De gesjeesde romanticus en de ouwe lul

Wie denkt dat er alleen studenten wonen instudentenhuizen vergist zich. Op een gezonde studentenverdiepingwoont altijd een 'oude lul', of een gesjeesde romanticus. Iederstudentenhuis heeft zijn wijze uil, of vage vagebond. Mensen diemet elkaar gemeen hebben dat ze de universiteit nooit van binnenzien, maar moeilijk afscheid kunnen nemen van de chaotischelevendigheid van het studentenbestaan.

Er is een ongeschreven wet voor de mensen die makkelijk leren.Je moet naar de lagere school, je moet naar de middelbare school,je moet studeren, en je moet werken, je moet een auto en eenhypotheek, je moet een stabiele liefdesrelatie, je moet kinderen,en je moet een keertje dood.

De mooiste tijd heet de studententijd zijn. Dan moet er nog nietzo veel, en wordt bijna alles je vergeven. Zuipen, braspartijen,vage feestjes, tongen met een kwijlebal, dronken in het bed van eenander plassen. Het mag allemaal, totdat je afgestudeerd bent. Danverwacht men dat je een eigen huisje gaat betrekken. Het tijdperkvan de hypotheken, de kinderen, de uitvaartverzekeringen en degeheime minnaars of minnaressen breekt aan.

Er zijn echter mensen die van dit normale patroon afwijken, enblijven hangen in een studentenhuis. Die nog dagelijks de geur vanverschaald bier ruiken, en herrie horen uit goedkopehifi-installaties. Die nog steeds 's nachts struikelen over legewijnflessen, en gietijzeren pannen met pastaresten.

Zo iemand is Joris Uijen (31). En hij woont niet in zomaar eenstudentenkamer. Uijen is de 'opa' van verdieping 89, twee hoog, vande Ina Boudier Bakkerlaan, een soort grote studententuin. Eenvrijplaats voor jongeren die juist onder moeders vleugels vandaanzijn. Uijen is er een vreemde eend in de bijt, die het drukkebestaan van fysiotherapeut leidt.

Daarnaast coƶrdineert hij ook nog eens het overblijven opeen school. "Ik zorg ervoor dat in de lunchpauzes alles goedgeregeld is." En tenslotte doet hij bestuurswerk op de IBB. Dewerkende man woont al tien jaar op de Ina Boudier Bakkerlaan. Uijenheeft er inmiddels de leeftijd en wijsheid bereikt, om degebeurtenissen op zijn verdieping van een droge afstand te kunnenbekijken. Dit brengt hem in de positie waarin hij analyserendeopmerkingen kan maken over de huidige en de vroegere student. Enhij ziet wel degelijk verschillen met een decennium geleden: "Destudenten werken tegenwoordig harder. Ze zijnintensiever met destudie bezig. De werkende bewoners hier op de verdieping gaan vaaklater naar bed dan de studenten. En ik heb de indruk dat destudenten minder bewust leven dan wij vroeger. Toen ging detelevisie wel eens uit en zaten we tot diep in de nacht tediscussiƫren. Nu gaat de televisie nooit meer uit."

Behalve wanneer er feesten gegeven worden, en die zijn heftigerdan vroeger. "Er wordt dan flink gezopen en flink geblowd." Naafloop is de puinhoop groter. En er wordt minder goed opgeruimd."Resten van een feest blijven veel langer liggen. Vroeger gingen wede volgende dag met zijn allen opruimen en dat gebeurde dan ookgrondig." Paradoxaal is dat volgens Uijen de huidige student,ondanks zijn gebras, wel netter is in het liefdesleven: "Eind jarentachtig kwam het regelmatig voor dat de vriendin van een huisgenootdronken in een hoekje met een ander lag te zoenen. Dat zie je nietmeer. Tenminste niet op deze verdieping." Relaties lijkenstandvastiger te zijn. Uijen sluit echter niet uit dat het er opandere verdiepingen nog ouderwets aan toe gaat.

Hijzelf geeft zich, ondanks dat hij vrijgezel is, niet meer overaan dergelijke gekkigheid. Uijen bekent dat hij zich aan hetsociale leven op de verdieping onttrekt. "Ik vind het niet zo leukmeer om erbij te gaan zitten." De gespreksonderwerpen van dehuidige student interesseren hem niet. Als ze algespreksonderwerpen hebben. "Maar ik wil geen alien zijn", zegtUijen terwijl hij een sjekkie rolt. "Ik heb meer een houding van,wat jullie doen is niets meer voor mij, maar trek je alsjeblieftniks van mij aan."

De vraag dringt zich op of het niet eens tijd wordt dat Uijeneen huisje voor zichzelf betrekt. Geen gele poep meer in degootsteen, geen mysterieuze verdwijningen van shampoo of tandpasta,geen briefjes met anonieme verwensingen, maar wel gewoon je eigentoilet, en je eigen badkamer. "Ik ben nogal honkvast", zegt dejonge fysiotherapeut, die wijst op de onvermoede voordelen die hetstudentenhuis biedt: "Ik hou erg van computers, en het netwerk ishier ongelooflijk goed. Voor vijftig gulden per maand heb je hiereen perfecte Internetaansluiting." Hij demonstreert hoe je met eensimpele druk op een knop onmiddelijk contact kunt maken met hetInternet. Daarnaast kost een kamer op de IBB, inclusief alles datje maar kunt verzinnen, 300 gulden per maand. Een schijntje vooreen werkende jongeman, die dus voor 350 gulden per maand theinvisible master of the digital universe is, met de IBB alshomebase. Daarnaast is er natuurlijk de romantiek die kleeft aaneen studentenhuis en de angst dat na een verhuizing de gelukkigejeugdjaren definitief voorbij zijn.

Een echte romanticus met een warm kloppend hart, die zichdergelijke immateriele zaken aantrekt, is Alex Broods (24). Hij isniet afgestudeerd maar gesjeesd. Een vagebond die hetUtrechtseuitgaansleven kent als zijn broekzak. Hij studeerde enigetijd psychologie, maar het lukte hem niet om zich te concentreren,en weerstand te bieden aan de aardse geneugten van de nachtelijkestad. Hij is nu druk doende een gulden middenweg te vinden tussen"het als een robot volgen van de regels, en doen wat ik echt leukvind."

Ook Broods is blijven hangen in een studentenhuis in dePoortstraat. Hij moet de badkamer en het toilet delen, maar heefteen eigen keukentje. "Het is heel goed voor het sociale bewustzijnom met veel mensen in huis te wonen. Je moet samenwerken, en jeleert veel mensen kennen. Dat gaat best wel rap." Het grootsteprobleem vindt Broods het als "medemensen niet snappen datsamenwonen ook alleen zijn is. Af en toe wordt er teveel van jeverlangd. Krijg je het idee dat je asociaal bent als je mensen geenaandacht geeft."

Toch heeft Broods niet de behoefte om te verhuizen naar eeneenheid voor zichzelf alleen, zolang zijn kamer maar aan debasisvoorwaarden voldoet. "Het moet een bron van rust zijn. Dat jeje er lekker in kunt terugtrekken."

Hij wijst erop dat velen luchtkastelen najagen. "Je hebt mensendie wonen in een groot huis waarin ze eenzaam zijn. Het maakt nietuit hoe groot je kamer is, als je Utrecht als je tuin hebt. Datmoet je inzien, anders ga je energie verspillen aan nuttelozedingen."

Gerard Janssen