Enquête onder docenten en studenten over onderwijskwaliteit

Enquête onder docenten en studenten overonderwijskwaliteit

Eén van de voornaamste uitgangspunten van het universitairebeleid is de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Daaromis er gekozen voor de invoering van de Basiskwalificatie (BKO) enSeniorkwalificatie (SKO). Omdat het voor veel docenten alweer enigetijd geleden is dat ze de procedure doorlopen hebben, is het goedweer eens stil te staan bij de redenen voor de invoering van dezetwee onderwijskwalificaties. Nog onlangs hebben we kunnen zien hoebelangrijk het is dat onze studenten het genoten onderwijs positiefwaarderen. Een centrale rol daarbij is weggelegd voor de docent,die immers in hoor- en werkcolleges, en bij individuelebegeleiding, voortdurend in contact staat met de studenten.

Om de kwaliteit van de universitaire docenten te kunnen toetsen,zijn er criteria opgesteld waaraan een goede docent tenminstevoldoet. Daaruit zijn toetsinstrumenten en -procedures ontwikkeld,waarmee in vrijwel alle faculteiten het voltallige wetenschappelijkpersoneel (van junior docent tot hoogleraar) op de een of anderemanier kennis heeft gemaakt. Nieuwe personeelsleden hebbendoorgaans een scholingstraject doorlopen, terwijl de zittende stafis beoordeeld aan de hand van een onderwijscurriculum. Bij geblekenbekwaamheid is het betreffende onderwijsgetuigschrift - deBasiskwalificatie of de Seniorkwalificatie - uitgereikt.

De invoering van de onderwijskwalificaties stond niet op zich,maar was gekoppeld aan de introductie van een nieuwefunctiestructuur, de inmiddels bekende WP-FLOW: Functie, Loopbanenen Waardering voor het Wetenschappelijk Personeel. Eén van dedoelstellingen van de invoering van FLOW is het mogelijk maken vangedifferentieerde loopbanen, waarbij meer ruimte komt voor eenonderwijscarrière op grond van onderwijskwaliteiten. Verdermaakt het nieuwe systeem flexibele taakstellingen voor hetpersoneel mogelijk. Door PIT-gesprekken worden afspraken gemaaktover de verhouding tussen onderwijs- enonderzoekstaken voor eenbepaalde periode. Differentiatie en flexibilisering, gekoppeld aanduidelijkere kwaliteitseisen én meer waardering voor geblekenkwaliteiten zijn de sleuteltermen voor het nieuwe beleid.

Enquête

FLOW en de onderwijskwalificaties zijn in 1997 ingevoerd. Nu,twee jaar later, is het tijd om te onderzoeken wat er van dezeambitieuze doelstellingen terecht is gekomen.

Alle wetenschappelijke medewerkers en studenten van de UUkrijgen een enquête voorgelegd, waarin ieders ervaringen meten mening over diverse aspecten van de regelingen wordt gevraagd.Er zijn drie vragenlijsten. De studenten krijgen vragen over dekwaliteit van hun docenten voorgelegd. Die vragen komen terug in devragenset voor het wetenschappelijk personeel, zodat de antwoordenmet elkaar vergeleken kunnen worden. De medewerkers treffendaarnaast vragen aan over de manier waarop de nieuwe regeling inhun geval is ingevoerd, en over het effect ervan op hun loopbaan.De derde vragenlijst is bestemd voor degenen die actief betrokkenzijn geweest bij het proces van invoering, als bestuurder, of alsondersteunende kracht. Daarbij gaat het om onder andere dedirecteuren van onderwijs- en onderzoekinstituten, het personeelvan afdelingen P & O of het faculteitsbestuur.

Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onafhankelijkonderzoeksbureau (ITS uit Nijmegen) en is een vervolg op eeneerdere evaluatie, kort na de invoering in 1997. De geluiden waren,hoe voorzichtig en voorlopig ook, niet erg positief. Er wasbijvoorbeeld een groot verschil tussen de manier waarop de diversegeledingen binnen het wetenschappelijk personeel de invoering vande nieuwe criteria en regelingen hadden ervaren. De nieuwegeneratie docenten, die als junior een opleidingstraject voor deBKO had gevolgd, was redelijk positief gestemd. De zittendemedewerkers bestempelden de operatie voornamelijk als`bureaucratisch'. Er was dan ook vrijwel geen sprake vandifferentiatie in functies. Alle reden om nu de meningen te peilenen de stand van zaken in kaart te brengen, al kan er nog geensprake zijn van een `definitief' oordeel. Bij een omvangrijkeoperatie als deze, duurt dat nog wel enkele jaren. De uitkomstenvan het onderzoek dienen als uitgangspunt voor de volgende stappendie helpen om onze ambities te realiseren. Het is dan ook in iedersbelang om zijn of haar stem te laten horen.

De vragenlijst wordt in elektronische vorm voorgelegd aan allestudenten, en het wetenschappelijk personeel plus de betrokkenmedewerkers van de facultaire diensten. Op zes december ontvangtiedereen een e-mailbericht, waarin kort het doel en de opzet van deenquête worden toegelicht. Daarin is een link met devragenlijst opgenomen, die automatisch wordt opgestart door teklikken op het Internetadres dat in het bericht wordt vermeld. Devragenlijst is ook bereikbaar via de homepage van de universiteit[www.uu.nl], en zal tot half januari openstaan. De vragenlijstenworden vertrouwelijk en anoniem behandeld. De antwoorden wordenniet tot personen herleid.

Tekst geleverd door Jaqueline Hulst,projectmedewerker voor FLOW en onderwijskwalificatie bij hetUniversitair Strategisch Programma


Tien prijswinnaars

Als blijk van waardering worden er uit de inzendingen van demedewerkers tien prijswinnaars getrokken. Deze ontvangen eencadeaupakket uit de universiteitswinkel ter waarde van honderdgulden


Personeelsmonitor

De FLOW-enquête onder (een deel van) de medewerkers is heteerste voorbeeld van een aantal activiteiten die onder de noemer'personeelsmonitor' wordt opgenomen in het strategisch programmavan de Universiteit Utrecht. Zoals eerder is aangekondigd zullenmedewerkers binnenkort de vraag krijgen voorgelegd of ze deuniversiteit een aantrekkelijke werkgever vinden. Met deze enandere onderzoeken willen we een beter beeld krijgen van detevredenheid en eventuele wensen van de medewerkers.