Diarree door hongerige bacterie

Jaarlijks zijn er zo'n 400 miljoen gevallen van diarree die wordt veroorzaakt door de bacterie Campylobacter jejuni. In westerse landen krijgen mensen deze ziekteveroorzaker binnen door het eten van besmet vlees. Maar ook door het drinken van niet-gepasteuriseerde melk en besmet water of door contact met dieren kan deze bacterie het menselijk lichaam binnendringen. De symptomen beginnen ongeveer drie tot vijf dagen na besmetting en verdwijnen meestal vanzelf na ongeveer een week. Maar bij één op de duizend mensen kunnen er ook ernstige complicaties optreden.

De bacterie C. jejuni hecht zich bij de mens aan de epitheelcellen in de darmwand, dringt vervolgens de darm binnen en weet te ontsnappen aan de afweer van de darm. Van Alphen stelde een nader onderzoek in naar de bacteriële strategieën die leiden tot infectie en invasie van darmcellen door C.jejuni. Haar studie kan bijdragen aan een betere diagnose van diarree. Zo kan de ziekmakende bacterie makkelijker onderscheiden worden van de andere diarreeverwekker, de C. Colibacterie. Ook biedt haar onderzoek nieuwe perspectieven in de zoektocht naar methoden van infectiebestrijding en bescherming.

In haar proefschrift Virulence strategies of Campylobacter jejuni waarop ze op 20 december bij Diergeneeskunde promoveert, staat beschreven dat C. jejuni gedreven wordt door honger. Ze ontdekte dat de bacterie, bij een gebrek aan voedingsstoffen in de omgeving, onder de darmcel kruipt en zo de cel binnendringt om zijn honger te stillen. Eenzelfde mechanisme treedt op bij een mutatie in de bacterie waardoor deze de voedingsstoffen niet meer herkent.

Maar wanneer er voldoende voedsel voorhanden is, laat C. jejuni de darmwandcellen met rust. Dat kan volgens Van Alphen verklaren dat de kip bijvoorbeeld niet ziek wordt van C. jejuni. In een darm van een kip komen veel vrije aminozuren voor waar de bacterie dol op is.

GK