’Een combi van uitersten: veel bier, veel boarden, weinig slaap.’

Zaterdag 24 januari, 9.30 uur.

File. Op tien kilometer van het Franse bergdorpje staat het muurvast. Ronkende bussen, vol bepakte auto’s en rokende reizigers die naar de top turen. “Boven staat een hele rij met bussen die nog sneeuwkettingen moeten opleggen”, vertelt een groepje Wageningse studenten dat de berg afwandelt. Of we ook naar Valmorel gaan, willen ze weten. “Nou, pas dan maar op, daar zitten deze week ook duizend Nederlandse studenten.” Uren later, als de gevolgen van een ongeluk tussen een klein bestelbusje en een touringcar zijn opgeruimd, bereiken de Wageningers hun eindbestemming. “Vertraging krijg je er gratis bij”, grinnikt TU-student en voorzitter van de studentenwintersport 2009 Ruben Hijl als om 14.30 uur (geplande aankomsttijd tussen 9.00 en 11:00 uur) de laatste studenten uitstappen.

De sfeer is er niet minder om. De eerste flesjes Jupiler komen uit de tas, koffers doen op straat dienst als verkleedhokje, de skibroek gaat aan, klaar om wat pistes af te dalen. Bij de verhuur van de ski- en snowboardmaterialen is het ondertussen dringen geblazen. Sommigen staan bijna twee uur in de rij. Sneeuwballen vliegen door de lucht. Als echter om half zes – zoals afgesproken - de sleutels van de appartementen niet klaarliggen, slaat hier en daar het plezier om in chagrijn: “Dit is niet handig. Nee, volgens mij hebben ze zich verkeken op de duizend man. Bah, wat een nutteloze dag, alleen maar wachten”, moppert een meisje tegen haar vriendin. Om jaloers te vervolgen: “Ik baal helemaal omdat Martijn al om twaalf uur op de piste stond, hij zat in één van de drie bussen die wel om half elf boven waren!”

Zondag 25 januari, 8.30 uur.

Langzaam schuift de skilift naar de zonnige top. En student, net als de mensen om hem heen gekleed in een groene Studentenwintersporttrui met capuchon, strompelt uit de lift, voelt aan zijn snowboot. “Waarom doet ‘ie zo’n pijn”, verzucht hij tegen zijn skimaatje. Hij trekt zijn schoen uit voor een grondige inspectie. “Ja hoor!”, gromt hij half opgelucht als hij een bierdopje uit zijn schoen opvist.

Uitgeput ploffen even later weer twee snowboarders in een andere lift. “Ik wil wel eens weten hoeveel calorieën je verbrandt. Gisteravond kon ik mijn ogen nog amper open houden, maar heb wel twee borden pasta naar binnen gewerkt van de honger.”

Ik wil alleen maar billen zien, klinkt het een paar uur later tijdens de après-ski in discotheek Le Before & l’After. De Maastrichtse University College Christel van Dael heeft inmiddels haar draai gevonden. Ze is zonder haar vrienden naar Frankrijk afgereisd en woont nu met twee Tilburgse en één Maastrichtse student - Jeroen Reijnaerts van de sportraad MUSST – in een huisje. “Heel gezellig”, zegt ze terwijl verderop een rij wachtenden bij het dagelijkse info-uurtje staat. Heel toepasselijk heeft de organisatie zich in de discotheek geposteerd. “Wij zijn ons blauwe polsbandje (het toegangsbewijs voor feestjes en bier tegen kortingstarief, red. ) kwijt”, meldt de een. “Wij hebben geen inventarisatielijst in ons appartement”, vertelt nummer twee. “De sleutels passen niet op de skibox.” “Kunnen we hier nog een food box (voedselpakket met onder meer melk, beleg, soep en magnetronmaaltijden, red.) afhalen?”

Maandag 26 januari, 10.01 uur.

Snowboardleraar en student fysiotherapie uit Amsterdam Quint de Waard komt met een sneltreinvaart de berg af en stopt soepel en snel voor de gondellift, het vertrekpunt deze ochtend voor zijn beginnersgroepje. Hij is de eerste. “Mooi, ik dacht al dat ik te laat was.” Even later melden drie oranje puntmutsen met opdruk kamertje 1 zich. Er onder zitten Hilde Wolleswinkel, Eveline van den Berg en Marleen Janus, studenten Life Science uit Delft. “En dames, nog geoefend gistermiddag?”, vraagt Quint. “Jazeker, bochtjes en zo. En geen spierpijn!” “Ook naar de beachparty geweest gisteravond?” Nee, de dames wilden fit zijn vanochtend. Vanwaar kamertje 1? “Een grapje van vorig jaar, toen zaten we tijdens een reisje van onze studievereniging in dezelfde kamer. Om ons te onderscheiden van de rest noemden we onszelf kamertje 1, sindsdien zetten we overal een één voor of achter.”

Halverwege de piste staat psychologiestudent Jorg Damen van de Universiteit Utrecht op zijn lesgroepje te wachten. Damen is hier met drie andere vrienden uit Utrecht. “De anderen kunnen het al goed, dus vanmiddag kan ik met hen mee. Hoe het tot nu toe bevalt? Goed. De eerste dag – toen had ik nog geen les - ging het met vallen en opstaan, daarom ben ik blij dat ik nu de techniek krijg geleerd. Alleen baalde ik wel vanochtend: vannacht weer vijf uur geworden. Eén van mijn vrienden was jarig om twaalf uur. Na champagne en tequila nog in de discotheek terecht gekomen. Gelukkig merk ik er nu weinig van.”

Maandag 26 januari, 15.00 uur.

Aniek Rooderkerken en Jeroen Reijnaerts, beiden van sportraad MUSST, duiken de helling af. Eindelijk, zegt Rooderkerken die in de organisatie van StuWi zit en nauwelijks aan zichzelf toekomt. Ze staat voor het eerst van haar leven op de latten, maar dat heeft haar er niet van weerhouden om zich op te geven voor de Nederlands Kampioenschappen deze week. “We gaan het gewoon proberen.” Zij wel, dat kunnen vijf andere leden van de organisatie niet meer zeggen: “Vanochtend moest iemand na een val in het dorpje met een scheurtje in de rug naar het ziekenhuis. De andere vier zijn ook domweg uitgegleden op de weg.”

Ook onder de deelnemende studenten zijn de eerste slachtoffers gevallen. Renée Langens uit Nijmegen heeft ’s middags tijdens het skiën haar kruisbanden gescheurd en draagt een brace als ze om vijf uur uit de gondellift stapt. “Nee, ik ben geen beginner. Het gebeurt de beste, gewoon even verkeerd gedraaid. Nu maar eerst even wat dingen regelen met de verzekering. Ik ben hier bij de artsenpost geholpen, daar zat nog een ander meisje uit Tilburg met een gebroken sleutelbeen, ze kreeg eerst flinke pijnstillers, want het verschil tussen de twee helften was echt zo groot.” Ze houdt haar handen vijf centimeter uit elkaar. “Wat ik de rest van de week ga doen? Geen idee.”

Maandag 26 januari, 20.00 uur.

“Eén meisje had zo’n prachtige stem.” Christiaan Donkelaar van de sportraad DSSF uit Delft komt terug van de discotheek en kwakt vijf karaoke-dvd’s op de tafel van het werkappartement – of kantoor – van de StuWi-organisatie. “Hoe blij kun je mensen maken met vijf dvd’s?”, zegt hij tevreden. De karaoke was meer dan een succes, vindt hij. “De verzoekjes waren niet bij te houden.”

Voorzitter Hijl knikt, maar zit al met zijn hoofd bij het volgende onderdeel: zo meteen begint de ‘appartementenronde’. “Vraag hoe de busreis is bevallen en of er klachten zijn over het lange wachten op dag één. Door het slechte weer is alles namelijk uitgelopen. Er zijn ook klachten over geluidsoverlast binnengekomen, over mensen die blikjes bier van het balkon afgooien en dat soort dingen. Ik ga wel langs bij de drie appartementen waar het speelt, maar zeg het ook even tegen de anderen: probeer rustig aan te doen als je ’s nachts naar huis gaat. Je kunt uit je appartement worden gezet.”

Aniek Rooderkerken van MUSST neemt enkele ‘Maastrichtse appartementen’ voor haar rekening. In totaal skiën een kleine vijftig Maastrichtenaren mee. Het is koud, de sneeuw kraakt onder onze voeten. We zijn op weg naar huize ‘Maastricht Biertje Vrienden’, een vijftal Duitse UM-studenten. “Hallo?” Ze klopt op de deur. “Ik ben van de StuWi, mag ik even binnenkomen?”, vraagt Rooderkerken als ze voorzichtig de deur van een huisje opent. Geen reactie. Het licht in de slaapkamer en woonkamer is uit. “Hallo?”, probeert ze nogmaals. “Mmmm”, klinkt het vanuit een bed. Student Dominik Senk is wakker. “We wilden even een half uurtje bijslapen, maar dat was twee uur geleden.” Zijn vier Duitse huisgenoten komen op het geluid af. Op de tafel staan lege flesjes bier, lege borden. “Sorry”, grinnikt Martin Moritz met een blik op de rommel. Nou ja, rommel, dit is voor hen normaal, klinkt het opgewekt.

“Of we klachten hebben? Zaterdag hebben we lang op de sleutel moeten wachten, maar over het algemeen is de organisatie perfect.” En de prijs voor de reis - maximaal 350 euro - noemen ze een koopje. “Voor een skipas ben je normaal al veel geld kwijt. En al die extra’s, zoals een foodbox, dat hadden we niet verwacht.” De vijf hebben het skigebied al uitvoerig verkend, ook off-piste. “Zijn er gisteren nog mensen door lawines overvallen?” Daar schrikken ze van. “Echt? Hier?” Maar een minuut later zijn ze dat al weer vergeten.

En de Nederlandse après-ski? “Tja, niet zoveel anders dan de Duitse. Of je nu Viva Hollandia of Viva Colonia zingt.” Alleen vinden ze moeilijker aansluiting. “Ze zijn niet aan niet-Nederlanders gewend. Als je iemand aanspreekt in het Engels schrikken ze en krijg je antwoord in het Nederlands”, zegt Senk. “Misschien is het een idee om nog een borrel voor de internationale studenten te organiseren, want ook vanuit Wageningen zijn er veel buitenlanders, een paar Spanjaarden en iemand uit Israël”, zegt Marije Blanken, secretaris van de StuWi uit Eindhoven, die inmiddels is aangeschoven aan de tafel van huize Maastricht Biertje Vrienden. Waar hun naam vandaan komt? “Slaat die ergens op? Nee? Dat dachten we eigenlijk al.”

“Een borrel voor internationale studenten? Dat zou cool zijn, we zouden zeker komen”, reageert Lena Piepmeier, Duitse student, even later in een ander ‘Duits’ appartement.” Ook dit groepje merkt dat de Nederlanders “samen klitten”, maar dat drukt de pret niet. “Kunnen we nog deelnemen aan de bierestafette morgen”, wil haar studiegenoot Fabian Theymann weten. “Ja, maar jullie hebben nog een vijfde man nodig”, legt Blanken uit. “Geen probleem, nemen we Claudia mee.”

Woensdag 28 januari, 21.00 uur.

Bierestafette in discotheek Le Before & L’After. “Uit Eindhoven”, klinkt het bijna steevast op de vraag waar studenten vandaan komen. Het is druk en warm; 32 teams van telkens vijf mensen nemen het tegen elkaar op om als snelste een biertje achterover te slaan. Team Bodemloze Vaten wint als eerste van Mehzeker. Luid gejuich als de vijfde zijn bekertje leeg heeft en op zijn hoofd zet. Even later is het team van de Maastrichtse studenten Lena Piepmeier en Fabian Theymann aan de beurt. Ze maken geen schijn van kans. Piepmeier haalt lachend haar schouders op: “Ja, wat willen we ook met vier meiden en één jongen.”

“Uit Eindhoven”, roepen ze verderop in Café La Gare. Met een Eindhovense delegatie van 330 mensen vormen ze de grootste groep. “Wat we opmaken deze week? Zo’n 200 euro aan eten en drinken. Nee, met dat foodpakket alleen redden we het niet.” Hebben ze al studenten van andere steden leren kennen? Oud-student Bob uit Eindhoven wel: “Mijn vriendinnetje, nou ja, vriendinnetje, zeg maar scharrel tijdens deze vakantie, studeert in Wageningen. Wacht, wat was haar naam ook alweer?”

Vrijdag 30 januari, 10:00 uur clinic slalom.

“Eerst de biercantus en daarna nog naar het feest.” Voor TUE-student Aldwin is het een zware ochtend. Clinicleraren Rogier en Camiel vatten de koe meteen bij de horens en laten de twintig deelnemers flink opwarmen. “Op je plaats trappelen”, roept Rogier, terwijl iedereen op zijn of haar zware skischoenen huppelt. “Sneller” en “nog sneller”, spoort hij de groep aan. Even later is de groep in tweeën gesplitst en vertrekt Camiel met tien studenten richting de skilift. Boven op de piste vallen de studenten van hun geloof: “Wat? Moet je je schouders niet meer mee bewegen? Zo heb ik het wel geleerd.” Klopt, zegt Camiel, “vroeger was je cool wanneer je met de benen dicht tegen elkaar en de stokken losjes langs je lijf naar beneden zoefde, dat is passé. Nu is het benen op heupbreedte en je armen recht vooruit steken.”

“Jullie skiën te lief, het mag wat agressiever”, zegt hij. “Als je meedoet met slalom dan wil je winnen, toch?” Hij demonstreert met scherpe bochten en hoge snelheid hoe je behendig langs de vlaggetjes op de piste moet manoeuvreren. “Zo! Dat is inderdaad agressief”, klinkt het. Dan zijn de studenten aan zet. De adviezen nemen ze zich gretig ter harte: “Goed door je knieën. Niet met de stokken zwaaien, dansen doen we vanavond in de discotheek.” Aan het eind van de clinic leunen de Maastrichtse studenten Lena Piepmeier en Alina Basdorff tevreden op hun skistokken: “Ik heb echt wat geleerd in twee uur tijd. Ik ga harder de berg af, maar voel me tegelijkertijd veiliger.”

Vrijdag 30 januari, 13.00 uur. Met een rotvaart komt een skiër tot stilstand bovenop een paar ski’s. “Zo, jij doet zeker mee met de kleine slalom”, concludeert iemand droog. “Wie heeft er nog geen rugnummer?” roept Joyce Bouwens, voorzitter van het Nederlandse studenten skikampioenschap. Vanmiddag vindt het onderdeel slalom (groot voor gevorderden, klein voor beginners) plaats. Vijfenzestig waaghalzen hebben zich ingeschreven. De laatste wedstrijdverzekeringen worden ingevuld en iedere deelnemer kan een passende helm uitzoeken. Het is opvallend rustig op de piste en de combinatie veel zon, weinig wind voelt haast voorjaarsachtig aan. “Doet Marije nog mee?”, vraagt Bouwens die haar lijst met inschrijvingen controleert. “Nee, maar mag ik haar plaats innemen?”, wil Tim Mohlmann, bestuurslid van de sportraad Thymos uit Wageningen, weten. Hij komt net aan. Het kan, maar een oefenrit, de rest van de deelnemers is het parcours verkennen, zit er niet meer in. “Geen probleem”, zegt Mohlmann.

UCM-student uit Maastricht Christel van Dael staat al klaar. “Nee, ik heb niet extra geoefend, ik zie wel hoe het gaat.” Van Dael eindigt uiteindelijk als tweede in de grote slalom. De Maastrichtse student Jörg Kattner eindigt bovenaan bij de mannen. Ook Anique Rooderkerken, die meedoet aan de kleine slalom, heeft niet meer geoefend. “In het slechtste geval word ik elfde, dus als je er niet bijschrijft dat er elf inschrijvingen zijn voor de dames, dan klinkt dat best goed.”

Later die dag vertelt een trotse – niet meer al te nuchtere - student in de gondellift dat hij tweede is geworden tijdens het kampioenschap. “Ja, vertel wel even het hele verhaal”, wijst een vriend hem terecht: “Je was tweede bij de kleine slalom, waar maar vier mannen meededen en eentje werd gediskwalificeerd omdat hij viel.” Het mag de pret niet drukken. Trots toont hij zijn medaille die hij om zijn hals heeft hangen en zingt: “Voulez vous coucher avec moi, ce soir”.

Studentenwintersport? Studentenwintersport!

De Studentenwintersport werd voor het eerst georganiseerd in 2002. Een initiatief van de Avalanche Boarders, de wintersportvereniging van de Technische Universiteit in Eindhoven. Destijds gingen 66 studenten mee naar Praloup in Frankrijk. Een jaar later werd de reis omgedoopt tot StuWi: de sportraden van Eindhoven, Groningen, Enschede, Wageningen en Nijmegen organiseerden samen voor 530 studenten een reis naar Le Corbier in Frankrijk. In 2004 sloot Maastricht zich aan en vanaf 2006 namen ook Tilburg, Delft en Leiden deel aan deze jaarlijkse reis. Sinds vorig jaar bestaat de organisatie uit tien studentensteden (Utrecht kwam er als laatste bij) en vertrokken 800 deelnemers naar Les Menuiers in Frankrijk. Dit jaar passeerde StuWi voor het eerst de duizend inschrijvingen. Op 23 januari vertokken zeventien bussen met 1030 studenten naar Valmorel voor een tiendaagse vakantie. Veel verder zal het aantal deelnemers overigens niet oplopen: duizend man is het maximaal haalbare.