De database: Puisten op de huid van de oceaan

Prof.dr. Will de Ruijter: "In de wereldoceanen circulerenverschillende stromingen zoals de Golfstroom, die een enormeinvloed hebben op het klimaat op aarde. Zo stroomt de warmeAgulhas-stroom vanaf Indonesië via de Indische Oceaan langs deAfrikaanse oostkust naar het zuidwesten. Vroeger dacht men dat hijde Atlantische Oceaan instroomde, maar satellietgegevens hebbenlaten zien dat hij ter hoogte van Zuid-Afrika een scherpe bochtmaakt en terugkeert naar de Indische Oceaan.

"Die bocht is zo scherp dat er periodiek een lus ontstaat dierond draait met een snelheid van zo'n acht kilometer per uur en diezichzelf van de hoofdstroom afsnoert. Gemiddeld ontstaat zo elketwee maanden een immense wervel met een doorsnee van welvijfhonderd kilometer. In tegenstelling tot de Agulhas-moederstroomdrijven die wervels de Atlantische Oceaan wél in en een aantalbereikt na ongeveer twee jaar de kust van Brazilië. Omdat zerelatief warm en zout zijn, hebben ze een behoorlijke invloed op dewarmtehuishouding in de Atlantische Oceaan en daarmee ook op onsklimaat.

"Om onze klimaatmodellen verder te verfijnen, doen we sinds eenjaar of tien onderzoek naar deze wervels en daarbij maken we vooralgebruik van gegevens van de TOPEX/Poseidon-satelliet. Een voorloperdaarvan heeft ruim twintig jaar geleden voor het eerst aangetoonddat wervels op grote schaal bestaan. De satelliet meet met behulpvan radarsignalen vanaf een hoogte van 800 kilometer de hoogte vanhet wateroppervlak tot op vijf centimeter nauwkeurig. Uit diemetingen bleek dat er in het zuiden van de Atlantische Oceaan grotestukken zee waren, die een beetje boven de omgeving uitstaken. Zowerden de wervels ontdekt. Je kunt ze het best vergelijken metroterende puisten op het zeeoppervlak, groter dan Nederland, die inhet midden wel een meter hoger kunnen zijn dan aan de randen.

"TOPEX trekt een soort maaswerk van banen rond de aarde enverricht continu metingen die door de computer worden uitgemiddeldnaar één waarneming per zeven kilometer. Omdat de baantelkens een beetje verschuift, krijgen we van een groot aantalpunten op aarde elke tien dagen een nieuwe meting binnen. Behalvevan TOPEX maken we ookgebruik van de SST-satelliet die grotereoppervlakken met behulp van infraroodapparatuur op temperatuurscant en die zijn waarnemingen van hetzelfde gebied elke drie dagenherhaalt.

"Samen hebben deze satellieten ons sinds 1978 databestanden mettriljarden waarnemingen opgeleverd, waarmee we het gedrag vanwervels gedurende de afgelopen twintig jaar gedetailleerd hebbengenanalyseerd. Maar een nadeel van satellietmetingen is dat zealleen het zeeoppervlak in kaart brengen, terwijl wervels een paarkilometer diep zijn. Van wat daar precies gebeurt, weten we nogmaar weinig.

"Vandaar dat de Pelagia dwars door een wervel heen gaat varen ommetingen onder het zeeoppervlak te doen. Die wervel is inmiddels'Astrid' gedoopt naar een van onze promovendi die meevaart. Hetaardige is dat wij het schip vanuit Nederland naar zijn bestemmingloodsen op basis van de satellietgegevens die hier binnenkomen. Detocht van de Pelagia is daarmee een van de eerste expedities terwereld die vanuit de ruimte wordt gestuurd."

EH

Zie voor meer informatie: http://kellia.nioz.nl/projects/mare/