Scoren met onderzoek: Een hit op YouTube

De kritische wetenschappers van Science in transition reppen over de perverse prikkels bij publicaties. Frank van Eekeren beaamt dat, maar was toch zeer verheugd toen een communicatiebureau van zijn onderzoek een YouTube-hit wisten te maken.
Het ‘Science in transition’-debat scoort goed. De boodschap van Frank Miedema c.s. bereikt via publicaties in landelijke kwaliteitskranten en debatten op tv miljoenen Nederlanders. Op zo’n bereik ben ik als ‘derde geldstroom-onderzoeker’ stik jaloers. Menig opdrachtgever zou me van puur geluk om de hals vallen wanneer onze bevindingen zo in de publiciteit zouden komen.
Volgens de voorvechters van ‘Science in transition’ staat de academische onderzoeker bloot aan prikkels vanuit de universiteiten (‘publiceer zoveel mogelijk’) en wetenschappelijke tijdschriften (‘publiceer zo spraakmakend mogelijk’). Prikkels die perverse gevolgen kunnen hebben. Tegelijkertijd vergeten zij gemakshalve dat onderzoekers ook nog eens aangemoedigd worden om zo veel mogelijk – zoals dat dan heet - ‘geld uit de markt’ te halen. Dat leidt vaak nog tot een heel andere prikkel: ‘Publiceer zo aantrekkelijk mogelijk’.
Na ruim 15 jaar ervaring met opdrachtgevers dacht ik dit publicatiekunstje aardig onder de knie te hebben. De aloude onderzoekersreflex om ieder onderzoek af te ronden met een vuistdik rapport, geschreven in ondoorgrondelijk taalgebruik - bedoeld om te laten zien hoe slim en belezen de schrijver is – en een haastig opgetekende, nietszeggende aanbeveling kan ik al een tijdje weerstaan. Mijn output repertoire varieert inmiddels van bondige rapportages en pakkende Powerpoints of Prezi’s, tot aan slimme infographics. Dit alles uiteraard ondersteund met berichtgeving via Twitter en LinkedIn.
Maar ook opdrachtonderzoek, en dan met name de rapportage ervan, blijft ‘in transition’. Ik was verbluft toen ik twee weken geleden het resultaat zag van een communicatiebureau dat door mijn opdrachtgevers Stichting Meer dan Voetbal en de KNVB was losgelaten op mijn onderzoek: Een animatie van 2 minuten waarin de resultaten en aanbevelingen kernachtig en aantrekkelijk worden gepresenteerd.
Ik bleek niet de enige die aangenaam verrast was. In korte tijd had het filmpje meer dan 2.000 views op YouTube. En dan moet de echte campagne richting de doelgroep (in dit geval bestuurders van amateurvoetbalverenigingen) nog gaan beginnen. Vergelijkbare filmpjes uitgebracht door de KNVB resulteerden in maar liefst 175.000 views.
Ik kan niet ontkennen dat zo’n hitje op YouTube me een prettig gevoel geeft. Maar natuurlijk laat ik me niet bedwelmen door deze kwantitatieve impact alleen. Ik bewaak – Science in transition indachtig – de wetenschappelijke kwaliteit met hart en ziel. Zo presenteerde ik het onderzoek kort geleden op een internationaal congres, met als doel kritische feedback te ontvangen. Het bereik? Twintig soezende collega’s.
 

Blog
on 19/11/2013

De kritische wetenschappers van Science in transition reppen over de perverse prikkels bij publicaties. Frank van Eekeren beaamt dat, maar was toch zeer verheugd toen een communicatiebureau van zijn onderzoek een YouTube-hit wisten te maken.

Het ‘Science in transition’-debat scoort goed. De boodschap van Frank Miedema c.s. bereikt via publicaties in landelijke kwaliteitskranten en debatten op tv miljoenen Nederlanders. Op zo’n bereik ben ik als ‘derde geldstroom-onderzoeker’ stik jaloers. Menig opdrachtgever zou me van puur geluk om de hals vallen wanneer onze bevindingen zo in de publiciteit zouden komen.

Volgens de voorvechters van ‘Science in transition’ staat de academische onderzoeker bloot aan prikkels vanuit de universiteiten (‘publiceer zoveel mogelijk’) en wetenschappelijke tijdschriften (‘publiceer zo spraakmakend mogelijk’). Prikkels die perverse gevolgen kunnen hebben. Tegelijkertijd vergeten zij gemakshalve dat onderzoekers ook nog eens aangemoedigd worden om zo veel mogelijk – zoals dat dan heet - ‘geld uit de markt’ te halen. Dat leidt vaak nog tot een heel andere prikkel: ‘Publiceer zo aantrekkelijk mogelijk’.

Na ruim 15 jaar ervaring met opdrachtgevers dacht ik dit publicatiekunstje aardig onder de knie te hebben. De aloude onderzoekersreflex om ieder onderzoek af te ronden met een vuistdik rapport, geschreven in ondoorgrondelijk taalgebruik - bedoeld om te laten zien hoe slim en belezen de schrijver is – en een haastig opgetekende, nietszeggende aanbeveling kan ik al een tijdje weerstaan. Mijn output repertoire varieert inmiddels van bondige rapportages en pakkende Powerpoints of Prezi’s, tot aan slimme infographics. Dit alles uiteraard ondersteund met berichtgeving via Twitter en LinkedIn.

Maar ook opdrachtonderzoek, en dan met name de rapportage ervan, blijft ‘in transition’. Ik was verbluft toen ik twee weken geleden het resultaat zag van een communicatiebureau dat door mijn opdrachtgevers Stichting Meer dan Voetbal en de KNVB was losgelaten op mijn onderzoek: Een animatie van 2 minuten waarin de resultaten en aanbevelingen kernachtig en aantrekkelijk worden gepresenteerd.

Ik bleek niet de enige die aangenaam verrast was. In korte tijd had het filmpje meer dan 2.000 views op YouTube. En dan moet de echte campagne richting de doelgroep (in dit geval bestuurders van amateurvoetbalverenigingen) nog gaan beginnen. Vergelijkbare filmpjes uitgebracht door de KNVB resulteerden in maar liefst 175.000 views.

Ik kan niet ontkennen dat zo’n hitje op YouTube me een prettig gevoel geeft. Maar natuurlijk laat ik me niet bedwelmen door deze kwantitatieve impact alleen. Ik bewaak – Science in transition indachtig – de wetenschappelijke kwaliteit met hart en ziel. Zo presenteerde ik het onderzoek kort geleden op een internationaal congres, met als doel kritische feedback te ontvangen. Het bereik? Twintig soezende collega’s.

 

Tags: science in transition

Advertentie