Bijna een halve eeuw parapsychologie in Utrecht: 'Dat mensen sceptisch zijn, is goed'

Bijna een halve eeuw parapsychologie in Utrecht: 'Dat mensensceptisch zijn, is goed'

De parapsychologie heeft in Utrecht een lange traditie. In 1953werd Wilhelm Tenhaeff benoemd tot eerste hoogleraarparapsychologie. Hij richtte een voormalig klooster aan deSpringweg in als Parapsychologisch Instituut. Helderzienden dieTenhaeff bezochten, meenden regelmatig nonnen in het gebouw tezien. In de zakelijke jaren 80 draaide de universiteit de geldkraandicht. Alleen de leerstoel bleef behouden. Sindsdien is hetParapsychologisch Instituut zelfstandig, hoewel er veel wordtsamengewerkt met de huidige hoogleraar Dick Bierman. Op hetinstituut werken zeven mensen. Zij doen onderzoek naar telepatischevermogens van mensen in de vorm van Ganzfeld-experimenten (ziekader) en organiseren cursussen. Ook beheren zij een omvangrijkebibliotheek over het vakgebied.

Het Parapsychologisch Instituut wordt geleid door Dr. HansGerding. Voor Gerding is de parapsychologie een wetenschappelijkvakgebied als alle andere. "Alleen het onderwerp ligt gevoelig,"aldus Gerding. "In de parapsychologie draait het om het vinden vaneen balans tussen lichtgelovigheid en ongelovigheid. De bibliotheekbijvoorbeeld, is voor driekwart gevuld met flauwekul, en veelmensen die het instituut raadplegen over geestverschijningen kunnenbeter een psychiater bellen. Dit laat echter onverlet dat erinteressante verschijnselen bestaan zoals telepathie enpsychokinese die wetenschappelijk onderzoek rechtvaardigen."

Gerding kwam al vroeg met parapsychologie in aanraking. Toen hijals filosoof promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam (UvA)viel het hem op dat veel parapsychologische verschijnselen relevantzijn voor filosofische vragen. "Er zijn getuigenverklaringen overmensen die met hun geest materiele processen kunnen benvloeden. Alsje nadenkt over de relatie tussen lichaam en geest, dan moet je datmeenemen. Voorspellende dromen zijn heel interessant voor het debatover determinisme en vrije wil."

Dat veel mensen sceptisch staan tegenover zijn vakgebied, vindtGerding niet erg. Hij vindt dat een kritische houding tot beteronderzoek leidt. Gerding betreurt het echter dat er in deacademische wereld weinig bereidheid is om berhaupt onderzoek tedoen naar paranormale verschijnselen: "Wetenschap hoortfundamentele vragen te stellen. Je wilt graag iets te weten komen.Psychologie bijvoorbeeld, is toch meer dan het onderzoeken naar hetsoort wikkel dat er om een pak speculaas moet?"

Tunnel

Hoewel het in de universitaire gemeenschap nog niet zo willukken, timmert het Parapsychologisch Instituut met tal vanactiviteiten aan de weg om haar vakgebied onder de aandacht tebrengen. De jaarlijkse Dag van de Parapsychologie, die onlangs weeris geweest, is daarvan de belangrijkste. Het publiek op deze dag isal even uiteenlopend als de onderwerpen. Toch profileert hetvakgebied zich ook hier als een normale wetenschap. Zo is er eenlezing van Ruud van Wees, medeauteur van een artikel overbijna-dood-ervaringen (BDE's) dat in december verscheen in hetgezaghebbende medische tijdschrift The Lancet. Van Wees heeftonderzoek gedaan naar BDE's onder Nederlanders die eenhartstilstand overleefden. Van de ondervraagden rapporteerdeachttien procent verschijnselen als uittredingservaringen, het zienvan licht en een tunnel, en zelfs het ontmoeten van overledenfamilieleden.

De onderzoekers wagen zich echter niet aan een uitspraak overhet waarheidsgehalte van deze ervaringen. Ook professor Bierman isop de Dag van de Parapsychologie van de partij. Bierman is van huisuit natuurkundige, maar werkt al meer dan 25 jaar bij psychonomieaan de UvA. Een dag per week is hij in Utrecht actief met zijnhoogleraartaak. Hij geeft een internetcursus die vooral stilstaatbij de methodologie van de parapsychologie. (WAT IS DAT) Daarnaastverricht hij onderzoek met Random Number Generators (RNG's). Ditzijn apparaten die op basis van zogenoemde kwantummechanische ofkosmische ruis volstrekt willekeurige reeksen enen en nullenproduceren. Om onverklaarbare redenen vertoont de output van RNG'svaak patronen, op momenten dat zich paranormale activiteit zouvoordoen.

Op de Dag van de Parapsychologie vertelt Bierman over onderzoekaan de universiteit van Princeton. Daar worden de gegevens van eenwereldwijd netwerk van RNG's geanalyseerd, om te onderzoeken ofzich ook patronen voordoen bij grote nieuwsfeiten. De gedachtedaarachter is dat zulke nieuwsfeiten een zogenoemd collectiefbewustzijn verstoren, dat op zijn beurt de RNG's benvloedt.Uiteraard spitst de interesse zich momenteel toe op de aanslagenvan 11 september. Inderdaad produceerden de RNG's bij diegebeurtenis regelmatige cijferreeksen. Vreemd genoeg begonnen zedaar echter al op 10 september mee. Kunnen we met RNG's rampenvoorspellen? Bierman houdt zich op de vlakte, maar wijst er wel opdat het onderzoek van Princeton binnenkort de kolommen van hetwetenschappelijke tijdschrift Nature siert.

Poltergeist

Bierman is al een aantal jaar in de weer met RNG's. In 1995raakte hij samen met Gerding betrokken bij de jacht op eenpoltergeist. In het Gelderse Druten werd een gezin opgeschrikt doorrondvliegende voorwerpen. De zoon des huizes zou over onbeheersbarepsychokinetische krachten beschikken. "Normaal gaan we nooit in opdat soort meldingen, maar in dit geval waren er politiemensengetuige geweest," vertelt Gerding. Hij besloot daarom samen metBierman polshoogte te nemen. In het spookhuis installeerden zij eenRNG. Steeds als er zich vreemde voorvallen voordeden, moest defamilie op een computer het tijdstip noteren. Later werd bekeken ofde RNG op die momenten patronen had geproduceerd. Dat bleek inlichte mate het geval, hoewel de resultaten nauwelijks significantwaren.

Ook brachten Gerding en Bierman een videocamera mee. Dezeregistreerde wat er in huis gebeurde, maar wist geen enkelbovennatuurlijk voorval vast te leggen. Wel wezen de beelden op eengeval van bedrog. De jongen wierp eigenhandig steentjes door dekamer. Toch sluit Gerding niet uit dat er sprake was van eenpoltergeist: "In de literatuur wordt vaak beschreven dat eendoelpersoon nepverschijnselen produceert. Mogelijk doen ze dat omwaarnemers tevreden te stellen."

Het doorgewinterde publiek op de Dag van de Parapsychologie ligtniet wakker van een klopgeest meer of minder. Geen van de sprekerswordt onthaald op kritische vragen. Ongeloof is er vooral over deonwillige opstelling van de universitaire gemeenschap. Gerding:"Een enquete van het Sociaal Cultureel Planbureau wijst uit datongeveer een kwart van de mensen gelooft in telepathie enhelderziendheid. Persoonlijk geloof ik ook wel dat daar iets vanwaar is. Het gaat om onbegrepen verschijnselen, maar dat ze erwerkelijk zijn, daar zijn op basis van hard onderzoek voldoendeaanwijzingen voor." Gerding zou daarom het liefst zien dat hetParapsychologisch Instituut zo snel mogelijk weer onderdeel wordtvan de universiteit, zodat er meer geld vrijkomt voor onderzoek:"Het budget dat de afgelopen eeuw wereldwijd aan parapsychologie isbesteed, wordt door psychologie in twee maanden opgemaakt. Eenbescheiden portie, dat is toch niet teveel gevraagd?"

Ype Driessen


Ganzfeld-experimenten

Ganzfeld-experimenten zijn bedoeld om mensen te testen optelepathische vermogens. In een Ganzfeld-sessie ligt eenproefpersoon ontspannen op bed. Hij krijgt via een koptelefoon ruisaangeboden en gekleurd licht aangeboden. Onder deze monotoneomstandigheden krijgen mensen na enige tijd spontaan beelden tezien. De proefpersoon beschrijft hardop wat hij ziet. In een anderekamer concentreert een zogenaamde 'zender' zich op een toevalliggekozen afbeelding. Na afloop krijgt de proefpersoon dezeafbeelding te zien, samen met drie andere. Hij moet de afbeeldingkiezen die het best past bij de beelden die hij heeft'doorgekregen'. Wereldwijd wijzen proefpersonen doorgaans in 33procent van de sessies de juiste afbeelding aan, terwijl hetkansniveau ligt op een percentage van 25.