Eerstejaars positief over bindend studieadvies

Stichting OER hield in maart een onderzoek naar het bindend studieadvies. Het OER vroeg zich af hoeveel weerstand er is tegen het advies en of het de student aanspoort harder te werken. Dit met het oog op de nabije toekomst: in 2009 moeten alle Utrechtse studies een bsa hebben.

De meeste studenten staan positief tegenover het bsa en beschouwen de maatregel niet als betuttelend danwel stimulerend, zo blijkt uit het onderzoek. De uitslagen lijken wel gekleurd, zegt ook het OER. Bijna 70 procent van de eerstejaars had ten tijde van de enquête genoeg studiepunten voor een positief advies. De kritische noten kwamen voornamelijk van studenten die er minder florissant voorstonden. Zij ervaren het bsa wel als studiedrukverhogend. Ook het tijdstip van enquêteren (in maart) kan het resultaat positief hebben beïnvloed, zegt het OER. Studenten met slechte studieresultaten konden al gestopt zijn voor 1 februari om zodoende volgend jaar opnieuw te kunnen beginnen met dezelfde studie en om studiefinanciering uit te sparen. Na een negatief bsa moet de student een aantal jaren wachten om zich weer bij dezelfde studie in te mogen schrijven of ze moeten naar een andere universiteit.

Toch geeft de uitslag van de enquête wel weer hoe de ondervraagde studenten denken over het middel bsa. De meerderheid die voldoende studiepunten heeft, heeft blijkbaar ook geen medelijden met de studenten die het minder goed doen en het bsa als studiedrukverhogend ervaren. Als ze zelf geen problemen zien in een bsa, zullen ze voor andere studenten ook geen problemen zien.

Het is een visie die in elk geval gedeeld wordt door Miranda van Leuven van het onderwijsinstituut Psychologie. "Wij vinden dat eerstejaars ons moeten laten zien dat ze het kunnen. Er is dus inderdaad geen tijd om je in het eerste jaar vol te storten in het studentenleven door bijvoorbeeld heel actief in een vereniging te worden. Dat kan vanaf het tweede jaar."

Bij Psychologie zijn ze heel content met het bindend studieadvies. Omdat zo'n 80 procent van alle eerstejaars vorig jaar een positief advies kreeg, is het minimum aantal studiepunten dit jaar verhoogd tot 37,5. "En na het tijdelijke bsa-advies lijkt nu weer zo'n 80 procent het dit jaar te gaan halen. Doordat we nu geen tijd meer hoeven te investeren in studenten die bijvoorbeeld niet eens de moeite nemen naar college te komen, kunnen we die tijd steken in de studenten die echt gemotiveerd zijn. En dat zijn niet alleen de studenten die excellent zijn, maar ook de studenten die hard moeten werken om hun punten te halen en dat kunnen door wat extra begeleiding van ons."

Haar tegenstander in het debat van afgelopen maandag dat Stichting Oer had georganiseerd rondom de enqûete-uitslagen, LSVb-voorzitter Irene van den Broek, kon het niet eens worden met Van Leuven. "Studenten moeten ook in het eerste jaar de kans krijgen om rond te kijken en te wennen aan het leven als student, te wennen aan studeren, zonder dat ze daar meteen op worden afgerekend. Dat ze bijvoorbeeld niet meer de studie kunnen doen aan de instelling van hun keuze." Ze werd bijgevallen door een meisje uit het publiek: "Ik ben zo'n student die de kans greep het eerste jaar eens rond te kijken aan de universiteit. En dankzij dat jaar kon ik een veel bewustere studiekeuze maken. Da'lijk studeer ik cum laude af bij twee studies."

Het rapport van Stichting OER over het bindend studieadvies moet over ongeveer een maand klaar zijn.

GK