'Badminton vinden mensen vaak een beetje sneu'
Vermoedelijk is het met name het 'camping-imago' waar de sportonder lijdt. Welke kampeerder kent het niet: even een potjeshuttelen voor het eten. Ook op de 'nationale badmintonsite'(http://www.badmintonsport.nl)blijkt men zich bewust van de watterige uitstraling van de sport.Op de welkomstpagina - onder het kopje "Veel Gestelde Domme Vragenover Badminton"- wordt onmiddellijk de aanval geopend op devooroordelen die rond badminton bestaan.
Zo valt er te lezen dat er (bij de profs) shuttlesnelheden zijngemeten van 280 kilometer per uur. En weten wij wel datbadmintonners zo'n beetje twee keer de afstand afleggen dietennissers tijdens een wedstrijd lopen, in de helft van despeeltijd? Maar ja, als vervolgens diezelfde site op de funpagina's- die overigens zeer de moeite waard zijn - het'nudistencampingbadminton' onder de aandacht brengt, en er ook telezen is dat de Viva-lezeres graag badmintont op het strand om haarfiguur te behouden, dan wordt toch duidelijk dat het niet allemaaltopsport is, wat de badmintonklok slaat.
Ook op Olympos zijn hiervan voorbeelden te vinden. Een kijkjebij de zogenaamde 'instuifuren' voor het pluimbal-gebeuren geefteen soms ontluisterende kijk op de sport. Zo kan het gebeuren datde belangstellende toeschouwer een speler bijna ziet omvallen, ineen poging een shuttle te slaan die aan de backhandzijde terechtkomt. Ook wil het wel eens voorkomen dat er gejuich losbarst nadateen shuttle daadwerkelijk de andere zijde van het net heeftbereikt. Lekker bewegen, het dondert niet hoe, lijkt hetvoornaamste motto.
Keimakkelijk
"Dat is nou juist het leuke van badminton, dat je je kuntuitleven, zonder dat je heel veel techniek hoeft te hebben", leggen'instuifbezoekers' Ineke van der Linden en Inge Sanders uit. Vander Linden ziet de instuif als een ideale manier om "gezamenlijkindividueel te sporten". "Ik wil me niet vastleggen optrainingsavonden of competitiedagen. Maar als je echt een puurindividuele sport gaat doen, dan haak je toch sneller af, omdat jegeen zin hebt, of moe bent".
Jessica Topelen en Dennis Martens gaan wekelijks echt voor delol. "Het is een leuke manier om een clubje vrienden te zien".Jessica, naar eigen zeggen de slechtste van het groepje waarmee zespeelt, kan daar niet mee zitten. "Nee, hier heb ik echt zoiets van'boeien', als ik weer verlies. Bij mijn 'echte' sport, squash, benik veel fanatieker".
Karen Boelhouwer en Talitha Kotterink, ook geregelde bezoekstersvan de instuif, zien dat heel anders. Zij worden juist welfanatiek, zeker als ze partijtjes spelen. Dat is dan ook de redendat zij niet al te vaak potjes tegen elkaar spelen. "Dat is niet zobevorderlijk voor de gezelligheid", bekennen ze. Overigens kennenook zij de vooroordelen jegens badminton. "Als je tegen mensen zegtdat je badmintont, vinden ze dat vaak een beetje sneu", vertellenze.
Is dat nou niet frustrerend, als er zo tegen je sport wordtaangekeken, terwijl je er zelf heel serieus mee bezig bent? NeeltjeWillems, studente Biomedische Wetenschappen en speelster op het eenna hoogste niveau bij B.K.2000 uit Arnhem, traint gemiddeld zevendagen per week. Ze kent ze wel, de grappenmakers die haar sportonmiddellijk associeren met de camping en er vanuit gaan dat hetdus "keimakkelijk" is. Maar ze kan er verder niet mee zitten. "Weetje wat nog het ergste is? Als je zelf op de camping bent, danshuttle je net zo hard mee. Het is gewoon zo, buiten kun je nietecht badmintonnen, dan heeft de wind veel te veel invloed."
Ook het vrijblijvende gestuntel op sommige badmintonbanen stoorthaar niet in het minst. "Ik weet nog goed hoe ik zelf begonnen ben.Toen was ik ook gelukkig als die shuttle aan de andere kant van hetnet terecht kwam. Ik vind het alleen maar leuk als mensen hetproberen en er lol in hebben". Wel vindt ze voor zichzelf datkennis van de techniek het spelletje leuker maakt. Omdat je danbijvoorbeeld leert hoe je een 'schijnslag' slaat. "Dan lijkt hetalsof je hem ver het veld in gaat slaan, een 'clear' heet dat, maardan wordt het een dropshot, kort achter het net".
Als je die schijnslagen niet beheerst, dan wordt het op hoogniveau moeilijk om te scoren. Tegenspelers zijn snel genoeg, en dussta je dan vaak eindeloos lang de bal over te spelen, aldusWillems. Olympos-trainster en voormalig eersteklassespeelsterDanille Kolfschoten denkt dat daar ook juist een misverstandvandaan komt. "Op hoog niveau ziet het er simpel uit. Het lijkt ofdie spelers nooit heel moe kunnen worden, omdat ze in twee of driestappen bij de shuttle zijn. Maar in feite moet je heel explosiefkunnen bewegen om zo te spelen".
Niks mieterigs aan dus, eigenlijk. En wie daarvan nog nietovertuigd is kan altijd zelf surfen naar de badmintonsite. Om telezen hoe het Paul de Leeuw is vergaan na zijn opmerking. En zichdaarna op te geven voor een potje badmintonnen tegen ArnonGrunberg, bijvoorbeeld.
Jurgen Swart