Ontgroening in het universiteitssysteem
Kunstenaar Melle Smets wilde met zijn project Department of Search de deuren van de universiteit letterlijk open gooien. Maar dat gaat niet zo makkelijk. Er zijn veel restricties om bij de grootste kantine van de UU een activiteit te mogen organiseren.
De universiteit is een geoliede machine waar mens, computer en gebouw een eenheid vormen. Het systeem is na jarenlange oefening, opschaling en verfijning een uitmuntend staaltje efficiency geworden. De machine loopt als een zonnetje en er is niets aan de hand zolang je met je vingers of haarlokken uit de buurt blijft van de draaiende raderen. En dat is nu precies wat we wel hebben gedaan.
Het Department of Search heeft sinds september 2016 zijn deuren geopend op het Geneveplein. In het zicht van de grootste kantine op de campus leek het ons een A locatie om activiteiten te starten rondom de searchprojecten van kunstenaars. Een mooie rij bomen levert een prettig schaduwdak, een rij banken voldoende zitplekken en de kantine heeft openslaande deuren zodat het plein goed toegankelijk is.
Waar we ons eerst verlekkerden met het idee om het hele plein om te bouwen tot openluchtwerkplaats voor kunstproducties, leerden we al gauw dat het plein niet voor niets leegstaat. De optelsom van kabelgoten, brandweerdoorgangen, vuuroverslag risicozones, boomkruingrenzen, rioolputtoegang, vrachtwagendraaicirkels, zichtlijngarantie voor voetgangers, decibelgrenzen, samenscholingrestricties, etcetera, zorgt dat het plein nog maar enkele lege plekken biedt voor activiteiten. Na lange onderhandelingen met gemeente, universiteit en brandweer konden we binnen de bandbreedte van de regelgeving een opslagruimte neerzetten zonder publieksfunctie. Toestemming voor publieksactiviteiten wordt per geval beoordeeld en deze mogen alleen plaatsvinden op de nog regelvrije plekken op het plein en buiten college-uren.
Ondanks de vele restricties hoopten we met het openen van de deuren naar het plein een bruisend publieksprogramma te kunnen maken. Ons enthousiasme werd door iedereen aangemoedigd. “Wij pleiten daar al jaren voor”, verzuchtten de medewerkers van de vastgoedafdeling die onze ideeën als eerste aanhoorden. “De deuren open? Ja geweldig idee, hoeven we niet steeds helemaal om te lopen!”, riepen de medewerkers facilitaire dienst. De kantinebeheerder begon meteen te glunderen: “Goed plan! Kunnen we eindelijk een terras maken. Succes!”
Pas maanden later werden we ons langzaam bewust van onze eerste ontgroening in het universiteitssysteem. Iets wat iedereen al wist; de deuren blijven dicht. Niet dat iemand tegen is, maar het systeem duldt het niet. Het is eenvoudigweg te ingewikkeld. Wij tellen tot nog toe tien verschillende organisaties die meeregeren over de kantinedeuren.
Na maanden wachten op een antwoord op ons eerste verzoek of de deuren open kunnen als we een publieksactiviteit organiseren, kregen we antwoord. Ja, de deuren kunnen open maar dat vereist wel een aanpassing aan het gebouw. Om de klimaatbeheersing in de kantine te controleren moeten er nieuwe deuren in met tochtsluizen. Omdat het gebouw onder architectuur is gebouwd, zal de architect Rem Koolhaas zijn goedkeuring moeten geven. Daarnaast moet er een nieuw ICT netwerk worden aangelegd vanaf de hoofdserver naar de deuren. Deze nieuwe kabels kunnen de deuren aansturen als hoofdentree. Nu is het uitsluitend een nooddeur-installatie. Ook zal er camerabewaking moeten komen om de beveiliging op afstand te kunnen doen. Door een nieuwe inloop zullen er extra schoonmaakwerkzaamheden nodig zijn die onder het calamiteitentarief gerekend worden omdat het buiten het vaste contract valt. Geschatte investeringskosten 40.000,- euro.
Een dure deur, zeker voor sporadische publieksactiviteiten met beperkte bevoegdheden. Nog steeds niet geheel doordrongen van ons ontgroeningsritueel zochten we naar eenvoudigere oplossingen. Kan er niet één deur open als wij een activiteit doen? Zoals bij elk ontgroeningsritueel worden de doorzetters uiteindelijk beloond met de waarheid. De diverse verantwoordelijken legden ons welwillend de systeemlogica van de universiteit verder uit.
Natuurlijk kunnen de deuren open. Maar omdat het al door zoveel mensen geprobeerd is, krijgt iedereen er schoon genoeg van om weer de hele discussie door te moeten. Om dit te ontzenuwen, is er een speciaal protocol ontwikkeld met codewoord overbruggingssleutel. Omdat het nooddeuren zijn, kan iedereen ze opendoen bij brand. Er zit geen slot op maar wel een stil alarm. Om het alarm tijdelijk te omzeilen is er de overbruggingssleutel die het stille alarm uitschakelt. De overbrugginssleutel mag alleen bediend worden door de bewakingsdienst die ter plekke blijft zolang de deur open is, om het ontstane beveiligingslek te bewaken.
Na een jaar zijn we door de ontgroening heen gekomen. We begrijpen nu de codetaal om toegang te krijgen tot de bypass. Een schouder ophalen, een knikje, een pruilende onderlip. Het waren hints die we over het hoofd zagen. Deuren open? Vraag naar de overbruggingssleutel en de deuren staan voor je open