BAMA: De discussie


PROPEDEUSE

Moet de propedeuse blijven bestaan?

Simon Cook, docent Engels:

"Als het bachelordiploma wordt ingevoerd, mag de propedeuse watmij betreft verdwijnen. Ik geloof er niet in dat je al na n jaarkunt beslissen wat je hoofdvak moet worden. In een breed opgezetbachelor-programma heb je drie jaar de tijd om naar een keuze toete groeien. Dat werkt veel beter. Een tegenargument kan zijn dat depropedeuse een goed moment is om te beoordelen of iemand hetuniversitaire niveau wel aankan. Maar het nadeel is dat je dan aleen jaar hebt verspeeld. Dan prefereer ik het Engelse systeem, waaraan de hand van je eindcijfers op de middelbare school en eeninterview wordt bepaald of de universiteit van jouw keuze jetoelaat. Dat is dezelfde soort selectie als in de Nederlandsepropedeuse, maar dan op een zinnig moment."

Pieter Hooimeijer, hoogleraar demografie:

"Ik hecht zeer aan de propedeuse. In de eerste plaats vanwege deverwijzende functie. Wij krijgen bij Ruimtelijke Wetenschappenstraks drie bachelor-programmas en wij gaan het studenten dieverkeerd hebben gekozen, mogelijk maken om na een jaar te switchen.Daarvoor is de propedeuse een uitgelezen moment. Daarnaast vind ikhet nuttig om beginnende studenten een punt te geven waar zenaartoe kunnen werken. Drie jaar is wel heel lang om te overzien.Ik zou er niet voor zijn om hier de Engelse opzet over te nemen.Daar is men in Engeland zelf trouwens ook niet onverdeeldenthousiast over. Ik hecht aan ons uitgangspunt dat een vwo-diplomatoegang geeft tot een academische studie. Maar dat werkt alleen alsje studenten een samenhangend en helder gestructureerd programmaaanbiedt met daarin na n jaar een duidelijk herkenbaar moment vanbezinning op hun keuze."


VERNIEUWING

Zal er door de invoering van het bachelor-masterstelsel echt iets veranderen?

Arjo Klamer, hoogleraar cultuureconomie in Rotterdam inde Volkskrant van 11 november:

"Ik heb geen reden veel van die Bologna-verklaring teverwachten. De universiteiten zullen alles bij het oude laten. Dehuidige kandidaats zal zich straks bachelor noemen en dedoctorandus tooit zich over een jaar of vijf met de veren van demaster. Maar de status quo zal er niet wezenlijk door veranderen.In de ons omringende wereld mag de bachelorfase dan drie jaarbeslaan en de masterfase twee jaar, de Nederlandsealfa-gammafaculteiten zullen proberen het hele traject in vier jaarte proppen. Evenmin wordt de gelegenheid aangegrepen de masterfasevoor te behouden aan de goede student met wetenschappelijkeaspiraties. Als vanouds worden alle studenten die tot het eerstejaar worden toegelaten, geacht het volledige traject op enig momentte doorlopen."

Jan Veldhuis, voorzitter van het college van bestuur vande Universiteit Utrecht:

"Wat een onzin. Professor Klamer bevindt zich blijkbaar niet inde mainstream van de wetenschappelijk docenten die de invoering vanbachelor-master willen aangrijpen om een aantal vernieuwingen inhet onderwijs waar zij al jaren mee bezig zijn, een paar forsestappen verder te brengen. In Utrecht gaan wij de invoeringbenutten om niet alleen de vorm maar ook de inhoud van onsonderwijs verder te vernieuwen. Daarmee bedoel ik in de eersteplaats een meer expliciete en bredere academische vorming in debachelorfase, verbetering van het studierendement en meermobiliteit van studenten, nationaal, en zeker ook internationaal.Bovendien willen we een duidelijke differentiatie in de masterfasetussen programma's die onze wetenschappelijke Nachwuchs zullenvoortbrengen en programma's die studenten voorbereiden op hetbekleden van maatschappelijke functies opacademisch/wetenschappelijk niveau. Verder zal de masterfaseselectief toegankelijk worden, dat wil zeggen dat niet iederestudent ieder masterprogramma kan gaan doen. Die selectie geldtniet alleen voor de masterprogramma's die gericht zijn op hetopleiden vanwetenschappelijk onderzoekers. Ik voorzie dat eenaantal van onze meest selectieve (top)masters ook gericht zullenzijn op beroepsuitoefening buiten de wetenschap.Tenslotte zullen wein het onderwijs de student meer centraal stellen in plaats vanvooral het curriculum en actieve leervormen te hanteren.

Het zijn allemaal vernieuwingen waar we in de universiteit allangere tijd mee bezig zijn, en die de facto dikwijls afgeremdwerden door de huidige structuur van het onderwijs. Die is er nogte veel op gericht om iedere aankomend student in een bepaalde(sub)discipline op te leiden tot een geleerde in de dop, enontmoedigt studenten om over de grenzen van het vak te kijken."


HOGESCHOLEN

Moeten hogescholen ook masterprogramma's kunnenaanbieden?

Hans Adriaansens, dean van het University CollegeUtrecht:

"Een van de grote problemen in het hoger onderwijs is dat hetverschil tussen universitair en hoger beroepsonderwijs gaandeweg isverwaterd, mede omdat universiteiten in hun jacht op studentensteeds meer beroepsachtige studies zijn gaan aanbieden. Deinvoering van een bachelor-masterstelsel geeft ons de kans om vanzulke waterige compromissen af te komen en om het oorspronkelijkeideaal van de universiteit weer gestalte te geven. Dat ideaal iseen voortzetting van de algemene vorming in het vwo, nu opacademisch niveau, met pas daarna een meer gespecialiseerdeberoepsopleiding, in de research of in een van de professies, zoalspsycholoog of jurist.

"Een masteropleiding is in mijn visie dus een beroepsopleidingdie voortbouwt op een brede academische basis. Dat is dus ietsanders dan de voortgezette beroepsopleidingen die hogescholen alsmasteropleidingen aanbieden. Die liggen eerder in de post-initilesfeer. Daarmee zeg ik overigens niet dat HBO-studenten die ergeschikt voor zijn, niet zo'n academische tweede fase-opleidingzouden mogen volgen, als ze worden aangenomen. En ook niet datuniversiteiten er niet goed aan zouden doen om op het punt van deeigen beroepsopleidingen stevig samen te werken met de hogescholen.Maar een hogeschool die zelf masteropleidingen verzorgt past nietin het bachelor-mastermodel, zoals ik dat voor me zie. Prima alsmen post-initieel onderwijs wil verzorgen. Maar wil je de scheidingtussen academisch- en beroepsonderwijs handhaven, dan past het nietom daar een mastertitel aan te koppelen. Die is nu juist bedoeld omaan te geven dat het gaat om een academisch-wetenschappelijkgefundeerde beroepsopleiding."

Ron Bormans lid van de Raad van Bestuur van deHogeschool van Amsterdam in het blad Bijdragen

"Mensen die mij kennen weten dat ik een zekere mate vanarrogantie wel kan waarderen, zolang die althans ergens op isgebaseerd. Maar dat sommige universiteiten nu het exclusieve rechtop master-opleidingen claimen, vind ik arrogantie van de verkeerdesoort. Hogescholen leiden al jaren masters op, al gebeurt dathelaas nog steeds noodgedwongen via een U-bochtconstructie met eenbuitenlandse universiteit. Voor die masteropleidingen bestaat grotebelangstelling. Dat maakt toch afdoende duidelijk dat er in hetveld behoefte bestaat aan vervolgopleidingen met eenberoepsgerichte inslag?

"Het gaat vaak om studenten die al een aantal jaren gewerkthebben en die bij ons terugkomen om aanvullende competenties teverwerven. Die mensen hebben onmiskenbaar behoefte aan meertheoretische reflectie en ik vind het dan ook vanzelfsprekend datin zo'n vervolgopleiding een academische component zit. Maar hetgaat de cursisten er net zo goed om eens wat uitgebreider stil tekunnen staan bij de eisen die de concrete beroepspraktijk henstelt. En het spijt me voor de universiteiten, maar voor diecontext-gebonden vorm van hoger onderwijs zijn hogescholen betergequipeerd.

"Natuurlijk zullen er in de nieuwe tweede fase mastertrajectenkomen met een specifiek wetenschappelijke inhoud. Ik heb er geenenkele moeite mee dat die zich bij de universiteiten ontwikkelen,want van wetenschap hebben wij nu eenmaal geen verstand. Maardaarnaast zal er, ook aan de universiteiten, steeds meer behoeftekomen aan vervolgopleidingen met een beroepsgericht karakter. En opdat gebied hebben wij de universiteiten heel wat te bieden."


DISCIPLINAIR

Moet een bacheloropleiding breed zijn ofdisciplinair?

Peter Capel, directeur van de opleiding biomedischewetenschappen:

"Ik ben voorstander van een breed bachelor-programma met veelkeuzemogelijkheden voor studenten, zoals we dat nu in feite ook alkennen in de bio-medische waaier. Daarin kunnen studenten naast hunhoofdvak een keuze maken uit een aantal bijvakken uit deverschillende faculteiten.

Inhoudelijk zou ik een grote integratie van debacheloropleidingen uit de vijf bio-medische faculteiten willenvoorstellen als ware het een undergraduate school "Life Sciences"met heldere trajecten voor de verschillende masterprogrammas. Quaorganisatiestructuur zijn er geen directe grote wijzigingennoodzakelijk om dit te kunnen realiseren, en kan de samenwerkingtussen de faculteiten op een natuurlijke manier verder groeien.

In ieder geval vind ik het absoluut niet nodig dat iemand diestraks kiest voor een bepaald mastertraject per se alle vakken aleen keer moet hebben gehad. Het spreekt voor zich dat eenmasteropleiding straks bepaalde ingangseisen stelt. Maar wie in debachelorfase een goede academische vorming heeft gehad en heeftaangetoond het niveau aan te kunnen, is wat mij betreft slim genoegom ook de problemen op masterniveau te lijf te gaan. Ik vergelijkhet altijd met de zwemsport. Wil je een master schoonspringen gaanvolgen, dan moge wij best een zwemdiploma eisen. Maar je hoeft nietper se al gesprongen te hebben. Dat leren wij je wel.

Het gaat kortom om het beeld van wat goed onderwijs is. Leer jeiemand hoe hij of zij iets moet onderzoeken of reik je eendisciplinaire trucendoos aan? Ik ben voor de eerste aanpak.Disciplinegroepen die voor hun masteropleidingen te zwareingangseisen stellen, kan ik enige introspectie aanbevelen. Wehebben het tenslotte wel over 'academisch' onderwijs."

Maarten van Son, directeur van de opleidingpsychologie:

"Een brede, liberal arts-achtige aanpak geeft studentenongetwijfeld een goede academische basis, maar biedt wat onsbetreft te weinig garantie dat zij voldoende kennis van depsychologie opdoen. Voor studenten die een mastergraad in depsychologie willen halen is een disciplinair ingerichtbachelor-programma met een stevige hoeveelheid psychologie endirect daaraan verwante disciplines onmisbaar. Ik verwacht trouwensook dat dat de ingangseis zal worden voor de masteropleidingen opons vakgebied. Tijdens een recente bijeenkomst meldde eenvertegenwoordiger van het NIP, de beroepsvereniging vanpsychologen, zelfs dat psychologen met alleen een bachelorsgraad inde toekomst waarschijnlijk geen lid meer van de vereniging zoudenkunnen worden.

Ik ben dus voor een disciplinaire major en ik denk dat het onderbepaalde omstandigheden zelfs aanbeveling zou kunnen verdienen datstudenten ook voor hun minor een cursus op het gebied van depsychologie kiezen. Ik bestrijd overigens dat studenten dan "tesmal" opgeleid zouden worden, zoals hier en daar beweerd wordt. Depsychologie is een wetenschap die een breed domein omvat metbijvoorbeeld raakvlakken met enerzijds een btadiscipline als debiologie maar anderzijds ook met verschillende alfavakken. Ookbinnen ons vakgebied kunnen studenten dus nog wel degelijk voor talvan verschillende richtingen kiezen."


VRIJHEID

Moeten studenten in een bacheloropleiding grotevrijheid krijgen zelf hun pakket samen te stellen of is eenvoorgeschreven curriculum beter?

Paul van den Hoven, hoogleraar taalbeheersing encommunicatiekunde bij Nederlands:

"De faculteit Letteren heeft gekozen voor een aanbodgestuurdeopzet, waarin studenten in de bachelorfase ruim twee jaar aan eenmajor moeten besteden. Ze krijgen dan een bachelordiploma in datvak, bijvoorbeeld Engels. Dat is volgens velen de enige manier omte voorkomen dat andere universiteiten roepen: in Utrecht kun jestraks geen Engels meer studeren.

"Ik vind dat dat indruist tegen de opzet van hetbachelor-masterstelsel. De bacheloropleiding vormt in mijn ogen deacademische basis voor een meer vakinhoudelijke verdieping in hetmastertraject. Iemand is pas anglist als hij of zij een mastergraadheeft. Met een bachelordiploma Engels creer je alleen maarverwarring.

"Ik voel zelf meer voor een vraaggestuurde aanpak, waarbijstudenten zelf een doordacht vakkenpakket mogen samenstellen. Alsze bijvoorbeeld kiezen voor een combinatie van Engels, algemeneliteratuurwetenschap en psychologie, hebben ze volgens mij net zo'ngoede vooropleiding voor een masteropleiding tot anglist als meteen major Engels. Wat mij betreft geldt dat trouwens ook voorsommige hbo-studenten of voor studenten met een bachelor in eenander vakgebied, mits zo iemand maar aan de ingangseisen van diemaster voldoet.

"Een bijkomend nadeel van de huidige aanpak is dat een studentdie voor de combinatie Engels/literatuurwetenschap/psychologie wilkiezen, straks gedwongen is om zich in te schrijven voor hetbachelorprogramma liberal arts. Zo houd je de kunstmatigetegenstelling in stand tussen vakinhoudelijke bachelor-opleidingenen de liberal arts-opleiding. Ik vind juist dat die tegenstellingin het nieuwe systeem zou moeten verdwijnen."

Henk Verkuyl, hoogleraar Nederlandse taalkunde endirecteur van het onderwijsinstituut Nederlands:

"Wij hebben gekozen voor een bacheloropleiding met een majorNederlandse taal- en letterkunde. Wij hebben in Utrecht eenkrachtige Neerlandistiek met een goede reputatie en ik wil de kernvan onze opleiding graag ongeschonden door de woelige wateren vande bachelor-master discussie loodsen. Voorwaarde daarvoor is datNederlands als discipline in de bachelorfase zichtbaar blijft endat kan alleen als we de studenten een duidelijk herkenbaarcurriculum aanbieden. Er zijn veel opleidingen Nederlands in hetbuitenland en het zou wat bizar zijn om de opleiding hier zodiffuus te maken dat in Nederland geen Nederlands meer gegevenwordt. De Haagse onderwijspolitiek van afbraak is tot veel instaat, maar dit lijkt me toch wat te ver gaan.

"Overigens is onze strategie n-n: we leveren ook aanspecialismen zodat het vraaggestuurde toch een natuurlijke plaatsheeft. Ik gebruik in dit verband graag een vergelijking met Lego.Als cursussen Nederlands voorgesteld worden door blauwe steentjes,dan hoeven niet alle studiepaden die we beheren, echt monotoonblauw te zijn. Ik kan me heel goed voorstellen dat we als instituutbijdragen aan allerlei kleurrijke, want gemengde studiepaden. Maarik heb wel graag dat het blauw herkenbaar aanwezig is in dieprogramma's waaraan de naam Nederlands is verbonden. Het zalvrijwel onmogelijk zijn om straks een master Nederlandse taal encultuur te volgen zonder voldoende in de bachelorfase opgedanebasiskennis Nederlands. Overigens blijven al in de eerste drie jaarwel degelijk keuzes mogelijk, allereerst voor een accent optaalbeheersing, taalkunde of letterkunde, en daarnaast ook nog vooreen minor naar keuze. Maar we willen een mooie majorkern waarin dat'blauw' herkenbaar aanwezig is."