De nieuwe rector van de Universiteit Utrecht: Hans Stoof

Nog geen week na de UMC-receptie werd Stoof immers, op de dag van de UU-receptie, gevraagd of hij geen interesse had om rector te worden. "Dat was natuurlijk heel eervol, maar toch aarzelde ik. Het was mijn bedoeling in 2008 te stoppen als decaan om het wat rustiger aan te doen. Moest ik nu toch weer een job aannemen waarmee je 60 uur per week zoet bent? De vraag werd me daarna nog een aantal maal op wat indringender toon gesteld. Dan ga je nadenken. Ik voel me fit. En de trend in Nederland is sowieso dat we allemaal wat langer moeten doorwerken. Dat zie ik bijvoorbeeld bij onze hoogleraren ook gebeuren. Daarnaast lag er in de universiteit natuurlijk een mooie klus te wachten."

Stoof hapte toe. De uitdaging lonkte. De aankomend rector: "De universiteit heeft budgettaire problemen, vooral door de huisvestingslasten. Daarnaast krijgt de bestuurlijke vernieuwing nog zijn verdere beslag in de nieuw gevormde faculteiten. Verder moeten de keuzes voor onderzoeksspeerpunten die gemaakt zijn in Focus en Massa uitgewerkt worden."

Aan Stoof de taak bij de UU het kunststukje te herhalen, dat hij met zijn collega's in de Raad van Bestuur eerder bij het ziekenhuis zo goed uitvoerde. Want er zijn parallellen, meent ook Stoof zelf. Het ziekenhuis verkeerde aan het begin van deze eeuw ook in een financiële en organisatorisch zorgelijke situatie. Er waren tekorten en de fusie van AZU met de faculteit en het WKZ vroeg alle aandacht. De veel ophef veroorzakende operatie 'durven kiezen' werd ingezet. Nu, na acht jaar, laat Stoof het UMC achter in relatieve rust, en met een florissante spaarrekening.

De universiteit heeft de grootste hobbels inmiddels al genomen, denkt Stoof. "Er zijn al heel veel goede bewegingen in gang gezet. De mismoedigheid die ik twee jaar geleden soms aantrof, verdwijnt langzaam. Nu is het vooral te hopen dat de universiteit financieel wat ruimer in haar jas komt te zitten. Een beetje 'smeergeld' maakt het veel eenvoudiger om, zoals je graag wilt, te sturen op kwaliteit. Als alles in de organisatie schuurt en piept, heb je het als bestuurder erg lastig."

Dat hij nu als tweede opeenvolgende geneeskundedecaan de overstap naar het universitaire Bestuursgebouw maakt, ziet Stoof vooral als een voordeel. "Je voelt, en in Utrecht nog het minst, dat er net even te veel spanning zit tussen universiteiten en de bijbehorende UMC's. Misschien niet eens tussen de besturen, maar vooral in de lagen daaronder. Daar heerst een wij-zij-denken, dat we eruit willen hebben. Het is toch juist prachtig dat je hier twee grote kennisinstellingen hebt. Die zouden nog veel meer samen kunnen optrekken, daar wordt iedereen beter van. Ik hoop straks een bijdrage te kunnen leveren aan die betere relatie."

Hans Stoof kan werkelijk "lol" beleven aan het besturen, zo liet hij als geneeskundedecaan herhaaldelijk weten. Nu zegt hij uit te kijken naar de uitdagingen die binnen de universiteit op zijn weg zullen komen. En als de samenwerking wat minder naar wens verloopt, zal er altijd nog zijn relativeringsvermogen zijn. "Loop nu eens even honderd meter achteruit en kijk dan nog eens goed naar de dingen, zeg ik dan tegen mezelf. Van die afstand valt het meestal erg mee, kan ik verzekeren." XB

Een onverstoorbare bruggenbouwer

Met Hans Stoof komt er per 12 oktober 2007 opnieuw een geneeskundedecaan aan de top van de Universiteit Utrecht te staan. Verrassend vinden velen. Maar wie is die nieuwe rector?

Hans Stoof is groot, imponerend groot zelfs. Maar universitaire medewerkers hoeven niet bang te zijn met de nieuwe rector een olifant de porseleinkast te hebben binnengesleept. Want wie navraag doet naar het bestuurlijke opereren van Stoof krijgt eerder het beeld van een volleerd evenwichtskunstenaar: koersvast, en zonder onverwachte bewegingen. Bovendien wordt Hans Stoof een beminnelijk en bescheiden man genoemd.

Als Geneeskundedecaan weet Stoof confrontatie en escalatie steevast te vermijden. "Hans luistert naar alle argumenten, maakt een paar kwinkslagen en komt vervolgens met een acceptabel compromis. Hij is een consensuszoeker, een bruggenbouwer", vat immunoloog Hans Clevers het handelen van Stoof samen. Fried Keesen, die Stoof van nabij meemaakte in zijn tijd als onderwijsdirecteur van Biomedische Wetenschappen: "Hij neemt zorgvuldig waar welke kant het opgaat en kijkt dan wat haalbaar is."

Stoof weet bovendien te delegeren, herinnert Keesen zich. "Hij zet de goede mensen op de goede plekken en houdt zich alleen met de grote lijn bezig." Voormalig onderwijsdirecteur van Geneeskunde prof.dr. Olle ten Cate heeft soortgelijke ervaringen: "Hij geeft anderen vertrouwen, dringt zich absoluut niet op."

En al zou de hemel op het ziekenhuis neervallen, Hans Stoof blijft onder alle omstandigheden rustig en onverstoorbaar, zo is de ervaring. "Hoe druk het ook is", zegt stafmedewerker communicatie Henriëtte Dobbelaar, "hij loopt altijd heel relaxed rond, alsof hij alle tijd van de wereld heeft." Olle ten Cate: "Ondanks zijn drukke agenda is hij altijd benaderbaar."

Juist in lastige situaties weet de decaan zijn gevoel voor ironie, relativering en understatement in te schakelen. Clevers: "Dat is typisch Stoof: een opmerking om de spanning te breken. En dat net iets te zacht uitgesproken, zodat je goed naar hem moet luisteren." Keesen: "Op het moment dat hij een schijnbaar rampzalige mededeling krijgt, verblikt of verbloost hij geen moment. Om dan vervolgens iets te zeggen als: 'daar zijn we klaarblijkelijk nog niet over uitgesproken'."

Als er al een minpunt genoemd moet worden, dan is dat de voor de hand liggende schaduwkant van het doordachte handelen van Stoof. De decaan wacht soms wel erg lang op het neerdalen van het stof, vinden Clevers en Keesen.

Buiten kijf staat echter dat zijn 'menselijke' optreden de nieuwe rector alom respect oplevert. "Ik heb enkele jaren geleden in het persoonlijke vlak het nodige meegemaakt", zegt Dobbelaar. "Typerend voor Hans Stoof vind ik dat hij de enkele keren dat ik hem tegenkom, steevast de tijd neemt om te informeren hoe het met me gaat. En dat terwijl hij mij helemaal niet zo goed kent." Hans Clevers: "Ik geloof niet dat hij met ook maar iemand in het ziekenhuis echt woorden heeft. En dat wil wat zeggen." Ook zijn eigen verstandhouding met de decaan leed allerminst onder zijn vertrek uit het UMC begin van dit decennium, ingegeven door zijn ergernis over de ziekenhuisbureaucratie. "Ik herinner me dat ik toen wel twee uur lang in zijn kamer heb staan vloeken en tieren, maar typerend voor Hans Stoof is dat hij me dat nooit heeft nagedragen."

In de (bio-)medische hoek is overigens verrast gereageerd op de benoeming van Stoof. Dat na Willem Hendrik Gispen opnieuw een geneeskundedecaan gevraagd is de overstap te maken naar het universitaire college van bestuur, lag niet in de lijn der verwachtingen. Achteraf wordt de logica wel gezien. "Stoof is zeker niet zo'n flamboyante verschijning als Gispen, veel meer een man van het kleine gebaar. Maar als je naar zijn bestuurlijke kwaliteiten kijkt, zie je dat dit een hele goede opvolger is", zegt Ten Cate. Clevers: "Het is een ander mens dan Gispen, maar beiden gaan uit van de menselijke maat. Zelf heb ik altijd veel problemen gehad met die compromisvolle houding. Maar ik ben milder geworden. Voor de esprit de corps van zo'n grote organisatie is die houding waarschijnlijk erg goed."

Bovendien is er in het UMC over het algemeen waardering voor wat Stoof in het onderzoek en onderwijs van Geneeskunde heeft bewerkstelligd. De financiële situatie van het ziekenhuis noodzaakte de decaan kort na zijn aantreden in 1999 onverwacht tot de bezuinigingsoperatie 'Durven Kiezen'. Acht jaar later staat Geneeskunde er goed voor en kan Stoof weer behoorlijk investeren.

Het zou niemand verbazen dat de geneeskundecaan juist gezien die geschiedenis in beeld kwam bij het universitair bestuur. In een ontmoeting met de werkgroep strategie van de Universiteitsraad twee jaar geleden stelde Stoof al dat hij overeenkomsten zag tussen de moeilijke situatie waarin de UU zich op dat moment bevond en waarin het UMC zich bij zijn aantreden tien jaar geleden bevond.

De geïnterviewden vinden het lastig te voorspellen welke koers Stoof als UU-opperhoofd zal gaan varen, zeker gezien zijn UMC-verleden. "Maar je hoeft niet bang te zijn dat hij alleen de biomedische kaart gaat spelen", stelt Clevers. "Daarvoor zijn zijn contacten met de andere decanen te goed."

Iets anders wat Stoof waarschijnlijk weinig gaat doen is reizen. Olle ten Cate heeft hij wel eens toevertrouwd dat hij dat nu al met liefde overlaat aan zijn collega in de Raad van Bestuur van het UMC, Geert Blijham. "Wellicht heeft zijn reisweerzin te maken met zijn lange benen", zegt Ten Cate. En dat terwijl hij volgens andere ingewijden nota bene met Easy Jet vliegt naar zijn tweede huis aan het Meer van Genève.