’Samen schaatsen is veel gezelliger’

Studenten op toertocht

Kortenhoef, vrijdagochtend half tien. Twee mannen in oranje hesjes dirigeren honderden auto’s naar een weiland langs de weg. Normaal is het hier stil, maar op deze vorstige januarimorgen lijkt het hele Gooi naar dit slaperige lintdorp te zijn gekomen. De bus rijdt weg, zeventien studenten van de Utrechtse studentenschaatsvereniging Softijs zijn uitgestapt. We zijn hier voor de Kortenhoefse plassentocht van 10, 25 of 40 kilometer.

Bij de kassa betalen we vijf euro en wachten geduldig in een lange rij voor we het ijs op kunnen. Drieduizend mensen doen vandaag mee aan de toertocht, gisteren waren het er zesduizend.

De meeste Softijsstudenten hebben gekozen voor veertig kilometer, zelfs de beginners. Veertig kilometer lijkt een afstand, maar is dat niet, zo vindt een beetje schaatser. Ook derdejaars farmaciestudent Erik de Jong gaat voor veertig, al heeft hij eergisteren zijn hand gebroken tijdens een rampzalige toertocht in Aarlanderveen waar mensen langs de kant hun kleren stonden uit te wringen, omdat ze door het ijs waren gezakt. Grinnikend houdt hij zijn ingegipste, met grote oranje want bedekte, rechterhand omhoog: “beetje onhandig, ik kan m’n schaatsen niet zelf onderbinden”. Het is geen probleem met zoveel helpende handen.

Het weer is zoals je het wenst op een natuurijstocht: stralende zonneschijn, weinig wind en alle bomen en struiken witberijpt. We beginnen rustig op wat smalle sloten. De schaatsers bewegen als in een mierenhoop door elkaar: oude mannen in dikke ribbroeken, kleine kinderen op ijshockeyschaatsjes en lange slierten tienermeisjes in disco-outfit die strompelend het ijs over de volle breedte bezetten. Moeiteloos bewegen de, vaak in trainingspak gestoken, snellere schaatsers zich door de bonte menigte.

Bij de eerste stempelpost zoeken we onze kaart en wachten in de rij. Sommige Softijsleden schaatsen de post voorbij. Hoe zit dat? “Stempelen is voor oude mannen” zegt iemand lachend. Verder maar weer over de sloten en kreekjes waar we onbegrijpelijke rondjes draaien door het plassengebied rondom Kortenhoef om aan onze kilometers te komen. De blikkerende zon op het ijs, het kroikkroikgeluid van de schaatsen, de steeds maar doorgaande beweging van de heupen en het weidse uitzicht op riet en plas werken hypnotiserend en rustgevend op hoofd en lijf.

Pas na tien kilometer splitst de Softijsgroep zich in kleinere groepjes snellere en langzamere rijders. Opvallend is de vriendelijke sfeer. De betere schaatsers gaan niet voor snel maar blijven bij elkaar, ook als die een lager tempo hebben. “Samen schaatsen is veel gezelliger. Als je snel kunt, houd je je gewoon in” zegt Wies van Winsen, vierdejaars psychologiestudent. Zelf is ze vrij fanatiek en doet dit jaar voor het eerst zelfs mee met wedstrijden. Wies: “Bij natuurijstochten gaat het niet om snelheid. Dat kan niet eens met al die mensen op het ijs. Schaatsen op natuurijs is het echte werk. Het is oerhollands: de wind, de zon, het geluid van de schaatsen op het ijs. Als er vroeger natuurijs was, stond ik er van vroeg tot laat op.”

Na een paar uur nemen de scheuren in het ijs fors toe en de valpartijen ook. Maar de geoefende Softijsspieren houden zich goed. Geen wonder, ’s winters trainen de studenten elke week op de Vechtsebanen, de rest van het jaar fietsen, skeeleren en hardlopen ze. Voor zo’n tochtje als dit draaien ze hun hand niet om. Hoewel niet iedereen even fanatiek is. Nina van Houten, vierdejaars verpleegkunde: “Schaatsen is eigenlijk niet mijn hobby. Ik vind het vooral gezellig bij Softijs.” Hoe komt ze daar terecht als ze niet van schaatsen houdt? “Nostalgie misschien. Ik houd niet van kou maar toen ik één was, ben ik al op schaatsjes gezet. Hoewel, ik ging zondag even in het Wilhelminapark schaatsen en daar ben je met twee slagen aan de overkant van de vijver. Niks aan, misschien vind ik het leuker dan ik dacht.”

Rond half een is het grootste deel van onze groep terug bij het beginpunt waar vrolijke ijsbaanmuziek à la Johnny Jordaan uit de luidsprekers schalt. Iedereen kijkt innig tevreden. “Geweldig. Hier wordt ik oprecht gelukkig van” zegt Rick Hendrix afgestudeerd, werkt bij het KNMI, uit de grond van zijn hart. “Nu weet ik weer waarom we dat altijd doen met die rondjes” zegt Nina, die blij is dat ze vanmorgen haar bed is uitgekomen. Iedereen is ongeschonden, al heeft Antonie Harteveld materiaalpech: zijn schaats heeft het halverwege de tocht begeven. “Spontane klapschaats” zegt hij, “vanmiddag even laten repareren want morgen wil ik weer het ijs op. Hij is hoofd ICT bij Diergeneeskunde en net als Rick niet-studentlid van Softijs. De verhouding niet-student/student bij Softijs is 20-80, zelfs niet-medewerkers van de UU kunnen lid worden.

Zoals overal op dit moment in schaatsend Nederland gonst ook hier het E-woord. Als de tocht der tochten dit jaar nog gereden wordt, zal Antonie niet meedoen. “ Uitgeloot” zegt hij laconiek. Grijnzend: “volgend jaar doe ik mee”. Zijn langste tocht op natuurijs is honderdvijftig kilometer. De meeste Softijsleden doen het wat kalmer aan. Derdejaars geologiestudent Viola van Onselen is nog maar drie maanden lid van Softijs en heeft vandaag veertig kilometer geschaatst. Hoe kan dat? “Goed les gehad. Gisteren ook al dertig.” Ook Linda van Roy, vijfdejaars biogeologie, is pas drie maanden lid. Geen last van de spieren? “ Jawel. Eergisteren ook al dertig geschaatst.” Gaat ze morgen weer? Morgen is het EK in Heerenveen, en daar gaan de meeste van de hier aanwezige Softijsleden naar toe. Wies gaat schaatsen “veel leuker, 75 kilometer bij Kinderdijk”. Ze is niet de enige. Een groep jongens stopt de hoofden bij elkaar boven de kaart: de tocht voor morgen wordt vast uitgezet. De Ubladverslaggever koestert haar medaille voor 25 kilometer.

USSV Softijs

Utrecht kreeg in 1970 een kunstijsbaan, mede dankzij een grote particuliere gift die was ingezameld door de Utrechtse bevolking. Utrechtse studenten hadden hier flink aan meegeholpen. Als dank daarvoor kregen ze hun eigen uur op de ijsbaan. In 1975 ontstond hieruit een studentenschaatsfederatie, sinds 1986 is dit de Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs.

Softijs begint het seizoen meestal met 160 leden en eindigt het met ongeveer 200. ‘s Winters trainen ze elke woensdagavond in de Vechtsebanen op acht verschillende niveaus, de rest van het jaar fietsen, skeeleren en hardlopen ze. Ze gaan samen op kamp, doen gezellige dingen en borrelen maandelijks in het Pandje.

Info: www.softijs.net

Do’s en don’ts bij schaatsen op natuurijs, voor als het weer gaat vriezen

Ga nooit alleen op pad

Zorg bij felle koud voor extra bescherming

Zorg voor goed passende schaatsen

50 minuten schaatsen 10 minuten rust

Eet en drink voldoende

Kijk uit voor windwakken, vooral bij laagstaande zon

Kijk uit bij bruggen, vogels, riet, waterplanten en overhangende takken van bomen. Daar is het ijs in de meeste gevallen onveilig

Controleer de ijsdikte. IJs dunner dan 8 cm is gevaarlijk

Schaats nooit in het donker

Opletten als de kleur van het ijs verandert

Pas op bij mist, afvoerplaatsen van industrie, plaatsen waar waterwegen op elkaar uitkomen, vaargeulen en opgekruid en daarna vastgevroren ijs

Als je toch door het ijs bent gezakt en eronder bent geschoten: zwem naar de donkere plek toe, hier ben je erdoor gegaan. Bij besneeuwd ijs juist naar het lichte gedeelte zwemmen

Wat neem je mee?

Rugzakje met

schaatsbeschermers (om te klunen)

eten en drinken

droge kleren (in plastic zak)

basis EHBO-materiaal

een aluminium dekentje

En voor het grijpen: een stuk touw en een ijspriem. Hiermee kun je uit het water klimmen als je door het ijs zakt.

Zie ook Links naar websites over schaatsen op natuurijs

www.schaats.startpagina.nl

www.schaats-en-skate.nl

www.ekkel.com

www.natuurijsschaatsen.nl