Verplicht naar de bios voor hoorcollege Filmwetenschappen

The Jazz Singer: de eerste gesproken film

Deze maand is Inge Razenberg van DUB bij een college Inleiding Filmgeschiedenis, waarbij het verplicht is om naar de bios te gaan. Ideaal. Jammer van die 100 pagina’s leesvoer. Gelukkig heeft de docent creatieve methoden om de studenten aan het lezen te krijgen…

Naam college Inleiding filmgeschiedenis
Studie Theater-, Film- en Televisiewetenschappen
Niveau, hoeveelstejaarsvak 1 verplicht keuzevak, eerstejaarsvak
Waar Drift 21
Datum en duur Donderdag 21 februari, 15:15 – 17:00
Docent Judith Thissen
Aantal studenten die vak volgen 130
Aantal aanwezige studenten 110-120
Voertaal Nederlands

In het vak Inleiding Filmgeschiedenis  schetst docent Judith Thissen de geschiedenis van de film. Deze week staat in het teken van de vroege geluidsfilm.

Voorafgaand aan dit college hebben de studenten de vroeg Nederlandse geluidsfilm De Jantjes gezien in ’t Hoogt. Een zwartwitfilm over drie jonge mariniers met namen als Dries en Schele Manus uit de Jordaan die hun geliefden achter moeten laten als ze het ruime sop kiezen. De film was een grote hit in Nederland, omdat het de Nederlandse identiteit sterk weerspiegelt en omdat twee bekende acteurs erin meespeelden, aldus Thissen.

De opkomst van de geluidsfilm ging niet vlekkeloos, vertelt Thissen dit college. De twee grootste uitdagingen waren om beeld en geluid synchroon te laten lopen en de geluidssterkte. Als Warner Brothers met sponsoring van een grote bank succesvol de geluidsfilm ontwikkelt, komt er van implementatie nog steeds weinig terecht, omdat er een patent op de ontwikkeling zit en andere studio’s de technieken niet kunnen overnemen. Pas na opheffing van dit patent neemt de geluidsfilm een vlucht.

De eerste gesproken zin
Opvallend is dat geluidsfilms niet bedoeld waren om de zwijgende films te vervangen, maar om het variététheater als voorprogramma van de hoofdfilm te vervangen (zie bv. filmpje zingende eend). Pas in 1927 werd er voor het eerst een zin uitgesproken, in de film The Jazz Singer . Dit betekende een enorme doorbraak voor de sprekende film, en een einde aan de filmcarrière van zwijgende acteurs zonder vlotte babbel of fijne stem.

De geschiedenis van de film is omvangrijk, en de literatuur die de studenten moeten lezen ook (zie kader). Als er een prijs bestaat voor zo creatief mogelijk zorgen dat studenten hun literatuur lezen, nomineer ik Thissen. Ze begint het college al met: “Ik monitor jullie op Blackboard en zie dat 30 procent van jullie de aanvullende literatuur nog niet heeft gelezen. Ik raad aan dat te doen, want er komen vragen over op het tentamen.” Een andere methode: “De rol van de Nederlandse geluidsfilm is een heel spannend verhaal……wat je kan lezen in het boek van Karel Dibbits.”  

Komen is scoren
Daarnaast heeft Thissen harde data om te bewijzen dat aanwezigheid bij het hoorcollege van groot belang is. “Vorig jaar hebben we bij precies dit college een test gedaan, waaruit blijkt dat studenten die wel bij het college aanwezig waren, hogere cijfers haalden op het tentamen en beter scoorden op de vragen over dit college.” Thissen ziet deze test ook als bewijs dat hoorcolleges wel degelijk nut hebben. Gelukkig maar, want vanwege bezuinigen zijn de werkcolleges van dit vak afgeschaft. “Geesteswetenschappen zit in zwaar weer”, verzucht Thissen. 

Verder met de ontwikkeling van de geluidsfilm. Sprekende films zijn gebruikelijk geworden, wat heel leuk is maar… opeens speelt er het taalprobleem! Kleinere landen zoals Nederland, maken hier handig gebruik van door een eigen filmindustrie op te zetten, maar ook Hollywood grijpt in en vestigt studio’s in Europa. In deze studio’s produceren ze de oorspronkelijke Hollywoodfilm met dezelfde decors maar met andere acteurs. Nogal duur, en als iemand bedenkt dat je ook kan nasynchroniseren of ondertitelen, sluit Hollywood haar Europese studio’s weer.

Nog even dit....
Tot slot: een wijze les voor alle hoorcollegedocenten. Het is triest, het is tragisch, maar zo gauw een docent laat vallen dat er een pauze aankomt of dat het college bijna ten einde is, vatten de studenten dat op als: het is nú klaar. Dus als Thissen ‘tot slot’ nog een tweetal filmpjes wil laten zien, worden de studenten – die het hele college aandachtig geluisterd hebben – als bij toverslag onrustig: ze pakken hun spullen in, het geroezemoes zwelt aan en de aandacht is elders. Een structuur aanbrengen is goed, maar sommige informatie kan je als docent beter achterwege laten.

Lesstof

79 pagina’s lezen uit onderstaande boeken: 
Film History: An Introduction  van Kristin Thompson en David Bordwell
Chapter 7 The late silent era in Hollywood 1920-1928 (onderdeel van deel 2 van het boek: The late Silent era 1919-1929).
Chapter 9 The introduction of Sound (onderdeel van deel 3 van het boek: The development of sound cinema 1926-1945)

Boek: Sprekende films van Karel Dibbits
Hoofdstuk 4: bioscopen op een keerpunt, eerste 3 subhoofdstukken: ‘de geluidsfilm verovert de bioscopen’, ‘de taaldrempel’ en ‘de ondergang van het bioscooporkest’

’s Ochtends verplicht naar een bijpassende film in ’t Hoogt: De Jantjes , Speyers, 1933.


 

Advertentie