Balkenende pareert kritiek op innovatieplatform

De kritiek op het Innovatieplatform is de laatste tijd niet mals. “Laten we het in vredesnaam nooit meer hebben over kenniseconomie. En het Innovatieplatform? Zo snel mogelijk opheffen dat ding.” Zo besluit economieredacteur Frank Kalshoven zijn vernietigende column in de Volkskrant van 21 februari, waarin hij de vloer aanveegt met Frans Nauta van Nederland Kennisland (secretaris van het Innovatieplatform) en zijn ‘opportunistische fellowtravellers’.

Met die laatste doelt hij op ‘kamerleden, politieke partijen, ministers, een premier, wetenschappers, topbestuurders van grote ondernemingen, ambtenaren en universiteitsbestuurders’. De ironie wil dat degenen die op het Innovatieplatform aandrongen, voortdurend tamboereerden op het credo ‘geen woorden maar daden’. Nu zij zelf in het platform zitten, krijgen ze dezelfde aansporing te horen.

Maar volgens Balkenende timmert het platform wel degelijk aan de weg. Hij noemt de inhoudelijke bijdrage aan het Wetenschapsbudget, waarin het kabinet eind 2003 zijn visie op het wetenschappelijke onderzoek formuleerde. Zo heeft het Innovatieplatform geadviseerd over de verdeling van de extra 185 miljoen euro voor kennis en innovatie.

Ook bij de introductie van de TechnoPartner-regeling en het Deltaplan bèta/techniek heeft het Innovatieplatform een belangrijke rol gespeeld, evenals bij de formulering van het innovatiebeleid in de zogeheten Innovatiebrief van de ministeries van EZ en OCW.

Balkenende geeft het Innovatieplatform ook de credits voor de doorbraak in de discussie over snellere toegang tot ons land van buitenlandse kenniswerkers. Er komt één loket, één procedure en één document, én verlaging van de leges.

Twee weken geleden heeft het Innovatieplatform gepleit voor meer uitwisseling van onderzoekers tussen bedrijven en kennisinstellingen, bijvoorbeeld in de vorm van stages of promotieplaatsen. Het platform beveelt aan om hiervoor eerst een experiment te starten. Balkenende zegt toe dat de ministers van EZ en OCW hierop spoedig met een reactie komen.

Om aan de kritiek op de onzichtbaarheid tegemoet te komen, zal de website van het Innovatieplatform nog deze maand eindelijk online gaan. Ook zullen leden van het platform en medewerkers van het projectbureau de komende tijd gesprekken voeren met uiteenlopende groepen uit de samenleving. De brief noemt daarbij onder anderen scholieren, docenten, studenten en onderzoekers.

HOP