De tropische achtertuin van de universiteit

Trésor viert zijn tiende verjaardag

De Franse kolonie in Zuid-Amerika is vooral bekend van Henri Charrières roman 'Papillon' en van het Europees ruimtevaartstation ESA. Badkuipen vol regen en een gemiddelde temperatuur van 27 graden zorgen hier voor een explosie van groei en groen, voor bomen zo hoog als het Van Unnikgebouw. Alleen met geduld en kennis van zaken is door die muur van groen heen te kijken, en dat is precies wat de Utrechtse biologen doen: ze zijn in Trésor op zoek naar het detail: de planten, de grassen, de schimmels, de dieren... alles wordt nauwkeurig blootgelegd.

Pionier van het eerste uur in dit project is de Utrechtse bioloog Vijko Lukkien. Tien jaar later kan hij nog even enthousiast vertellen over Trésor. "Dit is geen papier! Trésor is concreet inhoud geven aan je zorg voor biodiversiteit. Drie jaar na de conferentie van Rio, waar die zorg over de toekomst van onze natuur zo nadrukkelijk op de agenda werd gezet, had de UU al een concreet project. De universiteit kan daar trots op zijn."

De universiteit stelde zich financieel garant voor de stichting. Enkele bedrijven en zo'n 1100 donateurs financierden de aankoop van het bos dat van de hand ging voor bijna negen euroton. Het heeft de moeite geloond. In die tien jaar zijn er vanuit de UU zeven expedities geweest van onderzoekers en studenten. Doel van deze reizen was het inventariseren en beschrijven van de daar voorkomende flora en fauna; Meer dan eens werden ze voor verrassingen geplaatst en deden ze nieuwe ontdekkingen.

"Trésor is mogelijk één van de rijkste natuurgebieden van heel Zuid-Amerika", vermoedt Lukkien. "Er komen alleen al zo'n 1500 hogere plantensoorten voor, even veel als in héél Nederland." De heliconia psittacorum bijvoorbeeld, een banaanachtige met oranje bloem die bij ons <CharStyle:bod/italic>à raison van vele euro's in bloemstukken wordt verwerkt, groeit er zoals hier momenteel het fluitenkruid. Opmerkelijker is de aanwezigheid van de achmea polyantha, waarvan slechts twee groeiplaatsen bekend zijn.

Bij de Franse overheid, waar Frans Guyana als departement onder valt, werd voor Trésor de status van beschermd natuurgebied afgedwongen, waarmee jacht in dit regenwoud voortaan verboden werd. Een belangrijke eerste stap, want jagen is voor Guyanezen een attractie van de hoogste orde: het is een soort kermisplezier waarvoor vele dieren geslachtofferd worden. Tegelijk werd een bezoekerscentrum ingericht en een beheerder en boswachter aangesteld, die schoolklassen en natuurliefhebbers het regenwoud leren ontdekken via wandelingen langs een speciaal voor dat doel aangelegde educatieve trail. Voor de schoolkinderen is vanuit het bezoekerscentrum inmiddels ook een schoolboek ontwikkeld over de flora en fauna in het bos.

Ook op de lokale economie heeft het Trésor-project een stimulerend effect. Er worden overnachtingen geboekt, er moeten bussen en taxi's rijden, er zijn cafeetjes en restaurants in omringende plaatsen geopend en, weet Lukkien, "de supermarkt in het nabijgelegen Roura heeft het in het weekend drukker dan ooit tevoren."

"Maar bovenal", aldus Lukkien, "heeft Trésor een voorbeeldfunctie. Toen wij tien jaar geleden begonnen was het een sprong in het diepe. Inmiddels wordt er nauw samengewerkt met de Guyaanse bevolking, met de Franse overheid, met het Wereld Natuurfonds en met de universiteit van Cayenne. Nieuw in te stellen, soortgelijke natuurparken, komen bij ons kijken hoe ze dat kunnen aanpakken. Het door particulieren op te zetten oasebos in Costa Rica bijvoorbeeld. Of, dichter bij Trésor, het Kaw-reservaat. Op basis van de bij ons behaalde, concrete resultaten heeft de Franse regering in 1998 besloten om het 100.000 hectare grootte Kawgebied ook als beschermd bos aan te merken."

Dat de UU belang hecht aan dit project, blijkt ook uit het feit dat collegelid Wim Kardux zitting heeft in het bestuur van de stichting. "Het verwerven van kennis is een belangrijke universitaire taak", licht Lukkien toe. "Maar dit project laat zien dat kennis over ook direct is te vertalen in zorg voor. Je past je kennis gelijk toe. Wat betreft onderwerpen als natuurlijke rijkdom of klimaatbeheersing is de toekomstige generatie per definitie wereldburger. Met bestudering van het Naardermeer alleen kom je er dan niet meer."

'Hier is misschien nog nooit een ander mens geweest'

Bas van de Riet (27) is assistent in opleiding bij de leerstoelgroep Landschapsecologie en ging als student twee keer op expeditie in Trésor:

"Trésor is werkelijk het mooiste bos waar ik ooit geweest ben. In vergelijking met vorige expedities en vakanties in voormalig Brits Guyana en de Nederlandse Antillen is het klimaat in Frans Guyana veel vochtiger. Dat heeft direct gevolgen voor de soortensamenstelling van het bos. Wat je bijvoorbeeld in Trésor veel ziet zijn bomen die overladen zijn met mossen en epifyten, zoals Bromelia's en orchideeën, waardoor het een paradijs wordt voor botanici.

"Een nadeel is dan wel dat je vaak nat regent en dat je zweet nauwelijks verdampt door de hoge luchtvochtigheid. Slapen in een hangmat is heerlijk, maar de mist maakt alles klam en koud. Het is niet overdreven om een slaapzak mee te nemen naar de tropen. De nachten in Trésor zijn trouwens geweldig. Zodra de zon onder gaat komt van alles tot leven. Het bos vult zich met geluiden, van alles prrrt, piept of kwaakt. Kleine buideldieren die de kampkeuken proberen te plunderen, boomkikkers zo groot als een hand die je uit de slaap houden.

"Ik zou graag terug willen naar de tropen, hoewel ik nu net begonnen ben met een aio-onderzoek aan misschien wel het meest Hollandse landschap dat er is: het veenweidelandschap. Maar mijn Trésor-ervaring heeft toch een hevige interesse voor onderzoek in de tropen opgewekt.

"De eerste keer, begin 2003, was ik daar om onderzoek te doen aan grassen en cypergrassen in de savannes. Dat was een hele klus, omdat er tientallen verschillende soorten voorkomen, die veel op elkaar lijken. Ik ben meegevraagd door Renske Ek, die ik heb leren kennen bij Plantensystematiek en bij de cursus Biodiversiteit en Landschap. Tijdens die cursus gaan een stuk of 35 studenten naar Terschelling en leren ze onder andere om planten te determineren.

"Het botaniseren en het determineren is een grote hobby van me. Naast de redelijk makkelijk te determineren groot-bloemige soorten zijn er ook nog een hoop andere planten in Nederland die moeilijker op naam te brengen zijn. De grassen en cypergrassen maken het vinden van de juiste naam tot een uitdaging. Soms kom je er gewoon niet uit en dan blijft het een klein raadsel. Bovendien wordt deze groep planten vaak over het hoofd gezien en dan kun je nog eens verrassende vondsten doen. Zo heb ik afgelopen zomer twee polletjes Zinkschapegras herontdekt in Zuid-Limburg. Dat geeft me wel een kik, want vermoedelijk zijn het de laatste twee in ons land. Dat enthousiasme over en die nieuwsgierigheid naar grassen heeft Renske waarschijnlijk op het idee gebracht om me mee te vragen naar Trésor.

"De tweede keer ging ik begin 2004, ook voor vijf weken. Toen heb ik me verdiept in een andere plantenfamilie die ook veel vertegenwoordigd is: de Melastomataceae; daar is geen Nederlandse naam voor. De familie is heel gemakkelijk te herkennen aan de bladeren, maar de verschillende geslachten en soorten zijn moeilijk op naam te brengen. Het grootste geslacht is Miconia, en alleen daarvan komen al zo'n 75 soorten voor in Frans Guyana.

"Tijdens die expedities hebben we ook gekeken naar de relaties tussen de bodem en het voorkomen van bepaalde plantensoorten. De savannes die in Trésor voorkomen zijn namelijk komvormig en hebben een kleibodem waardoor er regenwater op blijft staan. Aan de randen staan planten minder lang of minder vaak onder water dan middenin; dat beïnvloedt de vegetatiesamenstelling.

"In 2004 deden we hetzelfde in de kreekdalen die zich in de steile hellingen van de Kaw-bergrug hebben ingesneden. Bij dit onderzoek volgde je geen paden maar alleen het water. Wanneer we een waterval tegenkwamen moesten we erlangs afdalen en soms moest je de kreek oversteken over halfvermolmde boomstammen. Echt heel erg avontuurlijk. Ik kan me nog goed herinneren dat ik soms op plekken stond en dacht: 'Hier is misschien nog nooit een ander mens geweest'. Dat overweldigende gevoel maakt je heel nietig en klein. Het maakt dat je nog meer ontzag krijgt voor de plek waar je bent.

"Maar je moet ook goed letten op giftige slangen en ander gespuis, want zoiets kan altijd je pad kruisen. Gelukkig zijn mij nooit echt nare dingen overkomen. Het moment dat ik het engst vond was toen ik 's avonds laat in mijn eentje een jeep vol stropers tegenkwam op de weg langs ons kamp en ik niet wist wat ze zouden gaan doen. Gelukkig reden ze door...

"Een andere nacht zijn we in ons boskamp overvallen door een kolonie van miljoenen mieren, de hele bosvloer was één krioelende massa . Omdat ik mijn laarzen tegen de klamboe van mijn hangmat had laten staan, zat ik in mijn slaap al spoedig onder honderden mieren. Gelukkig beten ze niet erg hard, maar ik had de grootste moeite om ze weer uit mijn hangmat te krijgen."

Een merel maar dan anders

Richtte het onderzoek in Trésor zich aanvankelijk vooral op de flora, inmiddels wordt er ook veel fauna-onderzoek gedaan. Dit leidde tot de ontdekking van enkele koppels 'geelbruin-keel blad-schrapers', officieel de sclerurus mexicanus. Een zeer zeldzame en nog nauwelijks beschreven vogeltje dan uiterlijk niet spectaculairder is dan een merel. Maar het is een zeldzame vogel waarover eigenlijk niet veel méér bekend is dan dat-ie op de bodem woont, bij voorkeur in vochtige, donkere bossen. Hij zoekt voedsel op de grond, in de struiken en in kleine bomen. Het nest bestaat uit een zelf gegraven holte in de grond. De Trésor-onderzoekers zijn daarom extra trots op de foto's die ze van deze vogel hebben kunnen maken. Een mooie ontdekking na de twee soorten nog nooit eerder gesignaleerde vogelspinnen.