Grote Nederlandse invloed op Europees landbouwbeleid
Nederland heeft in de beginjaren van de Europese EconomischeGemeenschap een onevenredig grote invloed gehad op de vorming vanhet op protectie gerichte Europese landbouwbeleid. Dat concludeerthistoricus J. Molegraaf in zijn proefschrift 'Boeren in Brussel'.Volgens de promovendus slaagden sterke ministers als Biesheuvel enLardinois erin om de belangen van de Nederlandse boeren prioriteitte geven boven de wensen van hun collega's van Buitenlandse enEconomische Zaken. Die gaven de voorkeur aan een meer openopstelling van de (toen nog) zes leden van de EEG en wezen al in dejaren vijftig op het dreigende gevaar van melkplassen enboterbergen. Landbouw kon echter zijn gang gaan omdat er met namebij Buitenlandse Zaken onder het motto 'Een diplomaat praat nietover kaas' weinig bereidheid bestond om zich te verdiepen in delandbouwpolitiek, concludeert Molegraaf. De promovendus constateerten passant dat het Nederlandse landbouwbeleid zich tussen 1958 en1971 heeft gekenmerkt door puur eigen belang. Het idealistische enEuropees gezinde beeld dat van Nederland bestaat, is in debesluitvorming over het landbouwbeleid in ieder geval nergens terugte vinden.