De relatie tussen een hartaanval en de penalty van Seedorf

We schrijven 22 juni 1996. In Liverpool speelt het Nederlandseelftal in de kwartfinale van het Europees kampioenschap tegenFrankrijk. Na de reguliere speeltijd staat het 0-0 en ook in deverlenging wordt niet gescoord. Penaltys moeten beslissen welk landnaar de halve finale gaat. Nadat Johan de Kock, Frank de Boer enPatrick Kluivert raak hebben geknald, schiet Clarence Seedorf debal zo slap in dat de Franse keeper Bernard Lama er weinig moeitemee heeft. Omdat de Fransen wel allemaal scoren, is Nederland krapeen minuut later uitgeschakeld.

De nederlaag komt hard aan in ons land, zo hard dat die dag maarliefst 41 mannen van 45 jaar en ouder overlijden aan eenhartaanval. En dat terwijl in de vijf dagen voor en de vijf dagenna de wedstrijd per dag gemiddeld maar 27 mannen in dieleeftijdsgroep aan een hartprobleem bezwijken. Daar komt bij dathet aantal overleden vrouwen van 45 en ouder als gevolg van eenhartaanval op 22 juni nauwelijks afwijkt van het gemiddelde en datin dezelfde periode in 1995 en 1997 ook bij mannen geen sprake isvan grote variaties in het aantal sterfgevallen. Kennelijk had destress rond de voetbalwedstrijd voor mannelijke hartpatinten dusdramatische gevolgen, concludeerden promovendus Danil Witte en zijnpromotor prof.dr. Rick Grobbee in een artikel dat kort voor kerstverscheen in het British Medical Journal.

Het leek een duidelijke conclusie en Grobbee, hoogleraarepidemiologie in het Julius Centrum van het UMC Utrecht, was danook verbaasd over de Volkskrant-column, waarin zijn Utrechtsecollega prof.dr. Ronald Plasterk het artikel op 12 januari onder desuggestieve kop Gezond voetbal kijken met de grond gelijk maakte.Het verhaal van Grobbee en Witte is een blooper, aldus Plasterk.Zij baseren hun conclusie op schommelingen in sterftecijfers dieniets betekenen en die op puur toeval berusten. Ruim een week nadato kan Grobbee alweer glimlachen om de affaire, zeker nu hij metPlasterk heeft afgesproken om de discussie onder het genot van eenborrel voort te zetten. Maar dat betekent allerminst dat hij dekritiek van zijn faculteitsgenoot zo maar over zijn kant wil latengaan. Want daarop valt wat hem betreft wel wat af te dingen.

Sterfte

Kern van de discussie vormt het betrouwbaarheidsinterval van 95procent dat Grobbee en Witte in hun artikel formuleren. Op basisvan de door hen bekeken CBS-gegevens over doden als gevolg van eenhartaandoening tussen zeventien en 27 juni 1996 ligt dat intervaltussen de twintig en 35 doden per dag. "Dat houdt in", doceertGrobbee, "dat je op basis van die gegevens met 95 procent zekerheidkunt voorspellen dat het aantal doden als gevolg van een hartaanvalop een willekeurige dag tussen de twintig en 35 zal liggen. Je doeter dus in het geheel geen uitspraak mee over het aantal dagenwaarop de sterfte groter dan 35 of kleiner dan twintig is.

"Het probleem met de redenering van Plasterk is echter dat hijdat laatste wel doet. Hj stelt ten onrechte dat eenbetrouwbaarheidsinterval van 95 procent betekent dat het aantaldoden als gevolg van een hartaanval in een bepaalde periode in 95procent van de gevallen tussen de twintig en 35 zal liggen, en dusin vijf procent van de gevallen, ofwel in n op de twintig dagenerbuiten. Vandaar dat hij in zijn column stelt dat een uitschieterzoals wij die gevonden hebben gemiddeld elke twintig dagen een keerzal voorkomen en dat die dus helemaal niet zo bijzonder is. Maardat geeft blijk van een wel heel naeve kijk op het begripbetrouwbaarheidsinterval."

Daar komt nog een tweede probleem bij, aldus Grobbee en Witte.Natuurlijk heeft Plasterk gelijk dat er in 1996 waarschijnlijk welmeer dagen kunnen worden gevonden waarop een onverwacht hoog aantalmannen aan een hartaanval is gestorven. Maar de vraag is of dat derelatie tussen de 41 sterfgevallen op 22 juni en de penalty vanSeedorf ontkracht. "Plasterk schrijft nogal badinerend dat je metonze methode met een beetje goede wil een relatie van een grootaantal doden met elke willekeurige gebeurtenis kunt scoren, zoalsmet vrijdag de dertiende, met Pinksteren of met de finale van deAustralian Open. Maar dat is onzin, want zo gaan wij helemaal niette werk. Het is niet zo dat wij eerst dat sterftecijfer hebbengevonden en toen zijn gaan kijken of er op die dag ietsopmerkelijks gebeurde. Nee, ons uitgangspunt was die wedstrijd. Wijhadden de hypothese dat plotseling optredende stress wel eens vaninvloed zou kunnen zijn op het optreden van een hartaanval. Om diehypothese te toetsen zijn we gericht gaan zoeken naar het aantaldoden op juist die dag. Als je dan inderdaad iets opvallends vindt,dan zegt dat wat."

Aspirine

Hoewel het in het British Medical Journal werd gepresenteerd alsaardig tussendoortje, staat het gewraakte artikel zeker niet opzich, stellen de auteurs. In het Julius Centrum wordt al langergezocht naar het verband tussen stress en een plotselingeverergering van hartproblemen. In dat kader zijn eerder publicatiesverschenen over bijvoorbeeld het feit dat het grootste aantalfatale hartaanvallen plaats vindt bij het wakker worden, en danvooral op maandagochtend. "Wakker worden veroorzaakt kennelijk veelstress", constateert Grobbee, "maar in de litertatuur zagen we ookinteressante gegevens over een piek in hartdoden na een aardbevingin Californi en na een SCUD-aanval in de omgeving van Tel Aviv. Datwas voor ons de aanleiding om ook in Nederland naar zon verband tezoeken. We hebben ons toen afgevraagd wat in ons land eenvergelijkbare impact zou kunnen hebben als een aanval metSCUD-raketten en kwamen uit op een nederlaag van het Nederlandselftal."

Grobbee is zeker van plan om het advies van Plasterk op tevolgen en het onderzoek te herhalen, vooral omdat dat wat hembetreft zou kunnen leiden tot effectieve preventieve maatregelen."In Boston hebben artsen ontdekt dat het slikken van kleine dosesaspirine al leidt tot een sterke afname van het aantal hartdodenbij het wakker worden. Kennelijk is aspirine in staat om denegatieve effecten van stress op het hart te compenseren. Je zou jedus kunnen voorstellen dat we voetballiefhebbers met een zwak hartop termijn gaan adviseren om voor een wedstrijd wat aspirine tenemen. Maar zover zijn we nog niet, want ik ben het helemaal metPlasterk eens: eerst moeten we de zaak netjes verderonderzoeken."

Erik Hardeman