'Christelijke studenten willen meer dan alleen maar bier drinken en heuh roepen'
"Religie is weer hot, maar dan anders", merkt hoogleraar kerkgeschiedenis Willemien Otten. De kerken lopen leeg maar studentenkamers stromen vol met groepen die bidden, zingen en discussiëren over het geloof. De christelijke studentenverenigingen groeien. Reden om een speurtocht te ondernemen naar de zielenroerselen van deze studenten.
De scharen stonden versteld over zijn leer, want Hij leerde hen als gezaghebbende en niet als de schriftgeleerden" (Matth:7-29)
In het najaar van 2006 bracht het Sociaal Cultureel Planbureau een rapport uit waaruit blijkt dat het aantal gelovigen toeneemt, terwijl de kerken steeds minder gelovigen aan zich weten te binden. Zelfs in seculiere studenten- en studieverenigingen schijnen geloofsvragen in te zijn. Neem bijvoorbeeld de discussies over intelligent design, ofwel de schepping als intelligent ontwerp. "De mens snapt nu eenmaal niet alles, en dat leidt tot discussies", weet Henk Kraaijeveld (24), student Rechten en voormalig bestuurslid van S.S.R.-N.U.
De meest in het oog springende tak van dat 'nieuwe geloven' is de generatie van de evangelicals, een in de jaren zeventig uit de VS overgewaaide vorm van christendom die zich weinig gelegen laat liggen aan de aloude kerkelijke scheidslijnen, maar die uitgaat van een persoonlijke geloofsbeleving en een directe relatie met God. Het is een beweging die zich in Nederland uit via de Evangelische Omroep of in massale christelijke jongerenbijeenkomsten zoals het Flevo Festival - de christelijke pendant van Lowlands.
Sjoerd Hogenbirk (22), student Bestuur- en Organisatiewetenschap en master Theologie, is op Flevo lid geworden van de Utrechtse Navigators, de NSU, na eerst getwijfeld te hebben of hij zich niet bijvoorbeeld bij Veritas zou aansluiten. "Ik had als student behoefte aan gezelligheid, maar ook aan verdieping. Ik wilde meer dan alleen maar bier drinken en 'heuh!' roepen. In die behoefte bleek ik niet alleen te staan. Er heeft ergens de afgelopen decennia een kentering plaatsgehad. Meer dan vroeger zijn studenten bezig met vraagstukken omtrent oprechtheid en waarden. Ze willen na een avond feesten nog met iets thuiskomen. De vragen komen uit je hart. Dat is het verschil met de kerken, die dogmatisch bezig zijn. Wij praten niet vanuit de regels, maar vanuit onze eigen ervaringen. Dat juich ik toe, dat zoeken naar eigen, nieuwe vormen van geloofsbeleving. Bij NSU tref je studenten uit allerlei stromingen, van gereformeerd tot vol-evangelisch. De vraag naar de kerkelijke achtergrond is minder belangrijk; het belangrijkste is je geloof in Jezus Christus."
"Het wisselt natuurlijk per persoon hoe je relatie is met God en hoe je met je geloof omgaat", vertelt Johannes Rietman (22), student Diergeneeskunde en lid van VGSU, de Vereniging van Gereformeerde Studenten Utrecht. "Het grootste deel van onze leden gaat eens per week ter kerke, volgt bijbelstudie-avonden, bidt dagelijks en leest de bijbel, maar dat specifiek persoonlijke moet je zoeken in de dagelijkse omgang met anderen en in dingen die op je pad komen - ethische kwesties zoals abortus, maar ook wetenschappelijke vraagstukken. Je moet als jongere je weg in het leven zien te vinden, en ik doe dat met God als heel persoonlijke raadgever."
REPO 1
Tijdens de UIT, de Utrechtse Introductie Tijd, organiseert S.S.R.-N.U. een lezingenavond met André Rouvoet, met daarop volgend een biercantus en feest in de sociëteit aan de Oudegracht. De fractievoorzitter van de Christen Unie blijkt een innemend spreker, die niet alleen spreekt maar zijn gehoor ook probeert uit te dagen om hem van repliek te dienen.
Christelijk is S.S.R.-N.U. beslist, zo blijkt al uit het gebed waarmee de spreker wordt ingeleid. Net als voor de spreker is voor de bezoekers van deze avond "de boodschap van de bijbel de grondslag voor het leven".
Hoewel: dat valt nog niet mee, heeft Rouvoet ervaren. "De bijbel zien als richtsnoer bij je handelen kan een intentie zijn, nooit een pretentie. Want je moet die bijbel altijd weer vertalen naar deze tijd. Daarbij kan de plank behoorlijk mis geslagen worden. Met een beroep op de bijbel zijn vreselijke dingen gebeurd."
Door dat relativeringsvermogen blijkt Rouvoet goed te passen in deze sociëteit. "Ik ben er in de politiek terughoudend in om de bijbel te citeren, want de bijbel heeft niet de kracht van het politieke argument. Het is geen politiek handboek, noch een naslagwerk voor de dinsdagse stemmingen in de Tweede Kamer. De politieke argumenten moet ik zelf bedenken, maar daarbij heb ik die bijbel wél hard nodig." Ook S.S.R.-N.U. heeft een dergelijke 'open' houding: de leden zien de bijbel doorgaans niet als het receptenboek voor het leven, en de vereniging is er niet alleen voor geloofsvragen. S.S.R.-N.U. is de enige christelijke vereniging die zowel is aangesloten bij BOCS (het Broeder Overleg Christelijke Studenten) als de koepel van gezelligheidsverenigingen FUG.
"Daardoor hebben we als S.S.R.-N.U. wel steeds veel uit te leggen", vertellen enkele verenigingsleden aan de bar in de pauze. De ene groep vindt ons niet christelijk genoeg, omdat wij gereformeerden, evangelischen, aanhangers van de Drie Formulieren van Enigheid en ook rooms-katholieken toelaten. Terwijl de andere gezelligheidsverenigingen onze christelijke signatuur weer vooral suf vinden."
"Men moet God meer gehoorzaam zijn dan de mensen" (Hand: 5-29)
Het geloof wordt bij de evangelicals sterk persoonlijk ingekleurd. De zinspreuk van S.S.R.-N.U. bijvoorbeeld luidt: Libertas ex veritate: vrijheid uit waarheid. Het bijbelse idee daarachter is dat je als mens daadwerkelijk vrij kunt worden door de waarheid die Jezus brengt. Daarnaast hecht S.S.R.-N.U. aan de vrijheid die je als gelovige hebt om te ontdekken. Dat laatste is een inzicht dat onder de kerkelijke traditie veel schade heeft opgelopen, maar dat nu wellicht weer een kans krijgt. Maar tegelijk riekt dat inzicht een beetje naar New Age: wat geloofszaken betreft lijkt anything goes het motto: ieder zijn eigen God. Is er dan helemaal geen gemeenschappelijke noemer?
Hoewel niet alle christelijke verenigingen zijn aangesloten bij IFES zou hun doctrinal basis voor de evangelicalen toch als gemeenschappelijke geloofsbelijdenis dienst kunnen doen. IFES is the International Fellowship of Evangelical Students - een overkoepelende instantie die studenten met raad en daad terzijde tracht te staan. In die doctrinal basis staat bijvoorbeeld dat de oorspronkelijk geopenbaarde bijbel de hoogste autoriteit is in geloofszaken, dat Jezus voor onze zonden is gestorven, maar uit de dood is opgestaan om aan de rechterhand van God plaats te kunnen nemen, én dat er een eenheid is van Vader, Zoon en heilige Geest.
Bram van Putten studeerde in Utrecht theologie en is stafmedewerker van de in Overvecht gevestigde Nederlandse tak van IFES: "We proberen studenten toe te rusten op alles wat met geloven te maken heeft. Hoe organiseer je een bijbelkring, hoe geef je vorm aan je gebed, dergelijke vragen. Of studenten nu rustig thuis hun bijbel lezen of in de bijbelkringen, we bieden hulp en geven handvatten voor het lezen. Ze hoeven het wiel niet steeds opnieuw zèlf uit te vinden."
Willemien Otten, vakdecaan van Godgeleerdheid, geeft toe dat haar discipline die specifiek christelijke handvatten niet kan leveren: "Wij hebben studenten die bijvoorbeeld het gebed in onze studie missen. Maar die realiseren zich niet dat wij een openbare universiteit zijn en geen enkele kerkelijke stroming vertegenwoordigen. Het is bijvoorbeeld heel goed denkbaar dat we in de toekomst ook moslimstudenten met belangstelling in godsdienstvraagstukken gaan bedienen. Van oudsher was theologie een studie die predikanten opleidde en studenten binnen kreeg met een bepaalde kerkelijke achtergrond en daarbij behorende kennis. Maar we krijgen ondertussen steeds meer studenten binnen die minder vertrouwd zijn met de bijbel, maar die wel zijn gegrepen door geloofsvragen. Daar moeten wij onze studie ook op aanpassen: basale kennis overdragen zonder niveauverlies. Een deel van het standaard theologiepakket is de zogeheten historisch-kritische exegese: wat bedoelt de auteur met een bepaalde bijbeltekst, wanneer en in welke historische context is de tekst geschreven, dat soort vragen, met veel nadruk op de studie van de bijbeltalen. Als deze aanpak als dominant wordt ervaren, kan ik me voorstellen dat er een discrepantie met je eigen geloofsbeleving ontstaat: hoezo, wat bedoelt de auteur? God zelf is toch de auteur... Wanneer zo'n uitgesproken geloofsovertuiging wetenschappelijke nieuwsgierigheid uitsluit, heeft een theologische opleiding inderdaad weinig nut."
"Wij zijn, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkaar" (Rom: 12-5)
De interkerkelijkheid is een gegeven waar meer BOCS-verenigingen mee schermen: iedereen is welkom en leve de ontzuiling! Zo ook studentenvereniging Ichthus. "Qua kerkelijke achtergrond zie je bij ons veel gereformeerden, PKN'ers (een samenwerkingsverband van de Protestantse Kerken Nederland) en vooral aanhangers van de evangelisch-charismatische kerken, maar een katholiek zou ook lid kunnen worden - hoewel dat niet of nauwelijks voorkomt", weet abactis Klarieke Vos (23), hbo-student Sociaal-Juridische Dienstverlening.
Dat er toch meer dan één christelijke studentenvereniging is, komt volgens Roland van Laar (22), student Natuur- en Sterrenkunde en lid van Ichthus omdat studenten toch een bepaalde cultuur opzoeken waarbij ze zich het meest thuis voelen. "Vergelijk het met Unitas en Veritas. Die hebben tegenwoordig tenminste, allebei geen levensbeschouwelijke grondslag, hebben feestavonden, jaargroepen en commissies, en toch voelt de ene student zich meer thuis bij Veritas en een andere bij Unitas. Dat heeft met cultuur te maken: net iets meer of juist iets minder corporaal, iets meer of iets minder politiek-links en dergelijke. Dat geldt bij de christelijke verenigingen ook."
Henk Kraaijeveld van S.S.R.-N.U. denkt zeker dat er overlap is tussen de christelijke verenigingen: "Een aantal leden zal best inwisselbaar zijn, zich net zo goed thuis voelen bij Ichthus als bij ons. Maar er zijn kleine verschillen. VGSU legt zich net iets meer toe op bijbelstudie, Sola Scriptura is iets conservatiever, houdt vast aan de zogeheten 'Drie Formulieren van Enigheid', de Navigators zijn iets fanatieker in de evangelisatie en bij ons speelt gezelligheid een belangrijke rol. Vanwege die verschillen is het BOCS juist belangrijk. Dat overleg legt namelijk de nadruk op het gemeenschappelijke, op het onderlinge contact en de samenwerking."
REPO 2
Op de Laan van Nieuw Guinea, in een studentenkamer, komen op een gure herfstavond acht studenten die lid zijn van VGSU bij elkaar voor bijbelstudie. Ze doen dit, in deze samenstelling, elke veertien dagen. Hun studies variëren: rechten, theologie, diergeneeskunde. Zolang de discussie duurt zijn er koekjes en koffie. De studenten praten eerst wat bij: hoe was de vakantie, hoe heb je de draad weer opgepakt, hoe stond het de afgelopen maanden met je geloofsleven? De vakanties waren doorgaans 'cool' en langdurig, en de bezochte exotische oorden brachten volgens de studenten Gods fantastische scheppingswerk nog eens indringend in beeld. Ook de geloofsbeleving had vakantie gekregen: voor gebed of bijbellectuur bood de tent kennelijk weinig gelegenheid.
Na dit rondje spreekt een van de studenten een geïmproviseerd gebed uit: ze vraagt de Heer om er vanavond bij te willen zijn. De overige studenten luisteren geconcentreerd mee, hoofd gebogen, handen gevouwen en ogen gesloten. Dan begint de bijbelstudie. De studenten willen vanavond doorpraten over een lezing die de VGSU een week eerder organiseerde, gehouden door een oud-voorzitter, een afgestudeerde natuur- en sterrenkundige. Hij sprak over de discrepantie tussen natuurwetten en geloof. "Colleges over kosmologie gooiden mijn ideeën over de schepping omver. Als we zoveel weten over deze natuur, zoveel kunnen verklaren, zoveel kunnen voorspellen, wat voor plek blijft er dan nog over voor God?", aldus zijn dilemma.
De studenten herkennen het. Ook zij worstelen met de vraag hoe de bijbel - het scheppingsboek Genesis bijvoorbeeld - opgevat moet worden, en hoe Gods optreden in de wereld verklaard kan worden als die wereld zoveel leed en ellende te zien geeft. Keert God zich van de wereld af; heeft hij zich teruggetrokken in zijn Hemel? Of is er wellicht zelfs helemaal geen God?
Gelovig zijn of wetenschappelijk bezig zijn is voor deze studenten niet uit elkaar te trekken. Zij zien in veel wetenschap, in het Verlichtingsdenken vooral, vileine pogingen om de onzin van geloof aan te tonen: wetenschap als instrument van het kwade. Dat moet bestreden worden. Niet door de wetenschap af te zweren - want ze zijn per slot van rekening student -, maar door met de wetenschap in discussie te gaan.
Dat valt nog niet mee, om duidelijk te maken dat wetenschap antwoorden, en geloof zin geeft. Zonder geloof leef je immers je leven, doe je wat goede dingen, vier je wat feest en dan is er aan het einde een grote BBQ waarmee het allemaal ophoudt. Dat kan toch niet de bedoeling zijn...
En aan alle volken moet eerst het evangelie gepredikt worden" (Marc: 13-10)
Een echt verschil tussen de verenigingen is dat sommige clubs actief bezig zijn met evangelisatie. Maar ze steken niet zoals Jehova's Getuigen een voet tussen de deur. "Nou...", grapt Ineke Veenstra (19), student Rechten en lid van Ichthus. "Zo extreem niet. Maar we willen wel verkondigen. We zijn ervan overtuigd dat we over iets tofs beschikken, en dan wil je graag dat anderen daar ook weet van hebben." Medelid Roland van Laar vult aan: "We hebben een actie die we 'de Missie' noemen. Dan gaan we studentenhuizen langs om enquêtes af te nemen. Met vragen over hun geloof, maar ook over bijvoorbeeld christelijke feestdagen. Weten studenten wat we met Pasen of Pinksteren vieren? Die enquêtes bieden vaak aanleiding om verder in gesprek te komen. Dat doen we ook op koninginnedag, als we gratis schoenen poetsen, of met de actie 'voorjaarsschoonmaak', als we aanbieden om de keuken van een studentenhuis een grote poetsbeurt te geven. Dan merk je dat er veel nieuwsgierigheid is, maar ook dat er veel vooroordelen bestaan."
Sjoerd Hogenbirk van NSU, een vereniging die een reputatie van evangelisatie heeft hoog te houden: 'De studentenwereld is slecht te bereiken voor evangelisatie als dit niet vanuit een relatie gebeurt. Het puur neerleggen van 'zo zit het' is te abstract. Juist vanuit een bepaalde relatie kan ik mijn kwetsbaarheid tonen en vertellen wat het voor mij betekent. Dat is veel concreter. Ik ervaar op dat vlak veel meer openheid. Sterker nog: soms heb ik van mezelf het gevoel: 'Nu moet ik eens ophouden met alleen aan het woord te zijn', maar dan roepen mijn vrienden juist: 'Ga door'!"
Niettemin komen de boodschapverkondigende studenten óók vijandigheid tegen, en dat is misschien nog begrijpelijk ook. Ze kunnen drammerig en intolerant overkomen. Steeds maar weer in actie komen tegen inmiddels gangbare vloeken in een strip of te hoop te lopen tegen een optreden van Madonna. "Als Madonna zich in haar show vertoont in de positie van de gekruisigde, dan komt dat heel dichtbij. Wij gaan niet zo ver als moslims die wereldwijd te hoop lopen en stennis maken als er ergens ter wereld ook maar iets negatiefs over de profeet wordt gezegd, maar iets van die verontwaardiging zou ik wel graag bij christenen terug willen zien", meent Ineke Veenstra van Ichthus.
En haar clubgenote Klarieke Vos vult aan: "Het is prima dat Madonna aandacht wil voor aids, maar waarom kan dat niet op een andere manier? Nu voelt het voor gelovigen toch een beetje alsof ze je moeder of een goede vriendin kwetst. Er spreekt geen enkel respect voor christenen uit zo'n show, en dat roept bij mij vooral verbazing op, meer nog dan verontwaardiging."
Maar in hoeverre respecteer jij die ander in zijn niet-gelovig zijn? Hoe kun je een dergelijk respect combineren met je evangelisatie-opdracht en met je waarheidsaanspraken? Vooral vanwege dat laatste aspect riekt deze opstelling zelfs naar sektarisme. Toch? Johannes Rietman van VGSU: "Ik heb weliswaar veel vrienden die christen zijn en met wie ik dus niet hoef te discussiëren over de vraag of God überhaupt bestaat. Maar ik trek natuurlijk ook op met vrienden en studiegenoten die niet geloven. Daarmee komt het soms tot discussie, maar soms ook niet. In dat laatste geval ga ik niet koste wat kost hen van mijn gelijk proberen te overtuigen; we laten elkaar in ons geloof, maar ook in ons ongeloof. Dat heeft te maken met respect voor elkaar. Ook mijn niet gelovige vrienden weten dat ze me kwetsen met godslasterlijke vloeken, dus proberen ze dat te vermijden. Ik probeer niet te preken." Kraaijeveld van S.S.R.-N.U.: "Geen enkele vereniging is sektarisch! Daarvoor zijn er per vereniging ook te veel leden, met evenzoveel uiteenlopende meningen. Het kan best zijn dat individuele leden heel andere opvattingen hebben over bijvoorbeeld homoseksualiteit dan het verenigings- of bestuursstandpunt daarover - als het al zou bestaan."
"Het geloof is het bewijs der dingen, die men niet ziet" (Hebr: 11-1)
De evangelicalen hebben een zekere weerstand tegen de traditionele kerken en tegen de wetenschap. Hoogleraar Otten: "De evangelicals zien het belang van wetenschap minder in. Hun uitgangspunt is dat als je het geloof hebt, je ook de waarheid hebt. Ze staan soms zelfs ronduit vijandig tegenover wetenschap, met name godsdienstwetenschap. 'Daar zitten hoogleraren die zelf niet eens geloven', zeggen ze dan. Maar ze vergeten dat de bedoeling van de studie theologie niet is om betere gelovigen af te leveren. Theologie is een wetenschap, net als alle andere."
Voor gelovige studenten levert bezig zijn met wetenschap vaak vele vragen op. Hoe is bijvoorbeeld het scheppingsverhaal in overeenstemming te brengen is met de wetenschappelijke uitleg van het ontstaan van leven op aarde. Natuur- en Sterrenkundigestudent Roland van Laar van Ichthus: "Er zijn redeneringen om dat wél te kunnen. Adam was ook geen baby toen hij was geschapen maar waarschijnlijk een volwassen man. Zo zie ik dat ook met het heelal: daar kan best al geschiedenis in gelegd zijn op het moment dat het werd geschapen. Maar dit soort wetenschappelijke haarkloverij heeft veelal tot doel om de onzin van het geloof aan te tonen. Daar wil ik liever niet in meegaan."
Wat niet wil zeggen dat Roland zich niet in de relatie geloof-wetenschap interesseert. Integendeel: dat is juist één van de doelstellingen van Ichthus. "We discussiëren daar veel over: wat is het gezag van de bijbel, waar moeten we vooral ook de context van een bijbeltekst in de gaten houden, hoe zit het met thema's als evolutie, gnosis, het recent ontdekte Judas-evangelie, met ethische kwesties, hoe ga je later met je geloof om in je werk. Genoeg thema's om tijdens studiekringen of discussie-avonden aan te snijden."
Bram van Putten, stafmedewerker bij IFES: "Bij alle evangelische bewegingen geldt: in de bijbel staat wat God te zeggen heeft en dat nemen we serieus. Al is de bijbel met hulp van mensen tot stand gekomen, het is de boodschap die God ons geeft; en al is de omvang van de bijbel in de geschiedenis door mensen vastgesteld, ook in die vaststelling heeft God de hand gehad: wel het Evangelie van Johannes, niet dat van Thomas of Judas. Dan blijft het wel een lastige vraag hoe je de bijbelverhalen moet lezen. Er is in de evangelicale wereld vooral veel discussie over de oud-testamentische boeken Genesis, Jona en Job. Zijn dat nou vooral historiografische teksten of niet? Ik weet het niet, maar hoe dan ook: ze hebben wat over onze werkelijkheid te zeggen en leren over wie God is."
Johannes Rietman van VGSU herkent de vragen: "Schepping of evolutie? Of de waarheidsclaims van geloof en bijbel. Dat zijn heel fundamentele vragen. Maar het antwoord daarop is doorgaans helder: de waarheidsclaim van de bijbel wordt in de regel gehonoreerd. Over die vragen bestaat in ieder geval binnen de VGSU weinig meningsverschil. Discussie erover is er vooral met buitenstaanders."
Volgens hoogleraar kerkgeschiedenis Willemien Otten ontkomt zelfs die studie er niet aan om in te spelen op die sterk persoonlijke beleefde gelovigheid: "Ook al leiden we geen gelovigen op, ook wij theologen doen mee aan discussies over bijvoorbeeld intelligent design. Want juist over dat soort kwesties kun je goed met studenten in gesprek komen; daarin wordt een vertaalslag gemaakt van wetenschap naar de wereld van het geloof. Dergelijke aanknopingspunten helpen je uit je technisch-theologisch jargon te komen om er later op een zinvolle manier naar terug te keren. We onderwijzen al jaren het zogeheten theodicee-vraagstuk, maar als je zo'n cursus 'God en het Kwaad' noemt, dan spreekt dat veel meer aan."
REPO 3
BOCS viert in oktober zijn 10-jarig bestaan met een debat, 's avonds in de Aula in het Academiegebouw. De grootte van de zaal doet vermoeden dat de organisatie een grotere opkomst had verwacht dan de vijftig mensen die er nu zitten. De koepel heeft de baarlijke duivel binnengehaald: universiteitshoogleraar Herman Philipse, meer rationalist dan filosoof, van het type die alle godsdienst anti-rationalistisch, dus verwerpelijk vindt. Dat blijkt bijvoorbeeld al uit zijn stelling dat geloof niet over valide methodes van kennisverwerving beschikt en dat de empirische pretenties van gelovigen, bijvoorbeeld dat bidden zou helpen, keer op keer onverifieerbaar blijken te zijn. "Geloof is dus irrelevant voor wetenschap", concludeert Philipse.
Daar zijn de opponenten, Tineke Huizinga van de Christen Unie en prof. René Woudenberg van de Vrije Universiteit, het niet mee eens. "Waarom zou de combinatie geloof en wetenschap een probleem zijn", vraagt Huizinga zich af. "Geloof kan verwondering juist in de hand werken, en daarmee de wetenschap prikkelen. Anderzijds: op de vraag naar de zin van het bestaan geeft wetenschap geen antwoord; die is levensbeschouwelijk, en behoort dus tot het terrein van het geloof."
Woudenberg: "Empirische verifieerbaarheid gaat ook niet op voor de logica of de zuivere wiskunde. Het geldt niet voor morele oordelen zoals 'wees goed voor je naaste', en het geldt niet voor historische uitspraken. Dus die stelling van Philipse zegt nog niets over de mate waarin geloofsuitspraken geaccepteerd kunnen worden."
Waar grijs niet bestaat, doch slechts wit of zwart, waar de meningen zo ver uiteen liggen, is de discussie spannend maar vruchteloos. En zo was de avond snel weer om.
"Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u" (1 Petr: 5-7)
En dan Het Kwaad. Een goede God, gezien als vader bovendien, kan al dat leed, die pijn en angst, toch niet bedoeld hebben? Sjoerd Hogenbirk van NSU: "Onlangs overleed de vader van een goede vriend van me. Dan vraag je je wel af: 'God, waar bent U, wat doet U nou toch?' Maar tegelijk ervaar ik juist op zo'n moeilijk moment dat God er voor mij en mijn vriend wil zijn. Binnen al het kwade dat er is, is er toch steeds weer een God die het mogelijk maakt om toekomstgericht te kunnen zijn, om hoop te geven."
"Niet God is verantwoordelijk voor het kwade in de wereld", weet Gerhard Schoonvelde (22), student Natuurwetenschap en Innovatiemanagement en bestuurslid van Ichthus. "Uiteindelijk besluiten wij zelf om ons tegen God af te zetten. En waarom God niet ingrijpt? Als hij dat altijd direct doet, waar is dan onze vrije wil gebleven? Zonder vrije wil bestaat er geen liefde. Wij als mensen zien wat zich hier op aarde afspeelt als de achterkant van een borduurwerkje - daar vergelijk ik het altijd maar mee. Met lussen en loshangende draden en zonder patroon... het lijkt een rommeltje. Maar de bedoeling van God is de voorkant van dat borduurwerkje: een prachtig patroon dat wij echter lang niet altijd zien..."
Henk Kraaijeveld: "De vraag naar het kwaad en de rol van God daarin is een te gevoelig terrein om absolute uitspraken over te doen. Ik geloof dat Hij niet uit is op het lijden van mensen, maar dat Hij er wel een bedoeling mee kan hebben, hoe moeilijk dat ook te begrijpen is. Ik hoop en geloof wél dat Hij het kwade ten goede kan keren. Je hoort mij niet zeggen dat het lijden in de wereld an sich zin heeft, of dat het goede het kwade nodig heeft om überhaupt te kunnen bestaan. Daar geloof ik niets van. Maar ik geloof wel dat er ontzettend veel lijden is dat door mensen voorkomen kan worden. Daar kan ik iets mee: wat is het leven voor mij waard, hoe kan ik het goede doen? En daarin kan God mij steunen."
"Wordt veranderd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt onderkennen wat de volmaakte wil van God is" (Rom: 12-2)
Zoals Johannes Rietman het eerder zei: geloof biedt hulp bij het sturen van je persoonlijke leven. "Is God elke dag je leidsman", vraagt Johannes Rietman die het geloof ziet als hulp bij het sturen van je persoonlijke leven zich af. Wat zijn de thema's die spelen bij twintigers?
"Op onze leeftijd speelt bijvoorbeeld de vraag of je al seks wilt hebben voor het huwelijk of dit moet uitstellen tot na je trouwen. Het is de periode waarin je relaties krijgt en intimiteit ruimte geeft. Daarover wordt in onze kringen veel gediscussieerd. Studenten worstelen met die vraag. Dat is op zich niet slecht, denk ik. Je moet heel sterk overtuigd zijn van wat je wil - wel of geen seks - en er dus heel goed over nadenken. Dat is en blijft een persoonlijke keuze. Hoewel het op dit moment wel meer een issue is, althans binnen de VGSU, dan pakweg vijf jaar geleden."
Volgens een discussie op de website van Ichthus vindt 86 procent van de leden dat seks voor het huwelijk niet is toegestaan. "Een verkeringsperiode (waar ze in de bijbel meestal niet aan deden, daar was het meer uithuwelijken geblazen) is er om elkaar te leren kennen. Besluit je om samen (met God) verder te blijven leven dan bevestig je dit door te trouwen. Dan doe je als het ware ook die belofte om bij elkaar te blijven. Daarna heb je seksuele gemeenschap met elkaar. Dit zie ik als het één vlees worden. Tja, een verkering kan uitgaan, maar een huwelijk, daarbij zou dat mijns inziens dan ook niet moeten kunnen." Aldus één van de reacties op deze forumpagina.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat christelijke studenten méér, en in de regel op relatief jongere leeftijd trouwen. Een trouwbelofte gaat aan seks vooraf. "Wij hebben bij VGSU enkele huwelijksfeesten per jaar", vertelt Johannes. "Als een stelletje al vier jaar een relatie heeft, is er ook een sterke verwachting van hun clubgenoten dat er wel snel een trouwfeest van zal komen. Die verwachting is er eerder dan de veronderstelling dat ze wel zullen gaan samenwonen."
"Oordeel niet, opdat gij niet geoordeeld wordt" (Matt: 7-1)
Het groeiend aantal studenten dat zin zoekt in een vereniging groeit gestaag. Door verschillende maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering, zo wordt gespeculeerd, is het verlangen naar kleinschalige geborgenheid gegroeid. Maar ook de islamisering draagt bij aan het meer openlijk beleven van een geloofsovertuiging. Want discussies over schoolstrijd, vastentijd, of geloofsuitingen in de openbare ruimte worden weer openlijk en breed gevoerd. Henk Kraaijeveld: "Het terrorisme van fundamentalistische moslims confronteert het christendom nog eens met zijn eigen fundamentalistisch verleden, met de inquisitie, de aflaatpraktijken en de gewelddadige missionering. Het laat ons zien dat macht een groot gevaar kan zijn voor geloof. Nu het christendom aan macht inboet, omdat het in de multiculturele samenleving tot een minderheid gaat behoren, biedt dit misschien juist meer vrijheid om tot de kern van het christelijk geloof door te dringen."
KADER
Het Broeder Overleg
Het BOCS, het Broeder Overleg Christelijke Studenten, is een koepelorganisatie, waarbij zes studentenverenigingen zijn aangesloten die het christelijk geloof als basis aanvaarden. Het BOCS, dat 10 jaar bestaat, vertegenwoordigt bijna 1000 studenten. De zes aangesloten verenigingen zijn:
* de NSU, Navigators Studentenvereniging Utrecht; 370 leden - mag jaarlijks zo'n 120 nieuwe leden bijschrijven; sociëteitsgebouw aan Boothstraat 10. Missie: 'Jezus kennen en Hem bekend maken'. www.nsutrecht.nl
* S.S.R.-N.U. de Societas Studiosorum Reformatorum, Nieuwe afdeling Utrecht; heeft bijna 160 leden met een jaarlijkse aanwas van veertig novieten; sociëteitsgebouw aan de Oudegracht. www.ssr-nu.nl, bestond dit najaar 100 jaar
* Ichthus, Het Griekse woord voor vis, een symbool uit het vroege christendom. Telt in totaal zo'n 120 leden met een jaarlijkse aanwas van zo'n veertig eerstejaars. Ichthus heeft vier doelstellingen: de opbouw van het geestelijk leven, evangelisatie, de relatie geloof en maatschappij/wetenschap in beeld brengen en - als ongeschreven doelstelling - gezelligheid. www.Ichthus-utrecht.nl
* Sola Scriptura, Latijn voor: Alleen de Schrift. Staat als een van de strengere, orthodoxe verenigingen op gereformeerde grondslag te boek. Bestaat 55 jaar en telt ruim tweehonderd leden. www.sola-scriptura.nl
* VGSU, de Vereniging van Gereformeerde Studenten te Utrecht. Ruim honderd leden. Legt zich toe op de vorming van christenacademici en bezint zich via bijvoorbeeld bijbelstudie, lezingen, feesten of weekenden op de relatie geloof en wetenschap, cultuur en maatschappij. www.vgsu.nl
* Ultrajectum: Romeinse benaming voor Utrecht. Gereformeerd-vrijgemaakte vereniging specifiek voor het hbo. Een kleine honderd leden. www.ultrajectum.nl
IFES-Nederland is de paraplu van zo'n veertig christelijke verenigingen, en maakt deel uit van de internationale tak, the International Fellowship of Evangelical Students, een in 150 landen werkzame organisatie. Wereldwijd bedient de organisatie zo'n 500.000 studenten, in Nederland zijn dat er een kleine drieduizend. In Utrecht zijn Ichthus, Sola Scriptura, de VGSU en de theologendisputen G.T.S.V. Voetius en Themelios bij IFES aangesloten; deze laatste zijn geen lid van het BOCS, omdat zij alleen studenten theologie tot hun disputen toelaten. www.ifesworld.org.
Voor de doctrinal basis, zie: www.ifesworld.org/about/ifes/doctrinalbasis
Ichthuslid Klarieke Vos: "Ik was helemaal niet van plan om lid te worden van een vereniging. Daar had ik vooral een beeld van alsof het allemaal louter draait om zuipen en feesten, terwijl ik toch echt alleen maar voor de studie naar Utrecht was gekomen. Maar via een huisgenoot kwam ik achter het bestaan van Ichthus, en daar voelde ik me op mijn plaats. Natuurlijk, ik heb ook mijn periodes van twijfel gehad, maar ik ervaar toch zo'n sterke band met God dat het idee om mijn geloof te laten varen eigenlijk nooit bij me is opgekomen. Die band houd ik in stand door te bidden of door een stille tijd te houden."
S.S.R-N.U.-lid Henk Kraaijeveld: "Ik was tijdens de UIT al eens bij S.S.R.-N.U. binnengelopen en dacht toen gelijk: 'Dat is voor mij wel aardig'. Maar daarna heb ik er toch nog een jaar over gedaan om daadwerkelijk lid te worden. Mijn beide ouders zijn dominee, dus dan krijg je in je opvoeding wel wat geloof mee. Maar ik sta wel open en wil mijn eigen weg vinden; wilde niet het geloof van mijn ouders klakkeloos overnemen. In het dagelijks leven speelt geloof een grote rol voor me. Wat doe je met je leven, hoe ga je met mensen om? Geloof heeft een positieve invloed op dit soort zingevingskwesties, vind ik. Ik zie God, behalve als schepper, als een vader, als iemand die van zijn kinderen houdt, die liefde geeft. En daar hoort keuzevrijheid bij, tot en met de mogelijkheid om tégen hem te kiezen. Uiteindelijk maak ik zelf de keuzes in mijn leven, maar in de wetenschap dat God er altijd voor mij is."