De enige echte Shakespeare?

“Tot nu toe waren de deskundigen er vrij zeker van: wie wilde weten hoe Shakespeare eruit had gezien, kon het best te rade gaan bij de Vlaming Martin Droeshout. Een gravure van diens hand was in 1623, zeven jaar na de dood van de grote toneelschrijver, opgenomen in de ‘Folio’, de allereerste uitgave van de verzamelde werken van Shakespeare. Als tijdgenoten zoals Shakespeares aartsrivaal Ben Jonson dat portret als een goed gelijkende afbeelding zagen, dan moest het wel betrouwbaar zijn, was de gedachte.”

Zijn er later geen portretten opgedoken, die die zekerheid ondergroeven?

“Niet echt, nee. Er is bijvoorbeeld het zogeheten Chandos-portret en er is het Janssen-portret, een in de achttiende eeuw gemaakte kopie van een schilderij van de hand van Cornelis Janssen. Maar die portretten lijken zo op de Droeshout dat ze de bestaande ideeën over het uiterlijk van Shakespeare alleen maar bevestigden."

En daar is nu verandering in gekomen.

“Wat mij betreft wel. Het is goed mogelijk dat wij met dit nieuwe schilderij nu het origineel van Droeshout én van het Janssen-portret in handen hebben. Uit boomringonderzoek blijkt dat dit nieuwe schilderij dateert uit 1610. Het is dus nog tijdens Shakespeares leven geschilderd. Bovendien circuleerde het voordat het in bezit kwam van de familie Cobbe, in de kringen van de Graaf van Southampton, met wie Shakespeare een hechte relatie had. Ik kan mij dan ook erg goed voorstellen dat dit schilderij het model voor de Droeshout-gravure is geweest.”

Hoe is dit werk eigenlijk ontdekt?

“Dat is heel toevallig gegaan. Tijdens een expositie van portretten van Shakespeare in de Londense National Gallery zag meneer Cobbe het Janssen-portret hangen. Hé, dacht hij, dat lijkt op een schilderij bij mij thuis, maar het mijne is een stuk mooier. Hij heeft toen contact opgenomen met mijn Engelse collega Stanley Wells en zo is het balletje gaan rollen. Tot dan toe wist Cobbe niet dat het om een portret van Shakespeare ging.”

Maar hoe zeker zijn we daar nu van?

“Dat hangt ervan af aan wie je het vraagt. Mijn Utrechtse collega Paul Franssen is niet overtuigd. Hij vindt het bewijs niet sluitend en zegt dat het al jarenlang bekende Chandos-portret veel meer lijkt op de Droeshout-gravure en het Janssen-portret. Ikzelf ben positiever gestemd. Het jasje dat Shakespeare hier aanheeft, lijkt bijvoorbeeld als twee druppels water op dat op de gravure. Op dit nieuwe schilderij draagt hij weliswaar een dure kraag van kant, maar dat is niet verwonderlijk. Shakespeare was waarschjjnlijk de rijkste man van Stratford. Hij mocht zich ‘William Shakespeare, gentleman’ noemen, en die titel was echt niet voor de eerste de beste weggelegd.“

Maar niet iedereen is dus overtuigd.

“O nee, en dat was ook niet te verwachten, want er zijn genoeg ongerijmdheden. Op dit nieuwe schilderij heeft Shakespeare bijvoorbeeld een dikke bos haar, terwijl hij op alle eerdere portretten een sterk teruglopende haarlijn heeft. Het probleem is dat er geen echt hard bewijs is voor de stelling dat dit Shakespeare is. We kunnen ons de komende tijd dus weer opmaken voor heftige discussies."

Hoe belangrijk is zo’n vondst nu eigenlijk?

“Ach belangrijk, belangrijk. Casanova heeft ooit gezegd: roken doe je bij daglicht, want een deel van het plezier bestaat eruit dat je naar de rook kunt kijken. Zo is het ook met literatuur. Door filosofen als Foucault is de auteur weliswaar dood verklaard, maar in de jaren daarna is hij glorieus herrezen. Mensen hebben er gewoon behoefte aan om ook iets van de auteur van een werk te weten. Dus belangrijk? Nee. Maar interessant? Ja zeker!"