de kwestie

Onvrede bij opleiding geschiedenis

Er heerst grote onvrede over het geschiedenisonderwijs. Werkgroepen worden hoorcolleges, docenten hebben een te hoge werkdruk en experimenten met nieuwe onderwijsvormen roepen negatieve reacties op bij studenten.

Wegens bezuinigingen en een te grote onderwijsdruk is een commissie ingesteld die afgelopen februari een voorstel heeft ingediend tot wijziging van het onderwijs in de bachelor. In het nieuwe plan wordt de helft van de cursussen in het eerste jaar extensief; dat houdt in dat er geen werkcolleges meer gegeven worden.

Studenten en docenten zijn bang dat de kwaliteit van het onderwijs achteruitgaat door de bezuinigingen en het daaruitvolgende nieuwe onderwijsplan. Daarom hebben studenten een actiecomité opgericht. Jantine Derksen zit in het comité: "Wij willen dat de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd blijft. De voorgestelde onderwijsvernieuwing komt er wegens de financiële situatie en niet ter verbetering van het onderwijs."

Directeur Mayke de Jong van het Onderwijsinstituut Geschiedenis staat achter het voorstel. "Het onderwijs wordt niet uitgehold. Naast de extensieve cursus wordt er elk blok ook nog een intensieve cursus gegeven." Een van de redenen van de onderwijshernieuwing is volgens De Jong dat de faculteit Geesteswetenschappen zich meer op het onderzoek wil gaan richten. "De laatste jaren zijn er steeds meer studenten bijgekomen zonder dat de staf groeide. Daardoor kwam er steeds minder aandacht voor onderzoek. Dat kan niet meer."

Voor de studenten van het actiecomité is het lastig om iets te bereiken. Derksen: "We worden constant van het kastje naar de muur gestuurd. We zijn nu weliswaar erkend als adviesorgaan maar officieel hebben we nog niets bereikt." Begin juni wordt de klacht van het comité behandeld in de faculteitsraad.