Anorexiapatiënten langer behandelen

Jeugdpsychiater Annemarie van Elburg promoveerde dinsdag op haar proefschrift over indicatoren van herstel van patiënten met Anorexia nervosa. Uit het onderzoek komt naar voren dat blijvend herstel moeilijk is te voorspellen. "Toch heeft mijn team vooruitgang geboekt."

Van Elburg volgde 61 vrouwen die lijden aan de vermageringsziekte. Het ging om een groep adolescenten en een groep jonge vrouwen van in de twintig. Elke twee weken van het eerste jaar keek Van Elburg naar veranderingen in onder meer lichaamsgewicht, hormoonhuishouding en stemming van de vrouwen. Na vijf jaar sprak ze ze alle 61 vrouwen opnieuw. Deze methode maakt het onderzoek uniek.

"Wat ons heel duidelijk is geworden, is dat je tijdens een behandeling niet uitsluitend moet kijken naar het gewicht. Vaak moeten vrouwen als het gewicht niet snel genoeg toeneemt, stoppen met de behandeling omdat behandelaars dat duiden als gebrek aan motivatie." Door naar meer factoren te kijken, is vooruitgang te ontdekken. "Een belangrijke ontdekking van het onderzoek is dat door het meten van het hormoon AMH bij gewichtstoename, te voorspellen valt welke vrouwen weer zullen gaan menstrueren in een jaar. Menstrueren duidt op vooruitgang."

"Daarnaast is komen vast te staan dat het accent op de psyche niet voldoende is. Sommige patiënten voelen zich psychisch beter als ze iets lichter worden, en sommige behandelaars volgen hen daar in zekere mate in, maar uit ons onderzoek blijkt dat afvallen niet de juiste weg is. Zonder fysiek herstel is er geen psychologisch herstel, maar psychologisch herstel volgt niet vanzelfsprekend als de vrouwen weer op gewicht zijn. Daarom pleit ik ook voor een langer behandeltraject, vaak is het zo dat volwassen patiënten na een jaar intensieve behandeling geen poliklinische nazorg meer krijgen."

Van de 61 vrouwen waren na vijf jaar 36 vrouwen fysiek hersteld, bijna eenzelfde aantal had nog steeds anorexia of een andere eetstoornis. Bijna de helft van de deelnemers kampte nog met psychische klachten, meestal depressie of angst. Zeventig procent had nog een vertekend beeld van het eigen lichaam.

GK