Geen uniforme regeling promovendi

Dat stelt het college van bestuur in een eerste reactie op hetvoorstel van de commissie-Brümmer om in Utrecht over de helelinie promotiestipendia in te voeren.

in vijf faculteiten is in 1996 een proef gestart om promovendiin plaats van een aio-aanstelling een beurs te geven. Decommissie-Brümmer is door het CvB gevraagd daar een oordeelover te geven. In november kwam de commissie met de verrassendeaanbeveling om het aio-stelsel op de hele universiteit te vervangendoor een stelsel van promotiebeurzen. Wel moesten promovendi voorhet uitvoeren van een deelonderzoek binnen een groteronderzoeksproject of voor het geven van onderwijs een aanstellingals werknemer krijgen.

Na gesprekken met de faculteitsdecanen is het college vanbestuur tot de conclusie gekomen dat zo'n uniforme regeling tocheen brug te ver is. Verschillende decanen hebben laten weten tewillen vasthouden aan het huidige aio-stelsel en in een brief aande Universiteitsraad stelt het college dan ook dat eeninstellingsbreed Utrechts beleid op dit punt niet alleenonwenselijk maar zelfs onmogelijk is. Om faculteiten een zo grootmogelijke vrijheid te bieden, mogen zij volgens de brief strakskiezen uit handhaving van het huidige aio-stelsel of introductievan een gemengd stelsel van een beurs en een aanstelling alswerknemer.

In de brief wordt niet gesproken over het uitsluitend aanbiedenvan promotiebeurzen zoals op dit moment onder meer in de faculteitLetteren gebeurt. Volgens insiders zal die optie in een later ditvoorjaar verwacht definitief voorstel nog wel voorkomen, maar danals een mogelijkheid die alleen nog in uitzonderingsgevallen en metredenen omkleed mag worden toegepast.

In de brief aan de Universiteitsraad stemt het college wel inmet enkele andere aanbevelingen van de commissie-Brümmer,zoals de invoering van kwaliteitsplannen en het verhogen van debeursbedragen. Die laatste suggestie heeft inmiddels al geleid toteen verhoging van de beurs met een kleine vierhonderd gulden permaand. Hoewel blij met de intentie vindt het BeurspromovendieOverleg Letteren (BPO) dat de verhoging onvoldoende is om de doorde commissie-Brümmer geconstateerde achterstand ten opzichtevan aio-salarissen te overbruggen. In een brief aan het college vanbestuur heeft het BPO protest aangetekend tegen de in haar ogenfoutieve berekening waarop de verhoging van hetbeursbedrag isgebaseerd.

EH