In de universitaire vitrine: de prestigemasters.
'Universiteit zoekt knappe koppen' en 'Universiteit Utrecht wil nog meer aanzien'. De manier waarop regionale kranten twee weken geleden over de bekendmaking van de zeven nieuwe prestigemasters berichtten, werkt bij ingewijden wellicht ietwat op de lachspieren. Toch geven ze in essentie de bedoeling van de universiteit aardig weer met de onderzoeksmasters waar ambitieuze en talentvolle studententen onderwijs krijgen van excellente onderzoekers.
"Met de prestigemasters kunnen we de Universiteit Utrecht naar buiten toe nog scherper profileren", meent prof.dr. Wiljan van den Akker, voorzitter van de commissie die het college van bestuur dit jaar adviseerde bij het aanwijzen van de tweede golf masters die het felbegeerde prestigepredikaat mochten ontvangen. De Engelstalige topprogramma's moet de universiteit vooral opstoten in de internationale vaart der onderzoekersuniversiteiten.
Rijkdom
De zeven masters die in de prijzen vielen, kunnen worden toegevoegd aan een rijtje van acht die na een eerste ronde in 2004 al tot prestigemaster werden benoemd. Deze vijftien geselecteerde programma's kunnen beschikken over een extra universitaire bijdrage van een halve tot twee ton per jaar. Met dat geld moeten de programma's werken aan verdere kwaliteitsverbetering en internationalisering. Maar wat gebeurt er eigenlijk met dat geld? En slagen de prestigemasters in hun opzet?
Het Ublad maakte een korte rondgang langs enkele prestigemasters uit die eerste ronde. Al snel blijkt dat met de extra middelen vaak buitenlandse sprekers of gastdocenten worden uitgenodigd, ook krijgen studenten beurzen voor een kort bezoek aan een belangrijke conferentie, een excursie of een langdurige stage in het buitenland. Zo is er bij de sociologiemaster een wisselleerstoel en kunnen studenten mediëvistiek naar een bekend wetenschappelijk congres in Leeds.
Maar is er ook geïnvesteerd in apparatuur en personeel. Van de gelden voor de master Neuroscience and Cognition is een laboratorium ingericht voor onderzoek naar de genetische oorsprong van ziekten in de hersenen. Voor de ondersteuning daarvan is bovendien een postdoc aangesteld. Diezelfde postdoc doet tevens een deel van de studentenbegeleiding. Programmacoördinator dr. Gerda Croiset: "Een geweldige impuls, waarvan zowel het onderwijs als het onderzoek profiteert."
Maar de rijkdom uit zich vaak in kleine zaken. Docenten bij de prestigemaster Medieval Studies zien nu kans op ouderwetse wijze kleinschalig, welhaast privé-onderwijs te geven in verloren gewaande disciplines. Zo bestaat er nu een tutorial oorkondenleer.
Ambities
Het geld, maar zeker ook de erkenning van de universiteit, geven de programma's een flinke steun in de rug bij het waarmaken van de universitaire ambities, vinden de gesprekspartners. De luxe is ook niet overbodig. De masters voldoen immers nog niet in alle opzichten aan de wensen, bleek uit een verslag van een korte evaluatie door de rector die halverwege dit jaar plaatsvond.
De kwaliteit van de opleiding en van de deelnemende studenten staat op geen enkele manier ter discussie, die is uitmuntend. Maar het aantal studenten laat nog te wensen over. Alleen het programma van Gerda Croiset zorgde op dit punt voor werkelijke tevredenheid. "Wij zitten vol."
Natuurlijk, de programma's lopen pas kort en de echte bacheloruitstroom moet in sommige gevallen nog op gang komen. En de programma's voorzien bovendien in een stijgende instroom. Toch is commissievoorzitter Van den Akker al vaker opgevallen dat masterprogramma's in Nederland wel erg hooggespannen verwachtingen hebben van de belangstelling van studenten. "Bij een graduate course aan het English department in Berkeley is vijf tot zes studenten heel gewoon. Waarom zo hoog mikken, als je dat niet waar kunt maken?"
Beurzen
Ook het percentage buitenlandse studenten in de prestigemasters voldoet niet in alle gevallen aan de doelstelling van dertig procent. Daarom is er inmiddels een offensief van de PR-afdeling in gang gezet. Vanaf volgend jaar is er budget voor zaken als het bezoeken van onderwijsbeurzen en gerichte promotie via partnerinstellingen.
De prestigemasters zullen echter - zo is de verwachting - vooral kunnen gaan profiteren van een hoger aantal Utrecht Excellence Scholarships; beurzen voor prestigemaster-studenten van buiten de 'Europese Economische Ruimte' (EER). Dat aantal zal in de komende jaren worden uitgebreid van 32 in 2006-2007 tot 140 in 2007-2008. De beurzen zijn bedoeld als compensatie voor het hogere collegegeld dat niet-EER-studenten in Nederland moeten gaan betalen.
Daarnaast heeft de universiteit de hoop gevestigd op samenwerkingsverbanden met partners in het buitenland. Ook op dat vlak is nog veel te winnen, stelde de genoemde evaluatie van juni dit jaar. De masters hebben allemaal zeer goede contacten in het buitenland, maar deze blijven nog te veel een zaak van de individuele hoogleraar en te weinig van formele samenwerkingsverbanden. Opleidingen zouden bijvoorbeeld moeten streven naar vormen van gezamenlijke diplomering.
De meeste prestigemasters bevestigen het belang van structurele afspraken met buitenlandse universiteiten. De aanzetten zijn er ook, maar het is iets van de lange adem. De obstakels zijn divers van aard. Zoals te verschillende onderwijsprogramma's, het ontbreken van fondsen en tijd. 'Zo'n joint-degree doe je niet even op een achternamiddag', zo wordt de gemeenschappelijke opvatting verwoord door sociologiehoogleraar Raub.
Sommigen relativeren ook de grote nadruk op buitenlandse instroom. Zo leidt de vaak problematische aansluiting tussen de buitenlandse vooropleiding en de Utrechtse master, ertoe dat opleidingen er voor waken coûte que coûte buitenlandse studenten toe te laten.
Promotieplekken
Het grote probleem bij het vergroten van instroom van ambitieuze en talentvolle studenten vanuit de gehele wereld, blijft de inrichting van het Nederlandse promotiestelsel. Wanneer de universiteit in een persbericht stelt dat de prestigemaster een verbinding biedt tussen master en PhD-traject, dan kan zij dat maar zeer ten dele waarmaken. Er zijn eenvoudigweg geen of slechts een gering aantal promotieplekken. Gerda Croiset ziet veel goede studenten na een stage voor een promotie voor een buitenlandse universiteit kiezen. "Ik moet bekennen dat we dat met lede ogen aanzien." Wiljan van den Akker spreekt over de 'achilleshiel' van het Nederlandse onderwijssysteem en een 'zwakke plek' van de prestigemasters. "Je kunt nooit beloven dat een prestigemaster leidt tot een PhD, dat is gewoon niet waar. En daar moet je bij de inrichting van je programma dus ook rekening mee houden. Je leidt niet alleen op voor de wetenschap."
Grotere prestigemasters als Neuroscience and Cognition en Biomolecular Science zeggen in de voorlichting op realistische wijze aandacht te besteden aan dit gegeven. Buitenlandse studenten weten dat de promotieplaats allesbehalve gegarandeerd is. Tegelijkertijd houden sommige andere programma's de instroom bewust klein om de kansen op een promotieplaats zo groot mogelijk te maken. Werner Raub van Sociology and Social Research: "Wij beschouwen onze prestigemaster als een kweekvijver van onderzoekstalent. In dat opzicht stelt het gebrek aan aio-plaatsen een bovengrens aan het aantal masterstudenten. Wij zijn gedwongen zeer selectief te zijn. Studenten moeten bij ons een vliegende start voor een promotie kunnen maken."
De mitsen en de maren die er op dit moment nog zijn, moeten in perspectief worden gezet. De prestigemasters zijn nog maar net bezig. Het bachelor-masterstelsel is nog in ontwikkeling. En het promotiestelsel zal - hoe dan ook - een keer op de schop gaan. De prestigemasters zullen zich echter snel moeten gaan bewijzen als etalagekast van de universiteit. "We hebben bepaalde terreinen nu als excellent aangewezen", zegt Wiljan van den Akker. "Die opleidingen zijn echt top. En dat kunnen we waarmaken, daar ben ik van overtuigd."
KADER
15 prestigemasters
Eerste ronde 2004
*Neuroscience and Cognition
twee programma's: - Cognitive Neuroscience
- Experimental & Clinical Neuroscience
*Sociology and Social Research
*Medieval Studies
*Human Geography and Planning
*Biomolecular Science
*Theoretical Physics
*Mathematical Sciences
Tweede ronde 2006
*Chemistry and Physics
*Epidemiology
*Linguistics
*Genomics and Developmental Biology
*Sustainable Development
*Migration, Ethnic Relations and Multiculturalism
*Drug Innovation
"Docenten hebben veel tijd en energie voor ons"
Met haar prestigemasters probeert de universiteit topstudenten uit binnen- en buitenland naar Utrecht te halen. Wie zijn deze studenten en hoe denken zij zelf over hun prestigieuze onderzoeksmaster? Het Ublad sprak met vier van hen.
Alexander Kroon
In haar voormalige Poolse woonplaats Poznan surfte Agnieszka Kanas (25) wat over het internet toen ze plots op informatie stuitte over de Sociology and Social Research-master. Vanaf dat moment wist Agnieszka het zeker: ze zou haar zinnen zetten op deze Utrechtse prestigemaster. Dat ze haar studieloopbaan niet in haar vaderland zou vervolgen, stond al langer vast. Over de grens waren de academische faciliteiten en mogelijkheden immers een stuk beter, zo ondervond ze tijdens eerdere uitwisselingsprogramma's in Denemarken en in Nederland aan de Erasmus Universiteit. "Wat Nederland vooral aantrekkelijk maakt voor buitenlandse studenten is het uitgebreide aanbod aan Engelstalig onderwijs. Dit in tegenstelling tot een land als Duitsland", vertelt Agnieszka. "Natuurlijk had ik ook voor Engeland kunnen kiezen, maar studeren is in Nederland een stuk beter te betalen."
Wat de Poolse aanspreekt aan haar master is de combinatie van theorie en onderzoek. Bovendien steekt de universiteit veel geld in de prestigemasters, waardoor het mogelijk is om een klein studentenaantal te laten begeleiden door een relatief groot docentenkorps. "Onze groep bestaat slechts uit tien mensen. Docenten hebben zodoende veel tijd en energie voor ons. Dat bevordert het studieresultaat."
Of haar prestigemaster in het buitenland grote bekendheid geniet? "Ik denk het eigenlijk niet. Maar het gaat hier natuurlijk wel om een nieuw programma. Dat heeft gewoon nog wat tijd nodig, denk ik. Zo bestond de eerste lichting nog voornamelijk uit Nederlandse studenten, nu hebben mensen zich aangemeld uit landen als Turkije, China, Polen en Taiwan."
Silvia Surinova (22) uit Slowakije meent dat - op haar vakgebied - maar weinig Europese universiteiten over zoveel expertise en faciliteiten beschikken als haar afdeling Biomolecular Mass Spectrometry. "Dit maakt de Universiteit Utrecht uniek in Nederland. Studeren op een dergelijke faculteit is voor een masterstudent van onschatbare waarde."
Net als Agnieszka uit Polen prijst Silvia de kleinschaligheid van het onderwijs. Voor haar was het één van de voornaamste redenen om naar Utrecht te komen. Dit deed ze overigens al in een vroeg stadium: ze behaalde haar bachelor aan het University College Utrecht (UCU). "In Slowakije kwam ik in contact met enkele mensen die op het University College hadden gezeten en zij waren daar erg positief over. Dat wekte mijn belangstelling. Vooral de onderwijsmethode sprak me aan. Engels als voertaal en kleine groepen van maximaal 25 studenten. En daarnaast veel vrijheid om je studie zelf in te vullen.
Het UCU bleek voor Silvia een ideale springplank voor haar prestigemaster Biomolecular Sciences. Een toets Engels, die prestigemaster-kandidaten doorgaans wordt afgenomen, hoefde ze daarom niet te doen en ook een toelatingsgesprek was niet nodig. Eigenlijk kon ze na het opsturen van haar cijferlijst en motivatiebrief direct aan de slag.
Di-jonne der Kinderen (22) moest beduidend meer peentjes zweten alvorens toegelaten te worden tot de prestigemaster Medieval Studies. Tijdens het toelatingsinterview met coördinatoren Marco Mostert en Maarten Prak werd zij - in haar eigen beleving - flink door de mangel gehaald. "Ik had zelf het idee dat het dramatisch ging. Ik stond stijf van de zenuwen!" Om de toelatingskans te vergroten, volgde Di-jonne tijdens haar bachelor Engelse taal en cultuur zoveel mogelijk vakken die aansloten op Medieval Studies. Zowel inhoudelijk als op het onderzoeksvlak. "Je moet er veel voor doen om toegelaten te worden, maar dat is alleen maar goed, denk ik. Je kunt wel streven naar een groter studentenaantal, maar als daarmee het niveau omlaag gaat, haal je heel de opleiding naar beneden."
Of Medieval Studies zich in de rest van de wereld onderscheidt, vindt Di-jonne moeilijk te zeggen. "Maar zelf heb ik heel sterk het idee dat het een topstudie betreft." Dit blijkt bijvoorbeeld uit de faciliteiten die de studenten ter beschikking staan. De letterenbieb oogt dan misschien niet zo fraai, de bieb is in het buitenland weldegelijk vermaard om haar uitgebreide collectie. "Vooral de collectie middeleeuwen staat in hoog aanzien. Een docente van de universiteit van York sprak laatst nog haar bewondering uit. Ze vindt de Utrechtse bibliotheek beter dan die van York. Nou, dat zegt toch wel wat."
Mark van Eekelen (25) bericht vanuit Boston dat de internationale pretenties van de UU voor een groot deel terecht zijn. Hij begon in 2003 met de master Biomolecular Sciences en is nu uitgevlogen voor een stage aan de Harvard Medical School. "Nederlandse studenten zijn hier redelijk populair voor stages. Hoewel het onderwijsverschil tussen de VS en Nederland daar de voornaamste reden voor is. In Nederland doen studenten tijdens hun master al veel onderzoekservaring op, terwijl studenten in de VS pas met lab rotations beginnen tijdens hun PhD-programma. Ook hebben Nederlandse studenten vaak meer achtergrondkennis. Ik heb zelf in elk geval altijd het idee gehad over voldoende kennis en ervaring te beschikken om me op een prestigieus lab in Boston te kunnen handhaven. Ik zou dus zeggen dat de UU op hoog niveau met andere universiteiten kan concurreren."