In Belgie komen dromen uit

'Hier kan ik mijn droom realiseren'

Rob van Diemen (27) studeerde twee jaar geneeskunde en isinmiddels vijfdejaars tandheelkunde in Gent. "Nadat ik in Nederlandwas uitgeloot bij geneeskunde heb ik een jaar medische biologiegestudeerd. Maar deze studie had niet wat ik zocht. Want ik wildena mijn studie met mensen werken. In april van mijn eerstestudiejaar hoorde ik dat ik voor de tweede keer was uitgeloot. Eenweek later heb ik de auto gepakt en ben naar Gent gereden. Ik hebme inschreven bij de universiteit en diezelfde dag nog een kot(kamer) gezocht. Dit keer wou ik er zeker van zijn dat er niets miszou lopen.

Achteraf had ik het allemaal wel een beetje rustiger aan kunnendoen. In Gent zijn er kamers genoeg en het studiejaar begint pas inoktober. In het begin had ik wel moeite om te wennen aan hetBelgische onderwijssysteem. Ze kennen hier geen trimestersysteem.Je krijgt tien vakken tegelijk over een periode van zeven maanden.In april eindigen de colleges waarna je een maand de tijd hebt omje voor te bereiden op je examens. Het is van het grootste belangdat je alles goed hebt bijgehouden gedurende het hele jaar. Deexamens zijn bijzonder zwaar. Er wordt van je verwacht dat je heleboeken uit je hoofd leert. Als je dan een onderdeel niet kent, ishet onmogelijk om voor het totaal te slagen.

In Nederland lukte het altijd wel om met een beetje logischredeneren je tentamens te halen. Hier dus niet. In het begin maakteik hele lange dagen. Vaak was ik wel twaalf uur per dag met mijnstudie bezig. De ochtend bestond elke dag uit vierenhalf uurcollege non-stop achter elkaar. Ik heb mijn vakken wel gehaald,maar had toch het gevoel dat ik erg op mij tenen moest lopen. Datis een van de redenen dat ik ben overgestapt naartandheelkunde.

Bij tandheelkunde heb je minder zelfstudie. Daar staat tegenoverdat je meer uren maakt op de universiteit. Vaak hebben we van achttot vijf 'klinieken' en dan nog van vijf tot zeven college. Mijhoor je niet klagen, want ik krijg hier toch maar mooi demogelijkheid om mij droom te realiseren.

Achteraf ben ik heel blij met mijn keuze voor Gent. Het is eenheerlijke stad met veel gezellige kroegjes. Er is een prachtigeoude binnenstad en er is van alles te doen. Gent is een groot dorpzonder het anonieme van een grote stad. In het begin moest ik evenwennen aan de Belgen want ze zijn toch afstandelijker. OnderBelgische studenten is het bijvoorbeeld heel ongebruikelijk om meteen groepje een huis af te huren. Toen er in ons huis een kamervrij kwam, is het ons niet gelukt om een Belg voor deze kamer tevinden. Belgen zijn individualistischer en meer op hun privacygesteld dan Nederlandse studenten. Ik ken ook een paar Nederlandersdie het hier maar een paar maanden hebben uitgehouden. Die kondenniet wennen aan die afstandelijkheid. Hen lukte het niet om contactte maken met de mensen hier. Maar ik voel me hier bijzonder op mijngemak. Lekker rustig en niet te schreeuwerig."


'Die beelden van dokter Vlimmen'

Marieke van der Steen (23) studeert sinds vier jaardiergeneeskunde in Gent: Vier keer heb ik meegedaan aan de lotingdiergeneeskunde in Utrecht. Vier keer ben ik uitgeloot. Twee jaarlang heb ik nog medische technische informatica in Utrechtgestudeerd, maar toen ik moest gaan programmeren, ben ik afgehaakt.Ik wou diergeneeskunde doen, dat was het voor mij. Mijn vader wasdierenarts en die romantische beelden van dokter Vlimmen blevenmaar in mijn hoofd.

"Toen ik voor derde keer in Utrecht was uitgeloot belde eenvriendin uit Gent me wanneer ik nu eens naar Belgie kwam. Zij wastwee jaar daarvoor naar Gent verhuisd, om diergeneeskunde te gaanstuderen. Ik had twee dagen de tijd om te beslissen, want deinschrijving was bijna afgelopen. Diezelfde dag heb ik mijn vadergebeld om te vragen wat hij er van vond. Hij zei dat hij het goedvond. Hij dacht toen dat ik toch na een jaar terug zou keren. Hetliep anders. Ik zit ik hier nog steeds. En het bevalt eigenlijkprima.

"Ik woon hier in een huis met vier Nederlandse meiden. Bijzondergezellig, te gezellig misschien wel. In deze buurt zijn een grootaantal Nederlandse studentenhuizen. Op de een of andere manierklitten de Nederlanders samen.

"Het heeft ook te maken met de mentaliteit van de Belgischestudenten. Ze zijn bijzonder gesloten en maken niet zo snelcontact. Soms zijn de Belgen ook gewoon niet te verstaan, wat hetcontact ook niet bevordert. Het lijkt me dat de Belgen ookserieuzer met hun studie bezig zijn. Misschien heeft het ermee temaken dat ze geen studiefinanciering krijgen, waardoor pa en ma destudie moeten betalen.

"Het is een hele opgave om het eerste jaar in een keer te halen,omdat het eerste jaar een selectiejaar is. De helft haalt het nieten zal het eerste jaar moeten overdoen. De studiedruk ligt hierveel hoger dan in Nederland. In het eerste jaar krijg je hieralleen maar theoretische vakken waarvan je de helft niet eens nodighebt. We krijgen bijvoorbeeld meer fysica dat de studentenbouwkunde in Nederland. Je moet bijvoorbeeld het Binas(tabellenboek van biologie, natuurkunde en scheikunde, red.) uit jehoofd leren. "Ik heb door de grote hoeveelheid theorie die ik hierheb moeten leren, wel leren leren. Ik was echter wel heel blij toenik naar het tweede jaar van diergeneeskunde mocht. Eindelijk mochtik in dierenlijken gaan hakken. Voor het eerst had ik het gevoeldat ik met iets zinvols bezig was. Ik voelde me eindelijk eenbeetje dierenarts.

Allard de Witte


Ontgroenen

De ontgroening bij diergeneeskunde gaat er in Belgie hard aantoe. Aan het eind van zes weken afzien, moeten de eerstejaars inwitte laboratoriumjassen in optocht door de stad lopen. Dezeeindigt bij een voor de deelnemers onbekende plek. Daar worden zegedoopt: de eerstejaars moeten kopje onder in een bad van bloed,organen en stront. Daarna moeten ze in een bad met longen op zoekgaan naar de ballen van een stier. Er is ook een pispaal. Iemand isvastgebonden aan een paal en iedereen mag er tegenaan plassen.Meestal is de eerstejaars blij als er weer iemand tegen hem of haaraan plast, aangezien je het na een tijdje droogstaan behoorlijkkoud kan krijgen.