Crossen door de bossen

Mirjam Streefkerk / fotografie Floor Fortunati

Thermoskannen, kinderwagens en klapstoeltjes: het lijkt een familiedag in het bos, maar het is het 'NK Relay oriëntatielopen'. Op een open plek in het Zandenbos bij Nunspeet hebben zo'n honderd mensen zich verzameld, Wouter Foppen (19) is er een van. De student Geneeskunde probeert op deze herfstachtige dag kampioen te worden, met zijn vader als teamgenoot.

Foppen gaat straks als derde en laatste van zijn team van start met een kaart in zijn handen en een chip en kompas om zijn vingers, de benodigdheden van een oriëntatieloper. De lopers moeten zo snel mogelijk navigeren langs de posten die

op de kaart staan de posten aangegeven. Bij elke post moet de chip worden ingevoerd in een elektronisch kastje. Zo kan de wedstrijdleiding zien dat hij straks daadwerkelijk elke post in de goede volgorde heeft bereikt.

De te volgen tactiek ligt voor de hand. Wouter: "Als je te hard loopt, kun je de kaart niet meer lezen. Dus hoe dichter je in de buurt van een post komt, hoe preciezer je gaat oriënteren en hoe langzamer je loopt." De kortste weg is niet altijd de beste, vertelt Wouter. Over los zand of door dichte bossen is het bijvoorbeeld erg lastig lopen. De details over de ondergrond staan allemaal op de kaart vermeld. Wouter: "Ik neem altijd wel wat risico, door stukken af te snijden, maar vandaag zal ik veel op het pad lopen. Ik wil m'n team niet benadelen."

De kaart onder je voet

Het van oorsprong Scandinavische oriëntatielopen is in Nederland een relatief onbekende en kleine familiesport. En dat is volgens Wouter meteen de charme ervan. "De sfeer bij wedstrijden is heel prettig, iedereen kent elkaar." Vriendschappelijke concurrentie, dat is wat er onder oriëntatielopers heerst. "Natuurlijk wil je zelf graag winnen, maar je gunt elkaar ook wel iets."

Langzaam maakt de herfstachtige grijze bewolking plaats voor wat flauw zonlicht. Als de eerste lopers zich bij de start verzameld hebben, legt de wedstrijdleiding onder hun voet de kaart neer waarop de renners kunnen zien naar welke posten ze moeten lopen. Pas als er is afgeteld van tien tot nul, mag de kaart opgepakt en bekeken worden.

Voormalig Nederlands kampioen Ronald Dohmen (40) is de eerste loper van Wouters team en loopt 4,5 kilometer. Peter Foppen (54), de vader van Wouter, mag daarna aantreden voor de drie kilometer en ten slotte mag Wouter zelf het karwei afmaken door een afstand van zes kilometer te lopen.

Bij de start van de eerste lopers drukt Wouter de stopwatch in, zodat hij kan bijhouden hoeveel de achterstand of voorsprong straks is. "Kom op Ronald", roept hij naar zijn teamgenoot die verdwijnt in het bos. Een podiumplaats zit er wel in vandaag, denkt de Geneeskundestudent. En heel misschien kunnen ze zelfs eerste worden. Maar dan moet iemand in het team van Clemens Roos, de beste oriëntatieloper van Nederland, een fout maken. "Als ik iets eerder kan vertrekken dan Clemens, kunnen we winnen", denkt Wouter.

Verdwaald

Het is Wouter tot nu toe nog maar een keer gelukt Roos te verslaan, maar daar zal waarschijnlijk snel verandering in komen. "Ik word ouder", zegt Roos (35), "Wouter kan goed lopen en goed kaartlezen. Ik heb nu nog meer vermogen, maar ergens in de komende jaren zal ik hem moeten laten gaan."

Wouter leerde oriënteren van zijn vader en liep op zijn tiende zijn eerste wedstrijd: "Maar ik verdwaalde, omdat ik van de kaart was afgelopen." Niels-Peter, de oudere broer van Wouter, is herstellende van een blessure, maar rent normaal ook mee om de prijzen.

Sinds een paar jaar legt Wouter zich fanatiek toe op zijn sport. Twee keer per week traint hij in Utrecht bij een atletiekvereniging, twee keer doet hij zelf een training en een keer loopt hij een wedstrijd. Dat is behoorlijk zwaar naast zijn arbeidsintensieve opleiding. Wouter: "Het eerste half jaar van mijn studie woonde ik nog thuis in Harderwijk, toen was ik alleen maar aan het reizen, trainen en studeren. Inmiddels woon ik in Utrecht en heb ik wat meer tijd voor andere dingen."

Waslijnen

De Geneeskundestudent begint aan de warming-up met zijn vader, zodat ook de oudste Foppen klaar is om straks voor een podiumplaats te gaan rennen. Even voor de finish hangen twee waslijnen boven elkaar vol met kaarten voor de volgende lopers. Als de aanstormende Dohmen de kaart voor Wouters vader pakt, zijn er al vier weg. Wouter geeft zijn vader nog een bemoedigend schouderklopje: "Blijf scherp pa, blijf oriënteren." En weg is Peter Foppen.

Ronald, nog nahijgend van zijn loop, was verbaasd toen hij afgelopen seizoen voor het eerst sinds tijden weer aan een oriëntatieloop meedeed. "Jarenlang was ik een van de beste oriëntatielopers in Nederland, Wouter was altijd het kleine jongetje, dat ook meedeed. Dit seizoen haalde hij me gemakkelijk in." Het sterke punt van Wouter is volgens zijn teamgenoot dat hij zich met alle aspecten van de sport bezighoudt. "Hij duikt er heel diep in, maakt zelf ook kaarten. En dat zijn vader en broer ook fanatieke lopers zijn, helpt natuurlijk ook."

Wouter staat inmiddels klaar bij de start. Hij moedigt zijn vader de laatste meters nog aan, knikt even met zijn hoofd, pakt de kaart en sprint ervandoor. Al drie laatste lopers zijn dan weg. "Relaxed doen Wout", roept zijn broer hem na. Het verschil met de nummer 1, uiteraard Clemens Roos, is meer dan drie minuten, te veel om nog goed te maken. "Maar als Wouter geen fout maakt, komen we nog op het podium", denkt vader Foppen wiens handen onder het bloed zitten omdat hij door de bramenstruiken is gerend.

Wouter komt als derde bij een van de laatste posten aan. Hij stopt zijn chip in de post en nadat die bliept, rent hij weer verder terwijl hij geconcentreerd op zijn kaart kijkt. Nu moet hij nog ongeveer een kilometer lopen. Iemand uit het publiek roept: "Je kunt Adrie nog pakken hoor." Adrie loopt in tweede positie.

Peter Foppen denkt niet dat zijn zoon in die ene kilometer nog bijna twee minuten kan inlopen. Hij staat dertig meter voor de finish te wachten met een enorme vlag van MINOR, de vereniging van de Foppens. Clemens Roos is dan al even binnen, net als de nummer twee. Een kleine minuut later komt Wouter uit de dichte begroeiing aangerend. "Je bent derde jongen", zegt Peter Foppen. Zijn zoon is tevreden: "Derde? Yes", zegt hij hijgend, terwijl hij doorrent. Zijn vader loopt met de vlag achter zijn zoon aan. Onder luid gejuich van het publiek komt Wouter over de finish.

"Jij had ook goed gelopen, pa", zegt Wouter als hij een ander shirtje aantrekt. Hij geeft een dikke zoen op het voorhoofd van zijn vader. "Er zat gewoon niet meer in."

Geen vrijstellingen

In een tent wordt een kind verschoond, lopers van verschillende teams vergelijken hun tijden met elkaar en in de verte roept een klein jongetje naar zijn moeder: 'Hup mama'. Het wachten is op de laatste lopers, die pas vertrokken toen winnaar Roos al binnen was.

De wedstrijd van vandaag is een van de laatste van het seizoen. Deze maand zal Wouter het rustig aan doen, om zich daarna vol op de voorbereiding voor het WK-junioren in Zweden te storten. Daar wacht hem een parkoers met veel meer hoogteverschil en moerasgronden. De extra trainingen zijn vooral gericht op het oriënteren. "Ik zal wat vaker zelf met een kaart het bos ingaan. Of ik neem een kaart waar ik met een computerprogramma de paden weghaal, zodat het moeilijker wordt te bepalen waar je bent."

In Zweden ontmoet hij de absolute wereldtop. Hij hoopt zich daar te kunnen kwalificeren voor de B-finale, de op een na hoogste eindstrijd. Wouter: "A zou natuurlijk leuker zijn, maar ik moet realistisch blijven. Voor een Nederlander is de B-finale een prima prestatie."

Wouter moet een tentamen missen voor het WK, maar vooralsnog heeft hij geen toestemming de herkansing wel te mogen maken. Oriëntatielopen is geen sport waar zomaar vrijstellingen voor gegeven worden. "Dat is weleens frustrerend", zegt Wouter. Hij is nog in onderhandeling met de examencommissie.

"Mijn studie is het belangrijkst. Van oriënteren kan ik straks niet leven. Bovendien zal ik als ik coschappen moet lopen geen puf meer hebben om zo intensief te trainen." De Geneeskundestudent ziet geen internationale oriëntatieloopcarrière voor zichzelf weggelegd. Daar is zijn sport te klein voor in Nederland. Wouter: "Maar we zien wel hoe het loopt. Eerst maar eens zorgen dat ik Clemens inhaal."

Kader

Nederlandse orientatielopers kijken jaloers naar Zweden waar de sport zelfs op scholen wordt beoefend. Eind negentiende eeuw ontstond het oriëntatielopen in Scandinavië als militaire oefening en in de twintigste eeuw professionaliseerde de sport zich in die regio. Nog steeds domineren de Noord-Europese landen de sport, al zijn er inmiddels wel 67 landen lid van de Internationale Oriëntatieloop Federatie. De Nederlandse afdeling telt ongeveer 350 leden, verdeeld over zeven verenigingen. Het Nederlandse leger heeft ook een oriëntatieploeg, waar de beste orientatieloper van Nederland, Clemens Roos deel van uitmaakt.