Controverse Plasterk - De Witte duurt blijft de gemoederen bezighouden

Controverse Plasterk - De Witte duurt blijft de gemoederenbezighouden

De dag waarop Nederland van Frankrijk verloor tijdensde kwartfinale van het Europees kampioenschap

in 1996, blijft de gemoederen bezig houden. Tweeweken geleden stond er in het U-blad een artikel over een onderzoekvan promovendus Daniel Witte naar de relatie tussen het aantalhartaanvallen in ons land en de slechte afloop van die wedstrijd.Veel is daarin al gezegd over de kritiek die Plasterk leverde op degebruikte statistische methoden en het verweer hierop van Witte enzijn promotor Rick Grobbee. Niet genoeg, blijkt uit de ingezondenbrieven.


Eenzijdig

In het U-blad van 25 januari reageren Witte en Grobbee op eencolumn van Plasterk in de Volkskrant van 12 januari. In die columnbeweert Plasterk dat de relatie die Witte, Bots, Hoes en Grobbee(WBHG) vinden tussen het aantal hartaanvallen bij mannen op de dagwaarop Nederland in 1996 van Frankrijk verloor, op toeval berust(zie British Medical Journal, 321 (2000) 1552-1554). De redeneringvan Plasterk komt er in het kort op neer dat eenbetrouwbaarheidsinterval van 95 procent leidt tot uitschieters invijf procent van de gevallen, ofwel in n op de twintig dagen.Derhalve is het verhoogde aantal hartaanvallen - 41 tegen gemiddeld27 - niet bijzonder. Volgens Grobbee en Witte geeft dit 'blijk vaneen wel heel naeve kijk op het begripbetrouwbaarheidsinterval'.

Echter Plasterk heeft wel een beetje gelijk omdat de kans opgeen uitschieter in twintig dagen maar 36 procent is (0.95 tot demacht twintig). WBHG hadden deze kritiek wellicht kunnen voorkomendoor te berekenen hoe waarschijnlijk het is dat minimaal 41 mannenaan een hartaanval overlijden. Hun onderzoekshypothese is immersdat stress leidt tot een verhoging van het aantal hartaanvallen.Het berekenen van een tweezijdig betrouwbaarheidsinterval ligt danniet zo voor de hand. Bij het berekenen van die eenzijdigeoverschrijdingskans zouden WBHG uit kunnen gaan van eenPoisson-verdeling in plaats van de nu gebruikte Normale verdeling.Een en ander zal ongetwijfeld leiden tot een beter gefundeerd'onderzoeksresultaat'.

Klaas Faber


Post scriptum: voetbal en emotie

Onze analyse van de hart- en vaatziektensterfte in Nederland tentijde van de uitschakeling van Oranje bij het Europeeskampioenschap voetbal van 1996 heeft veel reacties opgeroepen. Ookhet U-blad heeft zijn steentje bijgedragen door in te gaan op dekritiek op ons onderzoek van Ronald Plasterk in zijn column in deVolkskrant. Kern hiervan was dat onze bevinding zeer wel op basisvan toeval gedaan zou kunnen zijn en dat er evenzeer oversterftehad kunnen plaatsvinden op Koninginnedag of Pinksteren.

In het U-blad is het accent erg sterk op de statistiek komen teliggen, maar dat is nu juist het minst interessante aspect van onsartikel. Plasterk heeft natuurlijk gelijk wanneer hij stelt dat bijeen (random) kansverdeling de extreme vijf procent, een kans vanvijf procent heeft om op te treden. Dit is ook de manier waaroptraditioneel significantie toetsen worden verricht en p-waardenworden genterpreteerd. Een p-waarde is kleiner of groter dan 0,05;en een zogenaamde 'nul hypothese' wordt verworpen of aanvaard. Hetprobleem van een dergelijk gebruik van p-waarden, en ook vanbetrouwbaarheidsintervallen, is echter dat geen rekening wordtgehouden met de waarschijnlijkheid op een bepaald resultaat voordatde bevindingen worden gedaan. Zon voorafkans zal de kans dat eenwaarneming op toeval berust aanzienlijk kunnen benvloeden. Dat is,wat ons betreft, dan ook de kern van de discussie.

Wij hebben niet een waargenomen piek in sterfte gekoppeld aaneen toevallig passerende voetbalwedstrijd, maar zijn vertrokkenvanuit het idee dat voetbal in Nederland een dusdanige betekenisheeft dat dit zelfs in de sterfte op bevolkingsniveau zou zijnterug te vinden. De piek in sterfte na de dramatisch verlopenvoetbalwedstrijd lijkt steun te geven aan die opvatting. Voor alleduidelijkheid = dat heeft niets met schadelijkheid van voetbal temaken maar het laat zien dat voetbal op veel mensen een groteimpact heeft. Zeer waarschijnlijk groter dan Pinksteren ofKoninginnedag.

Onze bevindingen bewijzen uiteraard niets; ze maken het slechtswat waarschijnlijker dat (emotionele) stress een infarct ofberoerte kan uitlokken. Als een lezer dat op voorhandonwaarschijnlijk vindt dan zullen de gegevens uit onze analyse daarniet veel aan veranderen. Als een lezer dit echter inovereenstemming acht met zijn vewachting zal dit nader onderzoek eneventule interventie dichterbij brengen.Betrouwbaarheidsintervallen en andere statistische grootheden zijndaarbij van weinig belang. En wie heeft niet eens 'het hart in dekeel' voelen bonzen of 'zijn hart vast moeten houden'? Mogelijk ookin relatie tot voetbal. Of, zoals Plasterk ons toevertrouwde: Zelfheb ik aan die gemiste penalty indertijd een hartverzakkingovergehouden.

Rick Grobbee, Daniel Witte