In de voetsporen van je pa of ma
Alice Bakker
'Ik heb hem nog nooit gebeld zonder er wijzer van te worden'
Wie: Casper Coppes (20)
Studie: Tweedejaars Bestuurs- en Organisatiewetenschap
Vader: Paul Coppes
Beroep: Directeur van verschillende organisaties, onder andere de Vereniging Sport en Gemeenten.
"Eens per jaar ging ik met mijn vader op mannenweekend. We bezochten dan musea en tentoonstellingen, maar we behandelden ook altijd een casus. Die casus bestond uit een probleem dat mijn vader op zijn werk was tegengekomen, bijvoorbeeld de aanschaf van een drenkelingendetectiesysteem voor zwembaden. Samen keken we dan naar de vijf offertes, en ik mocht bepalen welk systeem het meest geschikt was.
"Ik was toen een jaar of acht dus ik denk dat mijn vader een luchtige kijk op de zaak wilde. Door mij bij dat soort zaken te betrekken, gaf hij mij het gevoel dat ik in zijn organisatie thuishoorde. Als klein kind zat ik al op schoot bij de secretaresse. Ik was er veel, in de vakanties bijvoorbeeld iedere dag. Ik voelde me de tweede directeur en zag mezelf als opvolger. Later ben ik daar wel van teruggekomen, maar nog steeds kom ik er minimaal eens per maand.
"Qua opleiding ga ik ook dezelfde richting op als mijn vader. Het publieke en bestuurlijke trekt mij. Op de middelbare school had ik soms het gevoel dat ik commerciëler was dan mijn vader, maar dat gevoel wordt steeds minder. Toch ben ik inmiddels meer mijn eigen pad gaan volgen.
"Het beroep van mijn vader heeft zeker voordelen voor mij. Hij komt bijvoorbeeld met namen van mensen die mij van pas kunnen zijn, nu ik binnen mijn studievereniging verantwoordelijk ben voor de sponsoring. Door hem weet ik ook het eraan toegaat tijdens vergaderingen en congressen. Hij nam me al mee toen ik heel jong was en dan maakte ik op een informele manier een praatje met -bijvoorbeeld- een burgemeester.
"In veel opzichten is mijn vader mijn voorbeeld. Ik ben impulsief terwijl hij rustig blijft in de meest moeilijke situaties. Daar kan ik echt wat van leren. Daarnaast heeft hij altijd mooie oplossingen voor problemen. Ik heb hem nog nooit gebeld zonder er wijzer van te worden. Ik zou graag stage bij mijn vader willen lopen. Het lijkt me interessant om te zien of zijn organisatie nou echt zo is als ik die heb leren kennen, of dat ik het geïdealiseerd heb. Ik wil ook graag betrokken blijven bij zijn bedrijfsvoering. Maar mijn vader zou mij echt nooit ergens zomaar naar voren schuiven als zijn opvolger, daar zou ik eerst hard voor moeten werken."
'We bezoeken samen musea en tentoonstellingen, dat hoort bij onze uitstapjes'
Wie: Amarante Snellen (24)
Studie: Bachelor Taal- en Cultuurstudies richting communicatiekunde, nu masterstudent Communicatiewetenschap. Werkt parttime bij De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam.
Moeder: Emilie Snellen
Beroep: Directielid Simonis & Buunk Kunsthandel in Ede.
"Als heel klein meisje liep ik al tussen de schilderijen. Mijn moeder nam mij toen altijd mee naar haar werk. Later ging ik ook meehelpen tijdens tentoonstellingen: mensen doorverwijzen, koffie en thee zetten en opletten dat niemand met een schilderij onder zijn arm de deur uit liep. Echt mensen adviseren kon ik toen nog niet. Alhoewel, een keer vroeg een oudere man specifiek om mijn mening over een bepaald schilderij. Ik heb toen zó duidelijk mijn verhaal gedaan dat hij overtuigd was en het schilderij heeft gekocht, en dat was bepaald geen goedkoop exemplaar.
"Kunst en cultuur is mij dus met de paplepel ingegoten, soms met dwang want als kind heb je daar niet altijd zin in. Op een gegeven moment ging ik inzien dat kunst heel bijzonder is en dat iedereen enorm gedreven is. Op tentoonstellingen dacht ik: in dit wereldje wil ik wel terechtkomen. Met mijn moeder heb ik toen gesproken over mijn studiekeuze. Ik dacht eerst aan kunstgeschiedenis, maar zij vertelde dat er meer manieren zijn om in de kunstwereld terecht te komen. Een andere studie in combinatie met een passie voor kunst en cultuur kan daar ook toe leiden. Ik heb toen eerst voor Taal- en Cultuurstudies gekozen en nu voor een master Communicatiewetenschap.
"Deze studies hebben niet direct iets te maken met kunst of musea maar ik ben zelf steeds meer gaan onderzoeken hoe ik die twee kan combineren. Mijn moeder heeft mij in contact gebracht met een zakenrelatie van haar. Via hem ben ik terechtgekomen bij De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam. Ik ben daar nu verantwoordelijk voor de planning en organisatie van het materiaal dat wordt gebruikt voor de promotie van tentoonstellingen.
"Ik combineer dus werkelijk mijn communicatiekennis met mijn liefde voor kunst en cultuur. Het is grappig want mijn functie komt erg overeen met een van de functies van mijn moeder, alleen wordt het binnen haar bedrijf mediabeleid genoemd. We hebben dus veel raakvlakken en nog steeds bezoeken we samen musea en tentoonstellingen, dat hoort bij onze uitstapjes. Ik ben erg blij dat mijn ouders hebben doorgezet en mij hebben laten opgroeien met kunst en cultuur. Als dat niet gebeurt, raak je niet zo snel in dit wereldje verzeild. En ik had dit zeker niet willen missen."
Je hebt echt wat te vertellen als je daar staat'
Wie: Wijgert Westland (21)
Studie: Tweedejaars Theologie
Vader: Wim Westland
Beroep: Dominee in Ridderkerk- Slikkerveer
"Op zondag gingen we twee keer naar de kerk, dan was het mijn vader die op de preekstoel stond. Dat was als kind een bijzondere ervaring. Ik keek, en kijk nog steeds, tegen mijn vader op. Zijn mensenkennis en bewogenheid bewonder ik. Als klein kind dacht ik: zo wil ik ook worden. Toch is mijn motivatie door de jaren heen veranderd. Nu is het meer een inhoudelijke keuze geworden. Ik vind het fijn om met mensen te werken en om met hen te spreken over hun geloof. Omdat vader dominee is, heb ik van huis uit meegekregen wie God is en hoe belangrijk het is om Hem te kennen. Het lijkt me heel mooi om dat door te geven.
"Ik vind ook dat dominee zijn méér is dan een beroep. Op de preekstoel spreek je namens God. Als dominee is het daarom belangrijk om heel dicht bij God te leven. Ik denk namelijk dat je pas écht over God kunt spreken als je Hem ook daadwerkelijk kent en ervaart in je leven. Bij mijn vader heb ik gezien hoe dat is en ik vind dat mijn leven pas zin heeft als ik ook dicht bij God leef. Het avondmaal in de kerk vind ik daar een goed voorbeeld van. Gemeenteleden komen dan naar voren om brood en wijn te delen. Ze laten daarmee zien dat wij als mensen een heleboel dingen verkeerd doen en de Heere God nodig hebben om ons vergeving van zonden te geven. Hij vergeeft onze zonden doordat zijn Zoon Jezus Christus aan het kruis is gestorven en is opgestaan. Dat is het meest wezenlijke van het christelijke geloof. Het laat zien hoe belangrijk en mooi het is om verbonden te zijn met God en dat wil ik net als mijn vader doorgeven.
"Het preken van mijn vader heeft altijd de meeste indruk op mij gemaakt. In veertig minuten tijd legt hij heel duidelijk uit wat de Bijbelse boodschap is, wie God is en wat het betekent om te geloven. De preek van mijn vader is samen te vatten als: God heeft zijn zoon gestuurd naar de aarde om voor de verkeerde daden van de mensen vergeving te schenken. Daaruit blijkt dat God zo veel van ons hield dat hij zijn eigen leven daarvoor gaf. Die boodschap zou ik ook centraal willen hebben als ik zou preken. Je hebt echt wat te vertellen als je daar staat. Als ik mijn vader zie preken denk ik: daar wil ik ook komen te staan."
'Hij weet als geen ander hoe hard je moet werken'
Wie: Mark van Baal (23)
Studie: Vijfdejaars Geneeskunde
Vader: Sjef van Baal
Beroep: Chirurg
"Dat het hard werken was. Dat was wat ik vroeger meekreeg van het beroep van mijn vader. Als hij bijvoorbeeld nachtdienst had, kwam hij pas thuis als wij naar school gingen. Dat is me altijd bij gebleven. Hoewel ik nooit met hem meeging naar het ziekenhuis -dat mocht namelijk niet- zei ik al op mijn vijfde dat ik ook chirurg wilde worden. Natuurlijk weet je op dat moment nog helemaal niet wat dat betekent, maar ik heb het volgehouden.
"Toen ik op de middelbare school een vakkenpakket moest kiezen heb ik bewust rekening gehouden met de richting die ik op wilde, dat was nog steeds chirurgie. Ik heb toen ook met mijn vader gesproken over hoe ik daar het beste kon komen. Hij had eigenlijk maar één advies: heel hard bikkelen en er vol voor gaan, dat was de enige manier. Maar hij heeft me absoluut niet gepusht om ook chirurg te worden. Hij weet als geen ander hoe hard je moet werken, en dat dat alleen lukt als je zelf gemotiveerd bent.
"In de vakanties heb ik toen in het ziekenhuis gewerkt op het secretariaat van chirurgie, pas toen begon ik iets meer te begrijpen van wat vak nou precies inhoudt. Maar als je nog geen Geneeskunde studeert weet je er eigenlijk nog steeds helemaal niets vanaf. Daarom kon ik het inhoudelijk ook nooit met mijn vader over zijn werk hebben. Nu praten we er wel veel over, bijvoorbeeld als hij een operatie heeft gehad.
"Het werken met je handen, veel actie, direct handelen en het contact met patiënten, dat spreekt mij allemaal aan. Je kunt iemand écht genezen. Nu ik zelf geopereerd heb, weet ik helemaal zeker dat dit inderdaad is wat ik wil. Het gevoel dat ik vroeger had, is nu onderbouwd. Met een vader die chirurg is, heb ik een goede raadgever die dicht bij me staat. Zo adviseerde hij mij om vooral veel onderzoek te doen, daar snel mee te beginnen, en een cv op te bouwen zodat ze niet om me heen kunnen als chirurg.
"Mijn vader is mijn raadgever maar ik moet het wel zélf doen, er zélf hard voor werken. De naam Van Baal is bekend, maar ik krijg geen speciale behandeling omdat mijn vader chirurg is. Als ik het verknal kan ik geen chirurg worden."
'Vooral visites rijden vond ik erg leuk, langs de boeren om naar de paarden, koeien en schapen te kijken'
Wie: Wilke van den Brink (24)
Studie: Vierdejaars Diergeneeskunde
Vader: Geurt van den Brink
Beroep: Dierenarts
"Bij ons thuis is het echt een beestenboel: pony's, honden, katten, konijnen, schapen noem maar op. Daardoor was ik al op jonge leeftijd met met dieren bezig. Dat mijn vader dierenarts was, droeg daar zeker aan bij. Ik ging vaak mee als hij op pad moest. Ik stond er dan altijd met mijn neus bovenop en ik hielp met schoonmaken maar ook met opereren. Vooral visites rijden vond ik erg leuk, langs de boeren om naar de paarden, koeien en schapen te kijken. Ik kan me nog goed herinneren dat ik bij de bevalling van een koe was, midden in de nacht in een donker natuurgebied. Een andere keer was er een paard door een houten brug gezakt, toen moest de brandweer er zelfs bijkomen. Ik vond het altijd heel spannend om dat soort dingen mee te maken.
"Ik wilde ook graag Diergeneeskunde gaan studeren, maar op de middelbare school had ik natuurkunde laten vallen, ik had een ontzettende hekel aan dat vak. Misschien wilde ik me in die tijd als puber ook een beetje afzetten. Ik dacht: ik ga gewoon wat anders doen. Na mijn eindexamen kreeg ik spijt. Ik heb toen alsnog natuurkunde gedaan en ben daarna begonnen met Diergeneeskunde in Gent. In Utrecht was ik uitgeloot. Gelukkig kon ik het jaar daarop wél hier terecht.
"Mijn vader vond het hartstikke leuk dat ik toch Diergeneeskunde ben gaan studeren, maar heeft mij nooit willen pushen. Ik ga nu nog steeds vaak met mijn vader mee, bijvoorbeeld naar een spoedgeval in de weekenden. Doordat hij dierenarts is, heb ik al een hoop gezien, dat is een goed begin. Maar het grootste voordeel zijn de contacten die ik door mijn vader heb. Zijn praktijk is ondertussen uitgegroeid tot elf dierenartsen en zestien paraveterinairen. In 2002 is bovendien het Dierenziekenhuis in Dordrecht geopend. Hier vinden veel specialistische operaties plaats en de modernste snufjes, zoals MRI, zijn aanwezig. Ik kan daar altijd wel even met iemand meelopen.
"Of ik in de praktijk van mijn vader ga werken als ik ben afgestudeerd weet ik niet. Ik richt me nu op paarden. Dat deed mijn vader vroeger ook, maar zijn praktijk behandelt nu vooral de kleinere huisdieren. Ik zie mijn vader als een voorbeeld, vooral vanwege de manier waarop hij met zijn beroep omgaat. Hij blijft zich ontwikkelen. Maar het allerbelangrijkste vind ik dat hij nog altijd heel veel plezier in zijn werk heeft. Dat motiveert mij."