’Dit hele rookverbod is klote’

Het nieuwe uitgaan in een rookrvrij Utrecht

Pauline Holdijk

Kleumend staan studenten buiten op een terras in groepjes bij elkaar. Rook stijgt boven hen op. Ze trekken aan hun sigaret en kletsen wat. Vaag hoor je er nog de muziek uit ‘t Pakhuis. Het is sinds de intrede van de herfst een typisch tafereel voor de donderdagavond op het Janskerkhof in de Utrechtse binnenstad. Was het rookverbod in de horeca in de zwoele nachten nog geen straf, nu voel je je als roker toch flink in de kou gezet.

Bovendien zorgt het verbod voor een extra rij hier bij ’t Pakhuis. Naast de gebruikelijke rij bezoekers die naar binnen willen, staat er ook één met rokers omdat het café geen aparte rookruimte heeft. Sander de Grunt (18) eerstejaars rechten, is één van hen. “Dit hele rookverbod is klote. Binnen is de gezelligheid, niet hier buiten. Ik heb wel eens stiekem ergens binnen gerookt, maar dat was ook niet echt relaxed. De oplossing zou zijn om cafés zelf te laten beslissen of er binnen gerookt mag worden of niet.”

Een bar bij het roken

Rode gordijnen en zwoele lichten komen je tegemoet als je Café Lust aan de Nobelstraat binnenstapt. De geur van rook ontbreekt. Op het eerste oog lijkt het binnen rustig, maar het merendeel van de bezoekers blijkt zich achter in de zaak te bevinden: in de rookruimte.

De mensen in die ruime zijn moeilijk te onderscheiden door de dichte rookwolken. Wie het rookgebied betreedt, ademt ook meteen een hoge concentratie nicotinewalmen in. Tweedejaars verpleegkunde Rianne Klapwijk (21) probeert zich door de rokende menigte heen te worstelen om een drankje te bestellen aan de bar. “Het maakt mij niet zoveel uit of het rookverbod er is of niet. Zelf rook ik niet, maar al mijn vriendinnetjes wel. Als zij naar buiten gaan om te roken, ga ik met ze mee want anders zit ik alleen. Dat is vervelend, maar ik snap ook wel dat het verbod er is voor de gezondheid van anderen.” Dat ze nu in deze rookruimte staat, komt ook door haar vriendinnen. Maar wat doet die bar hier eigenlijk? HOE ZIET DEZE RUIMTE ER UIT “Officieel is dit een terras”, zegt de eigenaar van Lust. “Daarom mag mijn personeel hier werken. Maar het is dus ook een grote rookruimte. Ik heb daardoor geen last van het rookverbod. Dat voordeel hebben veel kleine cafés niet, zij lopen nu flinke klappen op.”

Maar hoe is het voor het barpersoneel om in deze rokerige ruimte te werken; de wet is immers ingevoerd om hen een rookvrije werkplek te bieden: “Ze vechten onderling om hier achter de bar te mogen staan. Ze werken niet standaard in het rookgedeelte en het meeste personeel rookt zelf toch.”

Jolien Beckers, één van de barmeisjes vindt het, ondanks dat ze zelf rookt, niet fijn om op het rookterras te werken. “Als ik de hele avond aan het werk ben, krijg ik last van m’n ogen en krijg ik het benauwd.” Vriendin en medestudent Yosha Huilhorst (19) rookt ondertussen gewoon een sigaretje. Zij is helemaal niet blij met de veranderingen in de horeca. “Het is juist lekker om te roken als je in de kroeg zit met een drankje. Roken hoort nu eenmaal bij uitgaan. Alle kroegen moeten eigenlijk rokers de mogelijkheid geven om ergens te roken. Het houdt me niet tegen om uit te gaan, maar relaxed vind ik het zeker niet ” Toch kan ze ook een positieve mededeling doen: “Ik rook wel minder dan voor het rookverbod, want je kan moeilijk de hele avond buiten staan toch?”

Ongezellig koud

Landelijke cijfers uit 2007 vertellen dat 28 procent van de Nederlanders tussen de 15 en 25 jaar rookt. Utrecht, als grootste studentenstad van Nederland, moet dus veel rokers hebben. Begrijpelijk dat er veel kritiek is op het rookverbod onder studenten. “Je moet de hele tijd naar buiten. Dat is zo ongezellig en koud, vertelt eerstejaars psychologiestudent Bart-Jan van Memerik nippend aan een drankje in ’t Gras van de buren. “Daarbij ruik je nu ineens allerlei lichaamsgeuren van mensen extra goed zoals zweet en kots. Die luchtjes ruik je niet in de rookhokken. Maar of de blauwstaande rookruimtes nou een goede oplossing zijn? “

Het contrast tussen de ruimte waar de niet-rokers staan en de rokersruimte Filemon is als dag en nacht. De dansende bezoekers in de gewone ruimte lijken frisser en minder benauwd dan de paffers in de daarvoor bestemde ruimte. Rutger de Graaff (22) derdejaars Sociale Geografie is vanavond ook een dansje aan het wagen in Filemon en hij is dan ook zeer blij met het nieuwe uitgaan. “Ik rook niet en ben daarom zeer tevreden over de nieuwe wet. Andere hoeven mij niet op te schepen met kanker. Ik wil niet in hun rook staan en daardoor ziek worden. Ik vind het wel balen dat mijn vrienden steeds naar buiten willen.”

Frans van de Erp, eerstejaars rechten is echter te lui om iedere keer naar buiten te lopen. “Het is duidelijk kut, vooral nu het buiten zo koud is.” Koud is het in ieder geval niet in de benauwde volle glazen cabine bestemd voor de verbannen rokers. “Het is hier te vol, te benauwd en je voelt je in die glazen hokken net een vis in een aquarium,” zegt Sanne Gevaerts (19), HKU-studente. Volgens haar is het uitgaan in Utrecht toch echt veranderd sinds 1 juli. “Je zoekt andere plekken op, je zit vaker buiten op het terras en het is binnen minder gezellig omdat rokers steeds naar buiten gaan. Maar aan de andere kant is het nu buiten wel gezelliger.”

Oudegracht

Zo ook op de Drift. Een groepje UVSV studenten hebben zich al zingend en druk pratend voor het clubgebouw geschaard om snel een sigaretje te roken. Studentenverenigingen moeten nook rookvrij zijn omdat ze tegen betaling alcohol verstrekken. Pedagogiekstudente Cathelijn Korteweg (21) rilt van de kou en springt ongeduldig heen en weer terwijl ze haar sigaretje snel oprookt. Ze baalt er flink van dat je nergens in Utrecht meer binnen mag roken. “ Zelfs op de club mag je niet meer roken, zo ongezellig. Ik vind dat je zelf mag beslissen of en waar je rookt en dat moet de overheid je niet opleggen. Ook clubgenoot en niet-roker Danoeta van Maasakker vind het saai sinds het verbod is ingegaan. “Maar ik vind het goed dat het er is, want het is ongezond om mee te roken en je kleren stonken altijd zo naar rook als je thuis kwam.”

De vaste bezoekers van het populaire Kafé België dat voor juli altijd snel blauw van de rook stond, vinden het niet heel vervelend om buiten te roken. Charlotte van Dijck (20) heeft hier geen enkele moeite mee. “Het is niet fijn, maar ach het is een kleine moeite om naar buiten te lopen als je er veel mensen een plezier mee doet.” Zo lijken meer mensen te denken in Kafé België want van een verminderde omzet is volgens barvrouw Ester van de Weijden geen sprake. “Hier is het niet rustiger geworden sinds 1 juli. In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar hebben we niet minder omzet, het gaat nog steeds goed want de mensen komen nog steeds.”

Sinds het rookverbod

Vanaf 1 juli 2008 mag in de horeca alleen nog worden gerookt in speciale rookruimten. Hier mag het personeel niet komen. De maatregel is ook bedoeld om de gezondheid van het bedienende personeel te beschermen. Meeroken is tenslotte ook slecht.

156.000 mensen zijn sinds 1 juli gestopt met roken. Dat blijkt uit cijfers van de stichtingen Volksgezondheid en Roken (Stivoro) en Farmaceutische Kerngetallen.

Bijna driekwart van de cafés en discotheken heeft een dramatische omzetdaling van respectievelijk 26 en 31 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Ondernemers schrijven de helft hiervan toe aan het rookverbod. Door het rookverbod heeft tien procent meer ondernemers hun horecazaak in de verkoop gezet. Ondernemers hebben te kampen met dalende klandizie en dalende inkomsten.

Enkele Europese buren

In Ierland, het eerste Europese land dat een rookverbod invoerde en wel in 2004, is sinds die tijd een sterke teruggang geconstateerd in het aantal pubs. Italianen houden zich keurig aan het rookverbod in de horeca dat sinds 2005 van kracht is. Zo’n 95 procent van de Italianen staat achter het verbod. De effecten: de omzet van de Italiaanse horecagelegenheden is sinds het rookverbod onveranderd; het rookverbod heeft in één jaar tijd geleid tot een half miljoen minder rokers; sinds 2005 zijn er ruim 10 procent minder hartinfarcten geconstateerd. In België mag nog gerookt worden in cafés kleiner dan 50 vierkante meter en kleine frietkramen indien er een rookafzuig- of verluchtingssysteem aanwezig is. Duitsland heeft als één van de laatste landen van West-Europa anti-rookmaatregelen genomen.

Geschiedenis van de sigaret

600-1000

Eerste afbeelding van een sigaret van een rokende Maya. De eerste sigaret of sigaar was een rolletje tabaksbladeren dat bij elkaar werd gehouden door een touwtje.

1492

In 1492 ontdekte ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus als eerste Europeaan de gewoonte van roken van tabak.

1518

De bemanningsleden van Christoffel Columbus uit Spanje en Portugal namen de tabaksplant mee naar Europa.

1560

De Franse ambassadeur Jean Nicot in Lissabon stuurde een tabaksplant naar Frankrijk. Hij vertelde erbij dat dit een wonderkruid was en in een razend tempo veroverde de plant heel Europa.

1564

De tabaksplant kreeg de naam Nicotiana, naar Jean Nicot.

1580

Pijproken en later snuiven en pruimen (kauwen) waren in Nederland de manieren om tabak te gebruiken.

1615

In Utrecht kwam de Nederlandse tabaksteelt van de grond. Aan het eind van de 18de eeuw hield de Nederlandse tabaksteelt vrijwel op.

1855

Na de Krimoorlog (1854-1856) brak de sigaret pas echt door in West-Europa. Franse en Engelse soldaten namen de sigaret mee uit Turkije, Griekenland en Bulgarije. Het was toen niet meer dan een los papiertje met tabak ertussen.

1880

De eerste sigarettenmachine werd uitgevonden in Amerika. Het apparaat produceerde 200 voorgerolde sigaretten per minuut. Dit was het begin van de massaproductie van de sigaret.

1930

De eerste filtersigaretten werden gemaakt. Het doel van de filter was te voorkomen dat de roker stukken tabak in zijn mond kreeg.

1950

Tussen 1900 en 1950 rukt het roken in Nederland in een razend tempo op. Vanaf 1950 werd steeds meer bekend over de schadelijke werking van roken. Toch bleef het roken tot 1975 toenemen vooral omdat de vrouwen na de Tweede Wereld oorlog massaal aan de sigaret gingen.

2002

Tabaksreclame wordt bijna volledig verboden. Op 1 januari 2003 wordt het reclameverbod ook geldig voor kranten en tijdschriften. Alleen in de tabakszaken mag nog reclame worden gemaakt.

2004

Sinds 1 januari 2004 mag niet meer worden gerookt op de werkplek, behalve in speciale ruimtes. Ook het openbaar vervoer wordt rookvrij.

2008

De hele horeca is vanaf 1 juli 2008 rookvrij. Horecapersoneel krijgt dan dezelfde bescherming als andere werknemers. Horecagelegenheden mogen wel afgesloten rookruimtes maken, maar hier mag het personeel niet bedienen.