'Achterstand allochtone leerlingen geen voldongen feit'

Dat concludeert sociaal wetenschapper Dieneke de Ruiter op basis van een onderzoek naar de dagelijkse praktijk op twee 'zwarte' basisscholen. In het rijk met pakkende citaten gelardeerde proefschrift The merry-go-round of disadvantage zoekt de promovenda naar een verklaring voor het feit dat alle goedbedoelde pogingen van de twee scholen om iets te doen aan de onderwijsachterstand van allochtone leerlingen, falen.

Hoofdoorzaak is naar haar mening dat onderwijsachterstand in wetenschap en beleid vooral wordt gezien als het gevolg van een 'opvoedingsdeficit' in allochtone gezinnen. Daardoor komen 'zwarte' leerlingen de school al met een achterstand binnen, hebben zij relatief veel gedragsproblemen en zijn de ouders weinig betrokken. "Uiteraard zit daar een kern van waarheid in", zegt de Ruiter, die vrijdag 30 mei op haar onderzoek promoveert, "maar wij creƫren de tekortschietende leerling ook zelf door de veronderstelling dat diens prestaties uitsluitend zijn te beoordelen op basis van individuele inzet en intelligentie."

"Bovendien wordt te weinig aandacht besteed aan de rol van de leerkracht. De activiteiten om onderwijsachterstanden terug te dringen zijn daardoor onvoldoende afgestemd op de diversiteit en complexiteit van de interacties tussen leerkrachten, leerlingen en hun ouders". Tot welke problemen dat kan leiden, illustreert De Ruiter als volgt: "Ik heb meegemaakt dat moeders een taalcursus Nederlands volgden, terwijl de leerkrachten geen enkele poging deden om die moeders vervolgens ook een rol in de school te laten spelen. Er zat echt geen kwade opzet bij, maar het gevolg was wel dat een allochtone moeder me vertelde: "Ik kan nu in ieder geval verstaan dat 'blanke' moeders wel voor activiteiten worden gevraagd en ik niet."

EH