De psyche van de wetenschapper

Wouter Marra gaf een publiekslezing op Sonnenborgh. De opmerkingen uit het publiek leken op die van wetenschappers op een congres. Alleen minder betweterig.

Er is recent een tentoonstelling geopend over de zoektocht naar water op Mars op Sonnenborgh, de sterrenwacht in Utrecht. Ik mocht er vorige week een lezing geven over dit onderwerp, omdat ik hier voor mijn eigen promotieonderzoek dagelijks mee bezig ben. Een lezing voor algemeen publiek dus. Gelukkig zijn er tal van prachtige satellietbeelden van Mars beschikbaar en is het vooral een mooie diavoorstelling geworden, dat doet het altijd goed. En van de reacties uit het publiek heb ik veel geleerd over de psyche van de wetenschapper.

Wat me vooral opviel aan het voornamelijk gepensioneerde publiek, is dat het eigenlijk net wetenschappers waren. De reacties waren erg vergelijkbaar met de reacties die je krijgt op een congres. Een bezoeker onderbrak mij enkele malen om wat ik zojuist vertelde van commentaar te voorzien. “Je zegt nu wel dat die geulen door water zijn ontstaan, maar ik heb ergens gelezen dat het ook heel goed mogelijk is doormiddel van lawines van sneeuw.” En “Wat ik ook nog goed vind om te melden is dat veel water door kometen is aangevoerd.” (wat overigens slechts deels waar is). Op een conferentie kan ik zo’n betweter niet uitstaan, maar deze man vertelde het met zo veel enthousiasme dat ik er zelfs een beetje blij van werd.

Ergens in mijn lezing stond een plaatje op een slide waar een gashydraat stond genoemd als mogelijk onderdeel van een chemische cyclus in de bodem van Mars. Er kwam na afloop iemand naar me toe om me een half college te geven over gashydraten, de man was chemicus. Erg fijn, want ik weet amper iets van gashydraten. Op congressen is er vaak ook wel iemand die volledig los van de inhoud van een presentatie, bij wijze van vraag, zijn kennis uitstort. Ik dacht dan altijd: “Daar heb je weer zo eentje!” Maar mijn ervaring met deze chemicus is erg relativerend, erg fijn dat zo’n man zijn kennis met mij wilde delen.

De reacties die je krijgt op een presentatie komen vooral van mensen die zelf hun verhaal kwijt willen, of je een presentatie houdt voor een handvol vakgenoten of voor algemeen publiek. Of je dit vervelend vindt of niet, is vooral een kwestie van hoe je er als presentator mee om gaat. Er kwam later nog iemand naar me toe. “U moet weten dat mijn interesse in de sterrenkunde is begonnen dankzij de bezetters. Ik zat destijds in het verzet, en toen heb ik nog eens grote kijker van de bezetter gestolen. En daar ben ik mee naar de sterren gaan kijken!” Zulke anekdotes hoor ik overigens nooit op een congres. 

Advertentie