomstig van de Smartphone van een net iets minder gemotiveerde jongeman achter in het lokaal… Je kan hem het amper kwalijk nemen: na een college zo vol informatie, heb ook ik behoefte aan een avondje hersenloos voetbal kijken.