Bijverdiengrens studenten blijft bestaan
Volgens OCW zou afschaffing van de bijverdiengrens — door ISO bepleit om de ‘ondernemingsgeest’ van studenten te stimuleren - maar liefst 240 miljoen euro per jaar kosten. Tien miljoen omdat de ongeveer negenduizend studenten die nu te veel verdienen dan niets meer hoeven terug te betalen. En een veelvoud van dat bedrag omdat dan duizenden deeltijdstudenten aanspraak zouden kunnen maken op studiefinanciering.
Plasterk ziet ook weinig in de suggestie om de bijverdiengrens te ‘fiscaliseren’. Studenten die de bijverdiengrens overschrijden zouden hun beurs dan kunnen optellen bij hun belastbaar jaarinkomen. De bewindsman wijst er op dat een bescheiden overschrijding van de bijverdiengrens in de huidige situatie voor studenten goedkoper is. “Bovendien leidt fiscalisering tot ingrijpende wijzigingen in het stelsel, aangezien de studiefinanciering nu onbelast is.”
Plasterk vindt het daarom het verstandigst om de huidige regels voor bijverdiensten te handhaven. Met goede voorlichting moet de groep die uiteindelijk te veel verdient zo klein mogelijk blijven. Begrijpelijk, vindt ISO-voorzitter Bastiaan Verweij. “We vinden het jammer dat de bijverdiengrens blijft. Maar de geboden alternatieven zijn voor ons geen optie.”
Studenten die meer dan dertienduizend euro verdienen, kunnen hun studiefinanciering tussentijds stopzetten, of hun beurs en ov-abonnement achteraf aan de IB-Groep terugbetalen.
HOP