Drieduizend slachtoffers prestatiebeurs

Dat blijkt uit cijfers van de Informatie Beheer Groep. Zo'n12.500 eerstejaars voldeden niet aan de prestatienorm van 21

studiepunten, een eis die sinds 1996 wordt opgelegd aan alle

propedeusestudenten. In het wetenschappelijk onderwijs haaldebijna elf procent van de eerstejaars deze limiet niet, tegendertien in het hbo. Daarnaast stuikelden nog eens twintigduizendouderejaars over de temponorm, waaraan studenten moeten voldoen dievoor 1996 aan hun studie begonnen.

Eerstejaars die al vroeg inzien dat zij minder dan 21 puntenhalen, kunnen voor 1 februari stoppen zonder 'beursschade' op telopen. Van deze ontsnappingsroute maakten 5820 studenten gebruik.Uit een steekproef van de IBG blijkt dat vooral hbo'ers voortijdigstoppen. Deze groep telt slechts vijf procent universitairestudenten, tegen 95 procent hbo'ers.

Deze scheve verhouding verklaren kan de IBG niet. Maarwaarschijnlijk is het een gevolg van het bindend studieadvies.Vanwege dit advies geven hogescholen regelmatig waarschuwingen. Zokrijgen eerstejaars op grond van hun verrichtingen al bijtijds tehoren of ze op schema liggen, of dat ze beter voor 1 februarikunnen stoppen om een studieschuld te ontlopen. Ook krijgen zevaker herkansingen aangeboden, zodat ze voldoende punten kunnenhalen.

Op Leiden na hebben de universiteiten het bindend studieadviesaltijd afgewezen. Dat verklaart wellicht waarom slechts driehonderdvan hun eerstejaars voor 1 februari stoppen, terwijl uiteindelijktoch drieduizend de limiet van 21 punten niet halen. Zodoende dusmoeten bij de universiteiten bijna alle studenten die hunprestatienorm niet haalden hun beurs terugbetalen.