Dansgevecht in je eigen wereld

Met karatekampioene Doenja Hertog valt niet te spotten

Wie denkt dat Doenja Hertog (18) derde is geworden op het laatste Nederlands Kampioenschap karate door haar tegenstandsters met uitgekiende trapbewegingen naar de vloer te werken, heeft het mis. De eerstejaars geneeskunde haalt haar prijzen in het onderdeel 'kata', een soort dans waarbij de karateka geheel opgaat in zichzelf om vervolgens plots explosief een denkbeeldige tegenstander knock-out te slaan.

Hertog heeft zich toegelegd op katawedstrijden. De bedoeling bij kata is karatetechnieken in een vast voorgeschreven volgorde te demonstreren. "De technieken en volgorde staan vast, en vaak het ritme ook. Een stap naar voren, een trap links, een stoot rechts, een sprong, zoiets bijvoorbeeld. De technieken moet ik zo explosief mogelijk uitvoeren. Het is een soort dans waarbij ik een individueel gevecht uitbeeld. Dat moet heel krachtig en explosief gebeuren, maar niemand mag emotie bij mij zien. Als ik stoot zie je niet dat iemand in elkaar kruipt, maar je moet wel het gevoel hebben dat als daar iemand had gestaan, dat die knock-out was gegaan."

Beleving

Voor een goede kata is het noodzakelijk je terug te trekken in je eigen wereld, legt Hertog uit. "Een kata moet mijn beleving zijn en dat kan ik alleen tonen als ik mij afsluit van de buitenwereld. Bij de uitvoering probeer ik dan de omstanders mee te nemen in die eigen beleving. De jury kijkt dus niet hoe leuk ik er uit zie, maar of ik ook echt beleef en uitstraal wat ik ervaar."

Bij de demonstratie moet een bepaalde spanning worden opgebouwd. "Op sommige momenten ben ik geconcentreerd en sta ik stil. Op die momenten verzamel ik alle energie, en dan opeens knal ik alles eruit en ben ik onwijs explosief. Ik moet uitstralen dat er een dreiging is van een tegenstander, zonder dat ik mijn zelfverzekerdheid verlies. Iedereen moet daardoor het gevoel krijgen dat ze naar mij willen kijken."

Een kata duurt anderhalve minuut. Hertog: "Je moet in die tijd alles geven. Na afloop moet je zo kapot zijn dat je niet meer kunt staan. Bij elke techniek gooi je het maximale eruit. Dat is het gevecht; continu knokken, ook al doe je dat niet met een ander. Ik moet trappen alsof ik door een muur heen moet en slaan alsof ik een steen moet breken."

Geinen

Met veel passie praat Hertog nu over karate. Maar vijf jaar geleden vond ze de sport nog verschrikkelijk. "Toen ik dertien was en op judo zat, had ik een hekel aan karate. Een stel gasten die elkaar zomaar in elkaar slaan. Ik vond het helemaal niks. Maar nadat ik met een groep vrienden een karateles had gevolgd bij mijn techniekleraar op school begon ik het erg leuk te vinden. Ik ging meedoen aan wedstrijden. Dat ik meteen veel won was een grote stimulans om door te gaan."

Inmiddels traint Hertog gemiddeld tien uur per week, behoort ze tot de Nederlandse top, en heeft ze er veel voor over om op de lange termijn Europees door te breken. "Ik ben professioneel bezig met mijn sport en dat eist ook ander gedrag. Ik kan niet gaan geinen. En ik moet echt op tijd naar bed en op mijn voeding letten. Als ik die dingen niet doe merk ik dat ik de volgende dag in de training veel suffer ben. Ik kan ook niet het studeren voor een tentamen op de laatste week laten aankomen. Ik moet effectief met mijn tijd omgaan en alles goed plannen."

Bang

Hertog ondervindt dat veel van de ervaringen die zij in haar sport opdoet ook in het dagelijkse leven van pas komen. "Wat in mijn geneeskundeboeken staat over het lichaam, weet ik vaak al. Ik ben dagelijks met mijn eigen lichaam bezig."

Maar het karate heeft bovendien haar persoonlijkheid veranderd. "Ik ben sneller volwassen geworden door die serieuzere houding. Ik ben rustiger, zelfverzekerder en heb een betere concentratie. Ik ben daardoor ook veel alerter. Laatst viel ik van mijn fiets maar ik landde in een push-up houding en had dus niets bezeerd."

En door het karate is Hertog niet snel meer bang te krijgen. "Ik train met jongens van 90 kilo. Dan kan je geen klein bang meisje spelen. Ik moet terugbijten. En dat straal ik ook buiten de sportschool uit. Als ik nu in het donker over straat loop ben ik niet bang, al ben ik maar een meisje van 1 meter 57. Wat interesseert mij dat nou? Probeer mij maar wat te maken."

Rins van Kouwen