Enthousiaste lofzang op de 'anti-poezie' van de Zestigers : Ha ha ha ha ha ha ha ha

Enthousiaste lofzang op de 'anti-poezie' van de Zestigers : Haha ha ha ha ha ha ha

In 1958 publiceerde de dichter K. Schippers in het tijdschriftBarbarber het korte gedicht Twee gezegdes:

'Na regen komt zonneschijn

Beter een vogel in de hand dan tien in de lucht'

"Mooi he", zegt Bertram Mourits, "gewoon twee spreekwoordenachter elkaar plakken en je hebt een gedicht. Dat is wel zoongeveer het minimum aan je best doen dat je als dichter kuntbereiken. In Barbarber-kringen vond men het een zeer geslaagdgedicht, maar voor veel serieuze critici was het 'the limit'. Zeproberen het niet eens meer, die dichters. En die jongens vanBarbarber maar lachen."

Kroketten

Zestig is de alleszeggende titel van het proefschrift waaropMourits vrijdag 7 december promoveert. Onderwerp van zijn boek zijnde zogeheten Zestigers, de dichters rond de tijdschriften Barbarberen Gard Sivik die literair Nederland tussen 1958 en 1971 op zijnkop zetten door te spotten met alle denkbare literaire conventies.Geen tekst zo banaal of de Zestigers zagen er poezie in, zoalsCornelis Bastiaan Vaandrager die in de cyclus Made in Madurodam uit1963 met een brede grijns om de lippen dichtte:

'De kroketten in het restaurant

Zijn aan de kleine kant. '

Dat is geen literatuur, was het vernietigende oordeel vanvrijwel alle critici uit die tijd, dezelfde critici die over deBeatles en de Rolling Stones riepen: Dat is geen muziek. Eenmisverstand vindt Mourits, die de omstreden Zestigers in zijnproefschrift in de schijnwerpers zet met een pleidooi om hen nueindelijk serieus te nemen en te zien als de belangrijke literairevernieuwers die zij waren.

Mourits: "Wat de Zestigers deden was het verwachtingspatroon vande lezer ondergraven. Die lezer was gewend aan het idee dat poezieserieus was, moeilijk en vol diepe betekenis. Daarin paste geenmededeling over kleine kroketten. Om zon mededeling als poezie tekunnen accepteren, moest de lezer zijn definitie van literatuuraanzienlijk verruimen en daartoe waren maar weinig lezers instaat."

Nu lijkt dat ook niet verwonderlijk voor wie de gedichten eldersop deze pagina leest. In zijn proefschrift noemt Mourits het versvan Vaandrager zelfs een grap, gepresenteerd als poezie en eengedicht, gepresenteerd als grap. Dat klinkt niet alsof hij het werkvan de Rotterdamse Zestiger erg serieus neemt, maar dat is eenvergissing beklemtoont de promovendus. "Ik moet toegeven dat ik hetaanvankelijk vooral heel leuk vond wat mensen als Schippers enVaandrager, maar ook Bernlef en Armando, in de jaren zestig oppapier hadden gezet. Pas later zag ik hoe dubbelzinnig die teksteneigenlijk zijn. Neem een gedicht als Ja van Schippers. Dat is aande ene kant natuurlijk een komische afrekening met de belegenbeeldspraak van veel traditionele dichters, maar tegelijkertijd ishet ook gewoon een mooi, lichtvoetig liefdesgedicht."

Urinoir

Toch is het vooral de frisse wind die de Zestigers door hetliteraire establishment lieten waaien die Mourits als hun grootsteverdienste beschouwt. "In de literatuurkritiek worden de Zestigersbijna standaard afgedaan als dichters die zich afzetten tegen hunvoorgangers, de Vijftigers. Ik vind dat een veel te beperkteopvatting. Ik betoog dat je de Zestigers meer recht doet door ze tebeschouwen als de eerste vertegenwoordigers van het postmodernisme,de stroming in de kunst die de kunstenaar uit het middelpunt wilhalen en daar de toeschouwer of de lezer voor in de plaats wilzetten."

"De Dadaisten hadden dat veertig jaar eerder al in de beeldendekunst gedaan. Marcel Duchamp had in 1917 een urinoir tentoongesteldals kunstvoorwerp, zonder er ook maar iets aan toe of af te doen.Duchamp legde uit dat hij met zijn zogeheten 'readymades' decreatieve daad die tot dan toe altijd het exclusieve voorrecht vande kunstenaar was geweest naar de toeschouwer wilde verschuiven.Merkwaardig genoeg heeft dat toen geen navolging in de literatuurgekregen. Daarvoor moesten we wachten totdat in Amerika een dichterals William Carlos Williams en in Nederland de Zestigers op hettoneel verschenen."

Hoepla

Een veel voorkomend woord in het proefschrift is het woordparadox. Lachend zegt Mourits: "Ik ben voordat het naar de drukkerging nog maar een keer met Ctrl-F door het manuscript gegaan om tevoorkomen dat dat woord op elke bladzij opdook. Want ja, in feitewas die hele onderneming van de Zestigers natuurlijk tamelijkbizar: ze wilden de poezie ondergraven, maar deden dat wel doormiddel van de poezie. Dat blijft een paradox waar ze zelf ook nietgoed uitkwamen. Vandaar dat iemand als Hans Verhagen zich in dejaren zestig zo gretig op het nieuwe medium televisie stortte.Samen met Wim T. Schippers en Wim van der Linden bedacht hij hetspraakmakende programma Hoepla, in feite een soort beeldgewordenZestiger-ironie. In dat programma traden niet alleen legendarischepopsterren zoals Janis Joplin, Mick Jagger en Jimi Hendrix op, maarzat fotomodel Phil Bloom doodgemoedereerd in haar blootje de krantte lezen."

Hoezeer de Zestigers inmiddels school hebben gemaakt, laatMourits zien in het slothoofdstuk van zijn boek. Hij wijst op eenin 1999 verschenen bloemlezing van nieuwe dichters, waarin zowelLernert Engelberts als Mustafa Stitou teksten produceren die nietin Barbarber of Gard Sivik zouden hebben misstaan. Maar hetverschil is duidelijk. Wat in 1967 voor Bernlef nog ondenkbaar was(een mop in een bloemlezing) is nu iets vanzelfsprekends. Mourits:"Terwijl de Zestigers lang door de critici werden uitgekotst ofgenegeerd, is het werk van Engelberts en Stitou van meet af aangewaardeerd en geciteerd. Het is tegenwoordig doodnormaal datdichters gebruik maken van spreektaal en van alledaagse beelden.Maar dat dat zo is, is voor een belangrijk deel te danken aan hetbaanbrekende werk van de Zestigers."

Erik Hardeman

Zestig. Een nieuwe datum in de poezie(Uitgeverij Podium, 16,75 Euro = fl. 36,91).


Ja

Ik heb je lief zoals je soms

gelijk een gouden zomerdag bent

nee nee nee

ik heb je lief zoals je bent

nee nee

ik heb je lief zoals

nee

ik heb je lief

(K. Schippers)


Receptie

Poezie, sta ik te beweren

tegen een paar ongelovige klootzakken

in wandeltoilet, komt niet uit de lucht vallen.

En ineens zeg komt er, je zou het

poetiseren kunnen noemen, poezie

uit de lucht vallen.

Gelukkig dat niemand het zag verder.

(Cornelis Bastiaan Vaandrager)


This is just to say

I have eaten

the plums

that were in

the ice-box

and which

you were probably

saving

for breakfast

Forgive me

they were delicious

so sweet

and so cold

(William Carlos Williams)

(De inhoud van een briefje dat Williams thuis op de koelkast hadachtergelaten en dat hij later als gedicht in een bundel heeftopgenomen. Het was dit gedicht dat Mourits op het idee bracht omeen studie te wijden aan Nederlandse dichters van'readymades'.)


Zonder grenzen

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

ha ha ha ha ha ha ha ha ha ha

(Cornelis Bastiaan Vaandrager)

(De VARA had dichters gevraagd om voor vijftig gulden eengedicht van 150 lettergrepen te schrijven met als thema zondergrenzen. Vaandrager stuurde dit gedicht in en publiceerde het laterin Gard Sivik met de pesterige mededeling dat hij nog steedswachtte op zijn vijftig gulden.)