Posterpresentaties tijdens congres zijn hopeloos ouderwets

De meeste congressen werken nog altijd met korte mondelinge voordrachten en posterpresentaties. Hopeloos ouderwets vindt Wouter Marra. Interactieve presentaties werken beter en effectiever.

Ik was vorige week weer op een wetenschappelijke congres. Zo’n congres bestaat vooral uit praatjes en een heleboel posters. Beide hebben zo hun voor- en nadelen. Ik vraag me af of het systeem van congressen met mondelinge presentaties van een kwartier en een postersessie ‘voor de afvallers’ nog wel in deze tijd past.

Een mondelinge presentie op een congres is een goede gelegenheid om aan een breed publiek te laten zien wat je in je mars hebt. Echter, deze korte presentaties zijn ook erg beperkt. Er is nauwelijks ruimte voor discussie en je kunt maar één verhaal vertellen. Met een posterpresentatie kan je je presentatie aanpassen aan de interesses van de toehoorders en kan je uitgebreid van gedachten wisselen en zo inspiratie opdoen voor je onderzoek. Maar als je je werk wilt laten zien aan ‘die ene professor’, moet je flink leuren als je rij aan rij in een grote hal vol posters staat.

Beide vormen van presenteren hebben dus hun voor- en nadelen en het lijkt lastig kiezen. Maar toch worden presentaties als iets prestigieus gezien. Ik ken collega’s die overwegen niet naar een congres te gaan als ze ‘slechts’ een poster hebben. De organisatie van een congres kiest vaak de gevestigde namen voor de mondelinge presentaties om een goed programma neer te zetten en je voelt je al snel, onterecht, tweede keuze met een poster.

Op congressen wordt druk getwitterd en programmaboekjes hebben plaatsgemaakt voor apps. Maar de structuur van de presentaties en posters is nog hopeloos ouderwets, dat kan en moet anders.

Ik heb vorige week kennis gemaakt met interactieve presentaties. Deze presentaties waren te zien op grote touch-screen schermen. In tegenstelling tot de klassieke PowerPoint waar je telkens naar de volgende slide gaat, kun je hierbij kiezen wat je laat zien en zo kun je de presentatie aanpassen op degene die voor je staat. In een inleidende sessie kreeg iedereen de gelegenheid zijn presentatie te pitchen. Op deze manier bereik je toch nog een groot publiek zoals bij een mondelinge presentatie en heb je de intieme interactie met een presentatie afgestemd op wie er voor je staat zoals bij een poster. Bijkomend voordeel is dat de presentatie niet is beperkt tot één moment of een locatie. Als iemand je presentatie niet kan zien omdat het in een verkeerd tijdslot valt, loop je gewoon even naar het dichtstbijzijnde scherm toe.

Dit soort interactieve sessies zijn er nog maar nauwelijks en vormen een hele kleine minderheid van het aanbod. Het zijn vooral de jongeren die deze organiseren. Laten we deze presentatievorm omarmen. Het excuus dat het veel te lastig is gaat niet op, met PowerPoint is het heel eenvoudig interactieve presentaties te maken. De gevestigde orde die er niet aan wil, kan altijd nog doen alsof het een saaie, statische, poster is of er een ouderwetse presentatie van maken.

Advertentie