Cursus loopbaanonderhoud bij Centrum voor Beleid en Management: leeglopen en opnieuw beginnen

Cursus loopbaanonderhoud bij Centrum voor Beleid en Management:leeglopen en opnieuw beginnen

Een diep dal in het leven van initiatiefnemer Hans Knip (60), isde aanleiding geweest voor het organiseren van workshopsloopbaansturing. Knip was tot 1992 universitair hoofddocent bijSociale Wetenschappen. Door conflicten rondom zijnhoogleraarsbenoeming die niet doorging, werd hij bij het CBMgedetacheerd. Hij besloot er te blijven. Voorwaarde was dat Knipmarktgericht zou gaan werken. Hij moest z'n eigen salaristerugverdienen.

"Ik veranderde ineens van gerespecteerd hoofddocent in eenopleider die samen met andere mensen in een kamer zat, waar de heledag de telefoon ging. Ik moest cursussen binnenhalen als 54-jarigeen werd afgerekend op mijn resultaat. Ik was zeer gespannen overm'n resultaten en de conflicten in de faculteit hadden diepe sporenachtergelaten. Die afdaling was verschrikkelijk en heelbedreigend."

Knip zat in 1994 acht maanden overspannen thuis. Bij terugkomstvroeg zijn baas wat het CBM kon doen om hem van de straat tehouden. "Ik had gemerkt, dat meer wetenschappers vastliepen in hunbaan. Zo ben ik gestart met de workshops."

Vanuit de organisatie is meestal geen aandacht voor actiefloopbaanbeleid. Medewerkers horen wel wanneer ze niet goedfunctioneren, maar niemand vraagt of ze nog wel goed op hun plekzitten. Leidinggevenden kaarten het niet aan, omdat ze bang zijndat iemand dan weggaat, is de ervaring van Knip. Binnen deuniversiteit zijn er twee clubs voor loopbaantrajecten: Topselectbiedt aan wetenschappelijk en ondersteunend personeel individueletrajecten. De CBM-workshop is opgezet voor wetenschappers. Met namedocenten in de leeftijd 38-plus willen de balans opmaken.

Jacqueline Hulst (38), twaalf jaar docent/onderzoeker bijLetteren, volgde de cursus in het voorjaar van 1999. "Op het werkging het goed, ik was gepromoveerd en in het bezit van debasiskwalificatie. Maar er kwam een moment waarop ik me niet meerafvroeg `ben ik wel goed genoeg, maar is het werk wel goed genoegvoor mij'. Ik heb bij mijndirecteur toen kenbaar gemaakt dat ik decursus wilde volgen. Het klimaat in de faculteit om zulke zaken aante snijden, is niet uitnodigend. Er worden binnen mijn opleidingnooit functioneringsgesprekken gehouden. Mijn baas had gemengdegevoelens, omdat hij bang was dat ik zou vertrekken."

Door workshop werd het voor Hulst helder hoe haar loopbaan eruitmoest gaan zien. De docente werd bevestigd in haar opvatting dat zehaar vleugels uit moest slaan, maar wel binnen de universiteit. Zedeed een stap achteruit en keek vanaf een afstand naar haar eigenwerksituatie. "Als wetenschapper ben je zo gefixeerd op de inhoud",legt ze uit. De docente werkt sinds 1 oktober voor éénjaar twee dagen per week bij het Universitair Strategisch Programmaals projectmedewerker onderwijskwaliteit.

Veilig

"Mensen vertellen hun verhaal en herkennen zich in degezamenlijke problematiek. De eigen werkplek wordt vaak alsonveilig ervaren en men is bang voor repercussies. Deelnemerskunnen hier 'leeglopen' en ervaren het als een opluchting om er metanderen over te kunnen praten", zegt Knip. Er zijn viercontactdagen, verspreid over een periode van twee maanden. Naasthet `groepsproces' is er individuele aandacht. Elke deelnemer heeftzijn eigen leertraject. Na de derde contactdag heeft iedereen eenpersoonlijk actieplan geformuleerd in het zogehetenbalans-document. Dit document helpt bij het beantwoorden van deultieme vraag wat een deelnemer wil bereiken. Na een half jaarkomen we nog een keer bijeen, om te kijken hoe het gaat, aldus deworkshopleider.

Wat hem meevalt, is dat het geen grote klaagzang wordt. Al gauwstaat de vraag centraal `Wat kan ik bereiken, ontwikkelen.' Nieteindeloos zeuren over wat niet goed is. `Laat ik maar eens tenstrijde trekken', 'laat ik maar eens weggaan'. "Het hoeft niet tebetekenen dat je een andere baan moet zoeken. Belangrijk is jezelfde ruimte te gunnen een keuze te maken. Er worden in die tweemaanden contactgroepjes gevormd. De groepsleden informeren elkaarover hun voortgang.

Maaike Meijer (50) ging eind 1997 met vijf opties de workshopin: Beheerder worden van een landgoed, psycho-analytica, makelaarin onroerend goed, onafhankelijk schrijver of opgaan voor hethoogleraarschap. Het werd het laatste. Meijer is nu hoogleraargenderstudies in Maastricht. Ze had het idee dat haar loopbaanstokte en ze alles al een keer gezien had. Toen ze de workshopvolgde, was ze tien jaar hoofddocent bij VrouwenstudiesLetteren.

Ze kreeg behoefte aan verandering van lucht. De optie van hethoogleraarschap had te maken met het feit dat ze nu wel eens haareigenstempel wilde drukken. "Wetenschap is altijd stressy en de latligt altijd hoog. Als hoogleraar zou ik veel meer m'n eigen tijdkunnen invullen."

In haar workshop zaten enkele mensen behoorlijk vast in hunbaan. Meijer zat niet aan de bodem, maar had het gevoel dat ze nuwat moest gaan doen omdat ze anders te oud zou zijn. Ze leerde datze zelf het antwoord moest vinden op de vraag welke kant zeuitwilde. "Wanneer je zelf handelt, voel je je veel beter."

In het verleden kon Meijer radicaal van koers wijzigen door vande ene op de andere dag van baan te veranderen. Ze voer altijdsterk op haar intuïtie. "Op mijn 47ste was ik ineens mijnroer, mijn intuïtie kwijt en hiermee mijn besliskracht." Zedurfde niet meer te bewegen. Door de workshop nam ze de tijd vooreen beslissing. Daardoor wist ze dat ze in de wetenschap wildeblijven. "Wanneer ik voor wat anders zou kiezen had ik het gevoeldat er een prachtig zeilschip zou zinken."

Drempel

Het is voor het CBM moeilijk om Utrechtse deelnemers voor deworkshop te krijgen. Volgens Knip komt dit onder meer doordatmedewerkers toestemming moeten vragen aan hun leidinggevende endoordat wetenschappers het moeilijk vinden om toe te geven dat zewat anders willen.

Rob Cozzi, universitair adviseur personeel en organisatie, isvan mening dat ieder personeelslid geregeld op cursus gestuurd moetworden. "Er is niet voor niets anderhalve ton vrijgemaakt voorherbezinning." Topselect heeft in het kader hiervan 'Koers 2000'ontwikkeld. Door dit project konden medewerkers een loopbaantrajectvolgen. Cozzi vindt dat de universiteit als werkgever actiefpersoneelsbeleid moet voeren en ze de leidinggevenden moeten lerenhoe zij over de toekomst met medewerkers kunnen praten. In decursus Academisch Leiderschap komt dit aan bod. Ook zullen depersoneelsfunctionarissen verder moeten professionaliseren.

Cozzi beaamt dat er nu nog veel achterstallig onderhoud wordtgepleegd. "We moeten nu de overstap maken van repareren naarpreventief onderhoud. Er gaat nog wel een generatie docentenoverheen voordat het loopbaangedeelte van ons personeelsplan FLOWgoed werkt. Maar in de tussentijd kan al wel op andere manieren aanloopbaanonderhoud worden gedaan, waaronder dat gedifferentieerdaanbod van Topselect en CBM."

"Dat is mooi gezegd, maar er gaapt een enorme kloof tussen watmen zegt en doet", vindt Knip. "Dit is een groot thema binnenuniversiteit De mensen die nu de workshops volgen zijn pioniers."De reactie van Cozzi hierop is dat hij van medewerkers wel eenzekere mate van zelfredzaamheid verwacht. Mensen zijn zelfverantwoordelijk voor huncarrièreplanning. "Als je je vingerniet opsteekt, dan denk ik: 'Tja...het zijn toch niet de domstendie we in huis hebben'."

Janny Ruardy


Workshop Werk- en loopbaanbalans

In de vierdaagse workshop voor wetenschappers komen de volgendeonderwerpen aan bod:

- confrontatie met een veranderend functieprofiel van dewetenschapsbeoefenaar

- de balans opmaken van de eigen loopbaan tot nu toe

- verkenning van de huidige taak en werkplek

- uitwerken van het eigen profiel naar kwaliteiten enaffiniteiten

- ontwikkeling van een perspectief en een persoonlijkactieplan

Start voorjaarsworkshop 2000: 17 maart, 13 en 14 april en 19mei. Kosten: 3125,- gulden (exclusief 525,- gulden accomodatie enverzorgingskosten). Voor nadere inlichtingen kunt u contact opnemenmet Martine Kroezen (CBM), 030-2536463. pao.cbm@law.uu.nl.

Informatie via Internet: http://www.law.uu.nl/cbm/pwwerk.asp