'Aan gesprekken over seksueel misbruik heb ik erg moeten wennen'



'Aan gesprekken over seksueel misbruik heb ik erg moetenwennen'

Melina Zuketto is studente Psychologie, haarspecialisaties zijn Ontwikkelings- en Jeugdpsychologie. Melinawerkt sinds vorig jaar september bij de kindertelefoon van de regioUtrecht.

"Ik draai nu telefoondiensten bij de kindertelefoon. Voordat ikachter de telefoon mocht zitten, heb ik eerst een interne opleidinggevolgd. Daarin komen allerlei thema's aande orde en je leertgesprekstechnieken. Je leert vooral dat je kinderen serieus moetnemen.

"De kindertelefoon heeft als doelgroep kinderen van acht totachttien jaar. De jongere kinderen bellen minder dan de oudere.Voor meisjes ligt de piek rond de twaalf jaar en bij de jongensrond hun zestiende. De jongens bellen vooral met vragen overseksualiteit. Over het algemeen zijn de vragen heel verschillend.Sommige kinderen bellen omdat ze een nieuw konijn hebben en er geennaam voor kunnen verzinnen. Anderen bellen over verliefdheden, dievragen dan hoe je verkering met iemand kan krijgen. We leggendingen uit en stellen vragen. Ik geef nooit adviezen.

"Ik wilde iets doen in het verlengde van psychologie want ik willater psychotherapeut of gezondheidspsycholoog worden. Daarvoormoet je een post-doctorale opleiding volgen. Om in aanmerking tekomen voor die vervolgopleiding is het nodig dat je ervaringopdoet. De kindertelefoon is een hele mooie opstap. Het is een vormvan hulpverlening. Het zijn soms zware thema's die langskomen:seksueel misbruik, kinderen die mishandeld worden of een kind datvanaf het station belt en vertellen voor welke trein ze zich gaangooien.

"Aan de gesprekken over seksueel misbruik heb ik heel erg moetenwennen. Je eigen gevoel van machteloosheid en onmacht moet je lerenloskoppelen. Je moet er voor het kind zijn en luisteren. In hetbegin barstte ik wel eens in tranen uit na zo'n gesprek. Maar jewent er tot op zekere hoogte aan. Gelukkig zijn niet alletelefoontjes zwaar en je werkt altijd met collega's waarbij jestoom kunt afblazen.

"Ik hoop altijd dat je bij kinderen nog dingen kunt veranderen.Bij volwassenen zijn patronen vaak structureel; die zijn al meeringesleten. Ik wil graag kinderen helpen omdat ik erg de behoefteheb om te zorgen dat ze het beter krijgen. Het kind kan bij mij z'nverhaal kwijt. Ik laat zien dat er nog iets voor ze is, dat ze nogergens naar toe kunnen. Als een kind ophangt en je hebt 'mgeholpen, dat is sowieso een leukgevoel."

J v/d G