Geneeskundestudent Rijken volleyt voor het juichen

Tijdens de Olympische Spelen van Barcelona in 1992 zat HugoRijken als tienjarig jongetje aan de televisie gekluisterd. Hijkeek gespannen naar de Nederlandse volleyballers die het schoptentot de finale maar uiteindelijk met zilver naar huis gingen. "Toenvoetbalde ik nog, maar ik vond volleybal wel zo leuk dat ik er optv naar keek. Ook fantaseerde ik al hoe het zou gaan als ik tussendie spelers zou staan."

Twee jaar later verruilde Hugo het voetbal dat steeds 'ruwer engemener' werd voor het volleybal. Zijn volleyende familieledenvonden dat wel prettig. Zijn nieuwe sportcarriere nam een hogevlucht. Na drie jaar werd hij al gevraagd door de regionalegrootmacht Barneveld. 'Trots' voelde hij zich toen hij door zo'ngrote club werd gevraagd.

Bij Barneveld speelt ook de selectie van Jong Oranje. Toen Hugomet het tweede team kampioen werd, speelde hij zich oranje in.Inmiddels is de geneeskundestudent negentien en daarmee te oud voorhet juniorenteam. Wel traint hij, naast de drie keer bij Barneveld,nog twee keer per week met Jong Oranje.

De tweedejaarsstudent heeft een druk schema. Hij traint vijfdagen per week en speelt op zaterdag competitie. Toch loopt hij metzijn studie nog steeds op schema loopt. Hij houdt dat alleen maarvol door uiterst gedisciplineerd te werken. Regelmatig loopt zijnwekker om zes uur 's ochtend af. Om zeven uur duikt hij in zijnboeken. "Gelukkig zit in het nieuwe curriculum heel veelzelfstudie, dus dat plan ik 's ochtends." De middag is voor hetvolleybal. De training is van vier tot zeven. 's Avonds is hijmeestal doodmoe. Vaak ligt hij om tien uur in bed. "Anders houd ikhet niet vol." Op zondag doet Rijken als hervormd Nederlander niks.De rust komt hem goed uit. "De hele week sport ik. Een dagje rustheb ik gewoon nodig want op maandag moet ik er weer tegenaan."

Gelukkig hoeft Hugo naast zijn zware studie en druktrainingsschema niet ook nog te werken. Het Nederlands volleybalheeft zich dusdanig ontwikkeld dat Hugo van Barneveld een salariskrijgt waar hij als student 'goed van kan leven'. Nederlandsetopclubs betalen volgens Rijken zelfs 'vorstelijk'. Maar als hijvoor een topclub zou kiezen, zou zijn studie op een lager pitjemoeten en dat wil hij - ondanks zijn ambitie om het maximale uithet volleybal te halen - nog even niet. "Als ik alleen zouvolleyballen, zou ik gek worden."

Voor de toekomst ziet hij een combinatie van sport en werk welzitten. "Ik zou het mooi vinden om iets met topsportgeneeskunde tegaan doen." Hij heeft zeer nabij een goed voorbeeld: zijn vader,huisarts in Veenendaal, is tevens clubarts van het eerste vanBarneveld. "Mijn vader kwam zo vaak kijken, dat ze hem maargevraagd hebben als teamarts."

Vader Rijken heeft zich inmiddels zo verdiept in desportgeneeskunde dat hij ook zijn zoon ten dienste kan zijn bijlichamelijke klachten. Zo heeft Hugo een maand lang rugpijn gehad.Verder heeft hij tot nog toe geen ernstige blessures gekregen. Tochis drie uur lang in een zaal springen ook voor zijn lichaam eenzware belasting. "Een pijntje in je knie is reuze vervelend. Metspringen voel je elke keer je knien. Nu heb ik een kleinontstekinkje aan mijn voet. Normaal loop je dan iets meer op debuitenkant, maar dat gaat niet in de sport."

Bij Barneveld speelt Hugo samen met Nico Freriks, het grotetalent en de nieuwe spelverdeler van het Nederlands volleybalteam.Gaan zij het Nederlands volleybal weer naar de top brengen?Misschien hoeft zo'n Olympische finale geen kleine-jongens-fantasiete blijven. Hugo doet geen al te onbezonnen uitspraken: "Ik ben noghartstikke jong. Volgend jaar moet ik co-schappen lopen, misschienzou ik die een jaar vooruit kunnen schuiven en dat jaar echthelemaal voor het volleybal gaan."

Achter al die nuchterheid schuilt - zo blijkt - toch ook eenonvervalste publieksspeler. Op de vraagt waar hij al dat trainennou voor doet, volgt een verrassend antwoord. "Het is de kick vandie zaal in Barneveld die altijd helemaal vol zit. Het is zo gaafom je wedstrijden te spelen voor zoveel juichende mensen."

Jurgen Swart