De werkelijkheid in model, volgens Vijfhuizen en Kardux

Deze week ging het over de universitaire Kaderstelling2001-2004, het document waarin het college van bestuur deuniversiteit een blik gunt op de financiƫle vooruitzichtenvoor de komende jaren. Omdat in eerdere prognoses nog geen rekeningwas gehouden met de komst van studenten Bestuur- enorganisatiekunde en Economie, stond in het nieuwe stuk voor 2004een meevaller van 3,2 miljoen gulden aan extra collegegeldinkomstenvermeld.

Merkwaardig vonden de raadsleden, omdat ervan uit wordt gegaandat de helft van de nieuwe economiestudenten sowieso naar Utrechtwas gekomen, maar dan om rechten of sociale wetenschappen testuderen. Die faculteiten lopen nu dus collegegeld mis en per saldolevert de nieuwe studierichting dan ook maar de helft op van wat inhet stuk is vermeld.

Dat klopt, beaamden Vijfhuizen en collegelid Kardux blijmoedig.Maar daar stond tegenover dat de minister straks voor elke extraeconomiestudent meer gaat betalen en dat was in de cijfers weerhelemaal niet meegenomen. "We zijn wat optimistisch geweest tenaanzien van de collegegelden, maar bij het geld van de ministerdoen we alsof er helemaal niets gebeurt", legde Vijfhuizen deverbaasde raadsleden uit. "Dat compenseert elkaar toch prima? Hetis een modelmatige benadering van de werkelijkheid, misschien watinconsequent maar volgens mij niet onverantwoord."

Maar was het dan niet logischer geweest om in beide gevallen dejuiste prognoses op te nemen, vroegen enkele raadsleden? Met dievraag waren ze bij Vijfhuizen en Kardux aan het verkeerde adres.Vol onbegrip keek het tweetal de raadsleden aan, want zeg nou zelf:Waarom zou je in een tabel de goede cijfers invullen als het met deverkeerde cijfers ook kan?

EH