analyse

Discussie over reglement Rebofaculteit nadert apotheose

Woensdag 25 april wordt een spannende dag voor de bestuurlijke toekomst van de UU. Op die dag buigt de faculteitsraad van Rebo (Rechtsgeleerdheid, Economie, Bestuurs- en Organisatiewetenschap) zich over de vraag of zij kan instemmen met de door het college van bestuur gewenste veranderingen in het concept-bestuursreglement van de faculteit. Een bevestigend antwoord betekent dat Rebo ruim twee jaar na de formele voltooiing van de operatie-Bestuurlijke Vernieuwing eindelijk in de pas gaat lopen met de zes andere Utrechtse faculteiten, maar gezien de sfeer in de faculteit is het nog lang niet zeker dat de benodigde instemming er komt.

Al meer dan een jaar vormt de mate van autonomie van de drie departementen binnen Rebo het hete hangijzer in de discussie over de toekomstige bestuurlijke organisatie van de faculteit. In de visie van collegevoorzitter Yvonne van Rooy is de UU het meest gebaat bij een organisatievorm waarin de faculteitsdecanen de volledige zeggenschap hebben over de inrichting van het onderwijs en het onderzoek in hun faculteit. Voor de hoofden van de departementen is in die visie nog maar een bescheiden rol weggelegd.

Met name in de nieuwe faculteiten, die zijn ontstaan uit tot voor kort zelfstandige onderdelen, stuitte dit bestuursmodel op weerstand. In de faculteiten Bèta- en Geesteswetenschappen wisten de decanen Van Koten en Van den Akker het verzet betrekkelijk snel te breken, maar in de Rebofaculteit liggen de kaarten anders. Daar was al voor de samensmelting tot één faculteit sprake van collegiale samenwerking tussen de drie decanen. Faculteitsdecaan Dorresteijn maakte er dan ook geen geheim van dat hij weinig behoefte had aan de door het college van bestuur gewenste centralisatie. Hij stuurde eind vorig jaar met instemming van zijn faculteitsraad een concept-reglement naar de Heidelberglaan, met daarin een grote mate van zeggenschap voor de departementshoofden. Na langdurig overleg heeft het college van bestuur nu besloten dit reglement niet te accepteren. Deze week kregen de raadsleden een gewijzigde versie toegestuurd met daarin de door het college gewenste bescheiden rol voor de departementshoofden.

Omdat het gaat om 'meer dan marginale' wijzigingen zal Dorresteijn, die in een begeleidend schrijven meedeelt dat hij met het gewijzigde concept heeft ingestemd, het reglement volgens afspraak opnieuw aan zijn raad voorleggen. Bij een eerdere bespreking maakten verschillende raadsleden duidelijk de door het college gewenste organisatiestructuur voor hun faculteit onwerkbaar te achten en de grote vraag is dan ook hoe zij nu zullen reageren. In de vergadering van hun onderdeelscommissie lieten verontwaardigde vertegenwoordigers van Economie er deze week geen misverstand over bestaan dat hun faculteitsdecaan woensdag het nodige heeft uit te leggen. Adriaan Dorresteijn wacht een lastige week.