De marathon is veel te kort

Ultraloper Herman Waardenburg is verslaafd aan lopen

In Nederland mogen slechts een man of veertig zich rekenen tot het selecte groepje ultralopers. Dat zijn atleten die een marathon niet lang genoeg vinden en veel grotere afstanden afleggen. Universiteitsmedewerker en ultraloper Herman Waardenburg kan zonder rennen niet leven. “Soms ben ik niet te houden, dan moet ik lopen.”

De 54-jarige Waardenburg is huismeester van het pand op Janskerkhof 15a en twee middagen per week receptionist op Janskerkhof 3. Zijn veertigurige werkweek weet hij goed te combineren met zijn verslaving. Maandag en vrijdag loopt hij ’s ochtends van half vijf tot half zes en dinsdag en donderdag traint hij na werktijd van zes tot acht. In zijn vrije weekend begint hij de dagen om zeven uur met een training van twee uur. Vroeger liep hij zelfs 225 kilometer in de week. Tegenwoordig doet hij rustiger aan en verdeelt honderd kilometer over zes trainingsdagen, maar de woensdag is altijd zijn rustdag gebleven.

Een dag verzaken is voor Waardenburg een unicum. Zelfs op vakantie zet hij al op de eerste dag zijn trainingsroute uit. Slecht weer heeft hem nog nooit tegengehouden en hardlopen blijkt een uitstekende remedie tegen hoofdpijn. “Alleen met hoge koorts blijf ik binnen, anders riskeer ik een longontsteking.”

Zijn trainingstijden zijn bijna heilig, hij toornt er niet graag aan. Als zijn vrouw en dochter donderdagavond vragen of hij misschien zin heeft om mee te gaan winkelen, wijst hij het verzoek kordaat af. “Dat hadden ze een week eerder moeten zeggen, dan had ik misschien mijn schema om kunnen gooien.”

Ideale training

@BroodNieuws:Maar voor wedstrijden en extra trainingen past hij maar al te graag zijn rooster aan. De zes uur die hij dinsdag 18 februari op De Uithof liep om het lustrum van studievereniging JSVU op te luisteren, kwam hem erg goed uit. “Dat was een ideale training voor de Wijde Wormer, een zesuurswedstrijd op 29 maart. Ik ging er vanuit dat ik tussen de 45 en de 50 kilometer zou lopen. Dat is prima gelukt: de teller gaf 47 kilometer en 100 meter aan. Hopelijk loop ik in de Wijde Wormer ongeveer 55 kilometer. En ik heb meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om nieuw vloeibaar voedsel uit te proberen.”

Het eten krijgt Waardenburg van zijn vaste coach, die zijn verrichtingen op De Uithof nauwlettend volgt. Al 25 jaar coacht Henk Damen hem. Volgens de ultraloper is een goede begeleider essentieel. “Henk houdt altijd perfect bij wanneer het tijd is voor mijn drinken of vloeibare voedsel. Dat luistert precies want je moet tijdens die lange afstanden niet alleen genoeg, maar ook op tijd drinken en eten. Als je dat niet doet, stort je in.”

Ideeën voor nieuwe voeding en trainingstips doet Waardenburg onder meer op van de andere veertig ultralopers die Nederland kent. Tijdens de wedstrijd loopt iedereen gezellig met elkaar te kletsen. Waardenburg: “Je loopt niet tegen, maar mét elkaar. Een parcours is vrijwel altijd een rondje van een kilometer of anderhalf. Daardoor blijft de groep dicht bij elkaar en zijn er genoeg momenten om te praten en tips uit te wisselen. Afhankelijk van de afstand of de duur van een wedstrijd ren je de eerste twee à drie uur, dan ga je over op dribbelen of fitnesswalking, dat is een soort van snelwandelen. Tegen het einde, als er minder dan een uur is te gaan, ga ik weer rennen. Ik weiger echter tot het uiterste te gaan en neem geen risico. Het gaat mij erom dat ik er lol in heb. Een wedstrijd uitlopen geeft mij de meeste voldoening.”

Hoewel zijn vrouw na dertig jaar huwelijk aan zijn hobby is gewend, verzucht zij af en toe wel eens ‘moet je nu al weer lopen?’ Toch heeft ze invloed op zijn vrijetijdsbesteding. Waardenburg droomt namelijk van 24-uurs wedstrijden en andere extreem lange duurlopen. Zoals de wedstrijd waar de deelnemers zes dagen lang elke dag veertig kilometer afleggen. Hij zal er echter nooit aan de start verschijnen. “Zulke wedstrijden vindt ze gekkenwerk, we hebben afgesproken dat ik maximaal twaalf uur aan een stuk loop.”

Stephan Lub