Algemene letteren als voorloper van de bama

Vader Thijs Pollman neemt afscheid van universiteit

Xander Bronkhorst, fotografie Maarten van den Haak

"Bewonderenswaardig standvastig", zo kenschetst prof.dr. Wolfgang Herrlitz collega Thijs Pollmann die morgen zijn afscheidscollege houdt. Herrlitz zag van nabij hoe Pollmann als coördinator heeft moeten vechten tegen het verzet en de vooroordelen omtrent de opleiding algemene letteren, in 2000 omgedoopt tot taal- en cultuurstudies. "Sommige mensen hadden hele denigrerende opvattingen. Over algemene letteren, maar ook over Thijs zelf."

Algemene letteren deed in 1984 zijn intrede toen alle letterenfaculteiten in het land door de grote bezuinigingsoperaties schudden op hun grondvesten. De nieuwe opleiding had een onderwijsconcept dat uitging van grotere keuzevrijheid voor studenten. Ministerie en college van bestuur zagen hierin nieuwe perspectieven voor de noodlijdende letteren. Pollmann was de trekker van het initiatief.

Op dat moment verkeerde iedere wetenschapper met zijn eigen beperkte vakgebied nog in 'splendid isolation'. Studenten werden bij de poort aan de hand genomen en geleid naar één van de meer dan honderd afstudeerrichtingen. Gedreven door zijn grote zorg over de arbeidsmarkt voor letterenstudenten wilde Thijs Pollmann die situatie doorbreken: "De letteren hadden zich buiten de maatschappelijke werkelijkheid geplaatst, werkgevers en veel studenten keerden zich af van de grote faculteiten die slechts opleidden tot leraar of onderzoeker."

Dat hij bij de invoering van algemene letteren verzet zou ontmoeten, lag volgens hem voor de hand. "Algemene letteren werd gezien als doekje voor het bloeden. Terwijl overal zaken werden afgebroken moest worden meegewerkt aan iets wat velen toch als holle nieuwlichterij zagen." Toch erkent Pollmann dat de kritiek soms moeilijk te verdragen was. "Het doet vooral pijn wanneer je valse motieven worden aangewreven, wanneer gezegd wordt dat je de klassieke faculteit kapot wilt maken."

Met algemene letteren plaatste Pollmann een zogenoemd convergent onderwijsmodel naast het heersende divergente model. Studenten moesten zich vanaf het begin breed kunnen oriënteren om vervolgens zelf een gedegen keuze te maken voor een afstudeerrichting. Voorwaarde voor het welslagen van algemene letteren was dat de onderwijsorganisatie van de letterenfaculteit flink op de schop ging. Het onderwijsprogramma werd ingericht in korte modules. Er moest immers wel iets te kiezen zijn. Het leidde tot de affichering van algemene letteren als "cafetaria-model", waarbij her en der wat "gesnackt" werd. Pollmann: "Een idioot vooroordeel. Studenten zijn zeer goed in staat weloverwogen keuzes te maken. Die kiezen niet voor de gemakkelijkste weg."

Volgens de kersverse hoogleraar taal- en cultuurstudies Berteke Waaldijk is die scepsis over de brede opleiding vrijwel verdwenen. "Vooral omdat het zo goed is gegaan. We trekken veel studenten. Bovendien blijken die in hun studieresultaten niet onder te doen voor andere letterenstudenten. Ze nemen, door de multidisciplinaire aanpak, vaak zelfs wat extra's mee." Dat de opleiding in tegenstelling tot andere initiatieven uit die tijd, het heeft overleefd is volgens haar niet in de laatste plaats te danken aan Pollmann. "Een kalme man, maar ten diepste bevlogen. Hij was ervan overtuigd dat je studenten de regie kunt geven over de eigen studie. Ik zie dat als de belangrijkste erfenis van Thijs."

De paradox wil dat algemene letteren en de herschikking van het onderwijs uiteindelijk zelfs als redding van de klassieke vakken moet worden gezien, zo stelt Wolfgang Herrlitz. Algemene letteren was inderdaad een studententrekker, gemiddeld een kwart van de totale lettereninstroom kiest voor die opleiding. En dat zijn allemaal studenten die aanschuiven bij de oude disciplines, waardoor deze zich kunnen handhaven. "De grote verdienste van algemene letteren is dat het zich nooit, zoals elders wel is gebeurd, als een concurrent voor de bestaande opleidingen heeft opgeworpen, integendeel."

Maar Herrlitz roemt vooral de samenballing van onderzoeksgebieden in specialisaties. "Daarmee werd alle letterenstudenten uitzicht geboden op een samenhangend afstudeertraject. Veel van de specialisaties waren interdisciplinair. Met specialisaties die zich richten op vertalen, educatie of management werd veel beter de link gelegd met het beroepenveld. Dat was nieuw. In de huidige masters wordt daarop voortgeborduurd."

Voor Waaldijk staat vast dat de brede letterenopleiding heeft meegeholpen de weg te banen voor het Utrechtse 'vraaggestuurde' bama-stelsel. "Het is in elk geval geen toeval dat zo'n didactische vernieuwing hier in Utrecht kan slagen. taal- en cultuurstudie's, het University College en de nieuwe liberal arts-opleiding, ze laten zien dat het kan werken."

Ook Thijs Pollmann weet dat hij in twintig jaar veel terrein heeft gewonnen. "Ik zie het als grote winst dat nu buiten discussie staat dat veel studenten het prettig vinden de vrije hand te hebben in hun opleiding en dat een universiteit aan die wens tegemoet kan komen." Hij herkent in de bama zeker aspecten van algemene letteren, vooral ook in de organisatie van het onderwijs. Toch zet hij zijn kanttekeningen. "Het algemene uitgangspunt is dan misschien wel dat studenten de mogelijkheid krijgen hun studie naar eigen inzicht in te delen. Maar ik zie dat bij veel opleidingen de vrijheid pas aan het einde van de studie zit. Er zijn nog steeds veel onderzoekers die de studenten graag willen vormen naar hun beeld en gelijkenis."

Thijs Pollman, die met emeritaat gaat, geeft vrijdag 15 oktober, een afscheidscollege in de Aula van het Academiegebouw. Aanvang 16.15 uur.