'Er gaan veel dingen mis op gebied van dierenwelzijn'

Groeiende belangstelling voor 'dier en recht'

Het eekhoorndrama staat vandaag centraal in de cursus 'handhaving wetgeving dierenbescherming'. Te gast is prof.mr. Ton Hol, hoogleraar encyclopedie van het recht en rechtstheorie. Hij kreeg de eekhoorntjeszaak destijds op zijn bord als rechter in Haarlem. Zijn college is een analyse van de (on)mogelijkheden van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren naar aanleiding van de Amerikaanse grondeekhoorns die hun einde vonden in een hakselaar op Schiphol.

“In Haarlem spelen alle zaken die met Schiphol te maken hebben”, zegt Hol. “Vaak gaat het om ingewikkelde kwesties zoals het vervoer van exotische diersoorten. Ik kom ook in aanraking met bolletjesslikkers, maar in vergelijking met de eekhoorntjeszaak is dat juridisch oninteressant lopende-bandwerk.”

Tja, het tragische verhaal over de knaagdieren op doorreis. Hoe zat dat ook alweer? In april 1999 werden door de KLM 440 eekhoorns vanuit Peking naar Schiphol gevlogen. Ze waren op doorreis naar Griekenland, maar bij aankomst in Nederland bleek dat de vereiste gezondheidspapieren ontbraken. De KLM probeerde om de papieren alsnog in orde te maken en om de beestjes terug te vliegen naar China. Maar helaas: de pogingen om van de eekhoorns af te komen, mislukten. De KLM zat flink met de beesten in haar maag, vertelt Hol. Immers, zij moesten ergens worden gelaten en verzorgd.

Hol noemt het ‘niet onbelangrijk’ dat de dieren in vrijwel afgesloten kooien waren gehuisvest. “Je kon er niet uit, maar je kon er ook niet in. Met pijn en moeite konden de bewakers stukjes appel naar binnen wurmen. Daar waren ze niet zo dol op, die ondankbare beestjes. Dus had de KLM de eekhoorns in afwachting van een betere oplossing de eekhoorns uit die kooien gehaald en overgebracht naar kooien in een loods. Dat was ook al geen succes, want enkele diertjes zagen bij die operatie kans om te ontsnappen. Zeer riskant met al die vliegtuigen en hun bedradingen in de buurt.”

Als het niet goedschiks kon, moest het maar kwaadschiks. De KLM zag geen andere mogelijkheid dan de honderden nog levende eekhoorns te versnipperen in een hakselmachine. Vier uur later was de klus geklaard. Althans dat dacht de luchtvaartmaatschappij, want het afmaken van de dieren lekte uit en werd breed uitgemeten in de pers. Naar aanleiding van het incident ontstond hevige commotie en besloot het Openbaar Ministerie een onderzoek in te stellen. Vervolging van de KLM bleef achterwege: de luchtvaartmaatschappij kwam er vanaf met een boete van 35.000 gulden, waarvan 15.000 gulden moest worden overgemaakt aan de Dierenbescherming.

Een passende straf? Hol vindt van wel. “Gezien de omstandigheden vond de rechtbank het niet onredelijk dat voor deze oplossing werd gekozen. Er waren drie alternatieven mogelijk: de beesten een spuitje geven, vergassen of vermalen. Volgens de door de rechtbank gehoorde deskundigen waren de andere opties zeker niet minder riskant en pijnlijk voor dier en mens geweest.”

Veel studenten betwijfelen dat laatste, getuige de discussie die losbarst na Hols toelichting op de dagvaarding en het vonnis. Wie zegt dat de rechtbank naar de juiste deskundige luisterde? Hol geeft het toe: de rechtbank heeft het recht om zelf deskundigen aan te wijzen en op basis van die informatie te bepalen wie het dichtst bij de 'waarheid' zit. Het bleef dus bij het verwijt dat de KLM de eekhoorns tijdens en na het transport slecht heeft behandeld. In juridische termen: er kwam wel een veroordeling voor het secundair ten laste gelegde, maar niet voor het primair ten laste gelegde.

Dierenbeulen

Wat zegt dit voorbeeld uit de praktijk eigenlijk over de rechten van het dier en de manier waarop we daar tegenaan kijken? Veel, vindt juriste Eugénie de Bordes, docent-onderzoeker aan de faculteit Rechtsgeleerdheid. Als opvolger van de - inmiddels vertrokken - hoogleraar Boon is zij nu eindverantwoordelijk voor het keuzevak 'dier en recht' dat zij ook geeft aan de Wageningen Universiteit. Haar conclusie: “Er gaan veel dingen mis op het gebied van dierenwelzijn. Je kunt je afvragen of de rechter wel doortastend genoeg is en of dierenbeulen adequaat gestraft worden. De meesten worden vrijgesproken of komen er met een kleine boete vanaf, kijk naar de KLM. Mensen doen de meest idiote dingen met dieren. Eigenlijk gaat dit vak niet over dieren, maar over de manier waarop mensen met dieren omgaan en hoe de wetgeving daarop reageert.”

Vooral dat denken moet volgens De Bordes ter discussie worden gesteld. Weliswaar wordt er meer dan ooit over dierenwelzijn gepraat, maar van ingrijpende veranderingen in het handelen ten aanzien van dieren is geen sprake. “In de jaren zestig kwam de discussie over de intensieve veehouderij op gang. Hoe kunnen we het beter en anders doen, was de vraag. Een veel fundamentelere vraag is tot op de dag van vandaag nooit gesteld: moeten we überhaupt aan intensieve veehouderij doen met zoveel dieren op een klein oppervlak en risico van ziekte-uitbraak?”

Levende wezens

Met de gastcolleges voor deze cursus wil De Bordes haar studenten aan het denken zetten. Voor zover dat nodig is, want de meesten doen dat volgens haar uit zichzelf al. Ze typeert haar studenten als ‘bevlogen’ en ‘maatschappelijk betrokken’. Annette van Weezel Errens, student diergeneeskunde, ziet voor zichzelf een rol als ‘dierenrechtenactivist’ weggelegd. “Het is jammer dat dat woord een wat negatieve klank heeft. Ik wil de maatschappij veranderen, maar dan wel via de weg van het recht. Mijn belangrijkste motivatie voor het volgen van dit vak is meer duidelijkheid krijgen over de morele status van het dier in de jurisprudentie. Bij mijn studie krijg ik alleen veterinair tuchtrecht, maar ik wil veel meer weten. En in tegenstelling tot bij veel andere vakken heb ik hier altijd echt zin om naar college te gaan.”

Aan mannelijke studenten is dit keuzevak niet besteed; de collegezaal herbergt uitsluitend vrouwen. De belangstelling voor de cursus 'dier en recht' waar 'handhaving wetgeving dierenwelzijn' een vervolg van is, was aanzienlijk groter en diverser. Op die colleges kwamen afgelopen najaar zo’n zeventig studenten van verschillende universiteiten, faculteiten én geslachten af. Voor student privaatrecht Kirsten Vennix smaakte 'dier en recht' naar meer. “Privaatrecht gaat alleen over goederen, dit gaat over levende wezens. Heel interessant. Ik wilde graag meer weten over dierenrechten, daarom heb ik me voor dit keuzevak ingeschreven. Ik vind het ook belangrijk. Dieren kunnen niet voor hun rechten opkomen, dat zullen mensen moeten doen.”

Ze sluit niet uit dat ze ooit ‘iets’ met dit vak wil gaan doen. Wat precies weet ze nog niet, daarvoor wil ze eerst de dierenbeschermingswetgeving in de vingers hebben.

En die wetgeving is gecompliceerd. De Bordes geeft een voorbeeld: de gezondheid van dieren is bestuursrechtelijk geregeld; het welzijn strafrechtelijk. “De wetgeving loopt hopeloos door elkaar. Dat leidt tot verwarring.” 'Dier en recht' heeft dan ook in eerste instantie tot doel orde te scheppen in de chaos van wetten, regels en normen. Dat lijkt geen sinecure. “Civiel recht, strafrecht, bestuursrecht: alles komt samen bij 'dier en recht'. Het is een enorm breed vakgebied. We onderscheiden drie hoofdwetten ten aanzien van de bescherming van het welzijn van dieren: de Wet op de Dierproeven, de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren (voor landbouw- en gezelschapsdieren) en de Flora- en Faunawet (voor dieren in de natuur en schadelijke dieren).” Student Annette wordt er wel eens gek van. Voor de wet valt alleen het konijn al onder vijf groepen dieren: het kan proefdier, gezelschapsdier, wild dier, productiedier en schadelijk dier zijn. “Leg dat Snuffie maar eens uit.”