De Utrechtse scherpschutter bij de collegezaal
Steeds staat die er weer, die religieuze folderman bij de deur van de collegezaal. Eveline Verburg wil hem ongemerkt voorbijlopen. Maar dat blijkt moeilijk.
Zweetdruppeltjes verschijnen op mijn voorhoofd en onder mijn oksels begint het onaangenaam te ruiken. Ik houd mezelf voor dat er altijd een uitweg is, zolang ik nog buiten ben. Schichtig kijk ik om me heen. Links, rechts, nogmaals links. Ik kijk in de spiegeling van de ruit of ik achtervolgd word. Pfoeh, nee, de kust is veilig.
Nietsvermoedend richt ik mijn blik weer op de deur van het Van Unnik, en verstar. Ik sta oog in oog met het kwade, of – hoe ironisch eigenlijk- het goede. Ik kijk het recht aan, en het kijkt terug. Één moment denk ik nog dat ik kan ontsnappen, ik scan de mogelijke vluchtroutes af, maar deze worden geblokkeerd door rokende, chagrijnige studenten. Zijn eerdere slachtoffers.
Ik realiseer me dat ik er niet meer onderuit kan. Het is te laat, hij doet zijn mond al open, het pistool is geladen en de trekker al overgehaald. Als in slow motion beleef ik mijn laatste seconden van heerlijke onwetendheid. Er is geen uitweg meer. Ik word geraakt door de kogel van zijn onuitputtelijke enthousiasme en zijn onverstoorbare naïviteit. Bam, recht in mijn gezicht, daar is het. Die zin die me ineen doet krimpen en een krampachtige, verontschuldigende grijns op mijn gezicht plakt.
Ik bedank vriendelijk, maar ga uiteindelijk toch naar binnen met in mijn hand een voor iedereen zichtbaar en overduidelijk bewijs van mijn zwakheid. Ik voel me een mislukkeling, weer lukte het me niet de kogel te ontwijken. Ik schaar me onder mijn mede-slachtoffers. Velen van hen houden ook beschaamd een flyer vast, zoekend naar de dichtstbijzijnde prullenbak om van dit keurmerk van falen af te komen.
De realiteit geeft me een bitchslap in mijn gezicht: ik ben binnen, heb niet kunnen ontsnappen en kan niet meer terug. Ik ben zwak, te langzaam, niet slim genoeg en te naïef, maar ik ben zeker niet de enige in het rijk der doden. ‘De Man Van De Studentenkerk’ is een scherpschutter bij uitstek, en ontsnappen is onmogelijk.