Fred Soons buigt zich over wetten om planten- en diersoorten te beschermen: 'Hoe maak je afspraken met 190 soevereine staten?'

Fred Soons buigt zich over wetten om planten- en diersoorten tebeschermen: 'Hoe maak je afspraken met 190 soevereine staten?'

"Biodiversiteit wordt steeds meer erkend als een algemeenbelang. Maar hoe maak je daarover afspraken met de ongeveer 190staten in de wereld die in beginsel soeverein zijn op hungrondgebied? Daar zit een knelpunt." Aan het woord is hoogleraarvolkenrecht prof. dr. Fred Soons. De directeur van het NetherlandsInstitute for the Law Of the Sea, houdt zich bezig met dejuridische kanten van biodiversiteit. Op 28 maart spreekt hijdaarover op het symposium 'Biodiversity: a driving force for life'van het Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek enNederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.

Het symposium staat in het teken van biodiversiteit, en dat isgeen toeval. In april is Nederland gastheer van de zesdeConferentie over Biodiversiteit. Op deze bijeenkomst bespreken 182landen de voortgang die is geboekt sinds het ondertekenen van hetBiodiversiteitsverdrag in 1992 in Rio de Janeiro. De deelnemersspreken zich daarin uit voor het behoud van biodiversiteit, hetduurzame gebruik van biodiversiteit en een rechtvaardige verdelingvan genetische bronnen.

Soons vraagt zich onder meer af welke rechtsregels vantoepassing zijn op bescherming van biodiversiteit. Hetgewoonterecht, de verzameling onuitgesproken regels, is namelijkniet voldoende. "Volgens het gewoonterecht mag een staat geenactiviteiten ontplooien op zijn grondgebied die kunnen leiden totgrensoverschrijdende schade", legt Soons uit. "Maar het kappen vangrote delen van het regenwoud in Brazilie bijvoorbeeld heeft geendirecte gevolgen over de grens. Toch vinden wij dat met z'n allenniet wenselijk. Het gewoonterecht is dus niet adequaat."

De oplossing is het sluiten van internationale verdragen. Ditsoort verdragen zijn ouder dan je zou denken. Soons trekt een boekuit de kast en citeert een paar oude voorbeelden. Een verdrag uit1875 tussen Oostenrijk-Hongarije en Italie over vogels die vanbelang zijn voor de landbouw. Een afspraak over trekvogels tussende Verenigde Staten en Canada stamt uit 1916.

Konijnen

In de geschiedenis is een duidelijke trend zichtbaar. Vanverdragen met een economische achtergrond, over visserij in deNoordzee, loopt het naar de bescherming van diersoorten, hetverbieden van de walvisjacht, naar het beschermen van heleecosystemen, zoals de wetlands. "De verdragen hebben een steedsgrotere reikwijdte gekregen", vat Soons samen.

Het meest veelomvattende en breedst gedragen is het Rio deJaneiro-verdrag uit 1992 over biodiversiteit, waar in Den Haag oververgaderd zal worden. Soons relativeert de hoge ratificatiegraadenigszins. "Het is uitzonderlijk dat 183 landen een verdrag hebbenondertekend binnen tien jaar. Daar staat tegenover dat het een ergalgemeen verdrag is, het is vooral een kader waarbinnen nadereafspraken gemaakt moeten worden. Er staan erg weinig harde regelsin."

Een van de agendapunten in Den Haag en een van de specialismenvan Soons is het gevaar van 'alien invasive species'. Dat gaat nietover de biodiversiteits-waarde van groene ruimtewezentjes, maarover het invoeren van bijvoorbeeld diersoorten in gebieden waar zeniet thuishoren. Dat kan namelijk rampzalige gevolgen hebben.

Een bekend voorbeeld is de konijnenplaag in Australie. Eeuwengeleden brachten immigranten een paar dieren mee. Nu richten diemiljoenen knaagdieren enorme economische schade aan. Dichter bijhuis worden Nederlandse bossen bedreigd door oprukkende Amerikaansevogelkers, 'bospest'. Ingevoerde uitheemse soorten, de zogenoemdeexoten, kunnen lokale soorten overwoekeren en zo een bedreigingvormen voor de biodiversiteit.

Slijkgarnaal

Een belangrijke oorzaak van het verslepen van organismen over dehele wereld is de scheepvaart. Aan de huid van schepen kunnenschelpdieren zich hechten - en weer loslaten. Zo kan een Aziatischeoester in de Noordzee terecht komen. Maar het ergst is het innemenvan ballastwater door tankers. Omdat een lege tanker niet zostabiel vaart, nemen deze enorme schepen honderdduizenden literszeewater in. Op de plaats waar ze hun lading ophalen, lozen ze ditwater weer. Met alle mogelijke zeedieren van dien. Via ballastwateris bijvoorbeeld de Kaspische slijkgarnaal Nederland binnengekomen,deze verdringt momenteel de inheemse garnaal.

"In Panama hebben ze erg veel last van binnendringende soorten",zegt Soons. Schepen zijn daar enkele dagen bezig om door allesluizen in het kanaal te varen. Het zijn ideale omstandigheden voorvreemde soorten om zich los te maken en zich een nieuw woongebiedeigen te maken."

Als reactie op dit probleem heeft Australie besloten datbuitenlandse schepen binnen de 200 zeemijlszone (370 kilometer uitde kust) hun ballastwater niet mogen lozen. Het land vreest vooralmogelijke schadelijke effecten op de prachtige koraalriffen van hetGreat Barrier Reef. Soons betwijfelt echter of Australie demaatregel kan handhaven. Een kuststaat heeft zeggenschap overschepen die binnen de 200 mijlszone komen. Zo is het lozen van olieverboden en hoeft de staat visserij niet toe te staan, maar het ismaar de vraag of datzelfde recht ook van toepassing is op het lozenvan ballastwater. "Het is zeer dubieus of een schip dat niet onderAustralische vlag vaart in een Australische haven beboet mag wordenvoor het lozen."

Inmiddels is er een internationale verdrag in de maak dat hetverspreiden van zee-organismen moet beperken. Voor schepen gaanstrenge regels gelden over de plaats waar ze water mogen innemen enlozen. Het hechten van schelpdieren aan de buitenkant van schepenkan ingeperkt worden door het gebruik van verfsoorten waar dezeedieren niet makkelijk op blijven zitten. "Maar dit zijn allemaalnog richtlijnen", zegt Soons. "Het zijn nog geen bindende normen.Dat moet binnen een of twee jaar geregeld zijn."

De afspraken zijn dus binnen handbereik, maar op andere gebiedenis nog lang geen consensus bereikt. Een van de grootste problemenschuilt in het economische belang dat veel Derde-Wereldlandenhebben bij het exploiteren van biodiversiteit-rijke gebieden zoalsbossen. Houtkap brengt nu geld op, maar de biodiversiteit komtnooit meer terug.

"Of neem het toerisme", zegt Soons. "Aan de ene kant is het eenbelangrijke bron van inkomsten voor veel arme landen. Maar als hetten koste gaat van de natuur, dan is dat een slechte zaak. Alleshangt met alles samen. Vooruitgang wordt daardoor slechts langzaamgemaakt. Ik kan mij dan ook zeer wel voorstellen dat mensen diebiodiversiteit een warm hart toedragen, ongeduldig zijn."

Rinze Benedictus

Meer informatie: http://www.biodiversitysummit.nl/en http://www.currentthemesinecology.nl/


Winst of wetenschap

Een Britse bioloog die het paargedrag van de haring bestudeert,moet in principe toestemming krijgen zijn onderzoek te doen aan deNoorse kust. Maar Noorwegen mag Britse vissers weren uit zijnwateren. Een kuststaat is eigen baas over levende rijkdommen, overalles wat economisch exploiteerbaar is. Maar over wetenschappelijkzee-onderzoek heeft een kuststaat maar beperkte rechten.

Maar hoe zit het met 'genetische bronnen'? Dat zijn organismenwaar de mens direct gebruik van maakt. Het gaat om (delen van)plant- en diersoorten die hun weg vinden naar ons voedsel en naargeneesmiddelen. Bijvoorbeeld een farmaceutisch bedrijf dat met eengen of een eiwit uit een tropische vis een nieuw medicijn maakt.Gebruik van genetische bronnen houdt het midden tussen winstbejagen wetenschappelijk onderzoek. "Welk regime is van toepassing?",vraagt Soons retorisch. Genetische bronnen zijn onderdeel van debiodiversiteit, maar ze kunnen ook geld opbrengen en er kunnenoctrooien op worden aangevraagd. Het is een van de vele kwestieswaar men het in Den Haag over eens moet zien te worden.