Veel te weinig innovatie in het onderwijs
Het verband tussen onderwijs en innovatie is flinterdun, constateert Milad Tannazi. Zowel docenten als studenten moeten meer open staan voor verandering.
Innovatie en de universiteit zijn twee onlosmakelijk aan elkaar verbonden begrippen. De academische onderzoekers streven ernaar om continue te innoveren op allerlei gebieden en zo de wereld en ons bestaan een stuk beter en begrijpelijker te maken.
Deze column is onderdeel van het tabblad onderwijs, dus je kan al raden waar ik het (weer) over ga hebben. Terwijl er namelijk hard gewerkt wordt binnen de wanden van de laboratoria moet er natuurlijk ook onderwijs gegeven worden. En het verband tussen onderwijs en innovatie is naar mijn mening flinterdun.
Ik moet wel zeggen dat ik op dit gebied spreek over mijn eigen ervaring en opleiding, maar ik denk dat ik geen uitzondering ben. De huidige opleiding Farmacie kent een jarenoud curriculum met de daar bijbehorende onderwijsvormen. Een voorbeeld: Ondanks dat het redelijk bekend is dat de concentratieboog van een volwassen mens tussen de 20 en 45 minuten ligt, heb ik nota bene vorige week een hoorcollege gehad van 3 uur lang passief zenden. Ineffectief en niet van deze tijd.
Uiteraard zijn ook er door de jaren heen allerlei initiatieven geweest die ervoor gezorgd hebben dat alles net iets soepeler loopt en up-to-date blijft, maar de manier van onderwijsgeven bleef daarbij grotendeels onveranderd. Nou is dat geen ramp, omdat heel veel onderwijsvormen wél goed werken en student activerend zijn.
Dit studiejaar is het nieuwe curriculum van Farmacie gestart met het idee om de opleiding meer aan te laten sluiten op het huidige en toekomstige beroepsveld. Een geweldig initiatief waaraan ik ook de eer had om mee te helpen. Dit was het moment om alle onderwijsvormen nog eens goed onder de loep te nemen en te evalueren op effectiviteit. Naast de enthousiaste houding van de docenten, mede gevoed door de passie voor onderwijs, was er ook veel angst. Angst voor verandering. Maar de verandering is broodnodig. Want hoewel het lijkt alsof onderwijs aan de Nederlandse universiteit een lange tijd afgeschermd is geweest voor de dynamische hyperconcurrentie wat zich dagelijks afspeelt buiten de campus, is dat een illusie wat doorbroken moet worden. Onderwijs moet continue vernieuwd en verbeterd worden.
Waar ik voor wil pleiten is dat er meer geëxperimenteerd moet worden. Uiteraard moeten de studenten, maar vooral de docenten hierbij betrokken worden. Maar nu komt de plottwist: het probleem van veranderen ligt niet alleen bij docenten.
Twee weken terug was er zo een experiment en werd ons door onze coördinator gevraagd om voor het uploaden van onze presentaties gebruik te maken van Pitch2Peer, een E-learning tool ontwikkeld door een docent van de Universiteit Leiden.
Zonder in te gaan op de details van hoe de tool werkt, gebeurde er iets wat ik niet had verwacht. Ik voelde om me een sceptische houding en frustratie wat neerkwam in de trant van “waarom het nou eigenlijk zo moest en niet kan gaan zoals het altijd gaat”. Ik schrok ook van mezelf dat ik een drempel voelde om de tool te gebruiken. Want ook studenten zijn creatures of habbit en waarom dingen veranderen als het altijd al zo gaat?
Uiteindelijk hebben bijna alle studenten de tool gebruikt en zagen ze denk ik allemaal, inclusief mijzelf, de waarde in van zulke tools. Daarnaast denk ik ook dat hoe vaker zulke experimenten gedaan worden, hoe meer studenten hier begrip voor tonen en zelfs getriggerd worden om zelf met zulke initiatieven te komen. Dus lieve docenten, onderzoekers en studenten: wees disruptief en experimenteer!