Hans Oerlemans Akademiehoogleraar

De 55-jarige Hans Oerlemans werd in 1989 aangesteld als hoogleraar Meteorologie in het Utrechtse Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek (IMAU). Daar richtte hij zich op onderzoek naar het gedrag van gletsjers en naar de wisselwerking tussen ijs en klimaat. Vijf jaar geleden omschreef hij in het Ublad zijn werk als "zo precies mogelijk meten welke invloed weersomstandigheden en klimaatfactoren hebben op het groeien of krimpen van gletsjers en van de grote ijskappen op Groenland en Antarctica".

Uniek in de aanpak van Oerlemans is zijn gebruik van automatische weerstations om een zo exact mogelijk beeld te krijgen van de meteorologische omstandigheden op gletsjers en ijskappen in Zwitserland, Noorwegen, IJsland, Groenland en Antarctica. Daarnaast wordt ook het gedrag van de gletsjers zelf in kaart gebracht. Doel van het onderzoek is het verfijnen van de modellen die het gedrag van gletsjers en grote ijsmassa's beschrijven. Uiteindelijk hoopt Oerlemans zo bij te kunnen dragen aan een beter inzicht in de nog steeds niet goed begrepen relatie tussen klimaatveranderingen, het gedrag van ijskappen en gletsjers en de zeespiegelstijging.

Als Akademiehoogleraar kan Oerlemans zich de komende vijf jaar ongestoord aan zijn onderzoek wijden. Hij krijgt daartoe van de Akademie van Wetenschappen (KNAW) een budget van twee honderd duizend euro per jaar. Met het vrijvallende salaris dient de universiteit ten minste één jonge talentvolle onderzoeksleider op hetzelfde gebied aan te trekken.

Naast Oerlemans werden dit jaar ook de hoogleraren Bob ten Cate (experimentele preventieve tandheelkunde, Universiteit van Amsterdam), Hendrik Lenstra (fundamentele en toepassingsgerichte wiskunde, Leiden), Pieter Muysken (algemene taalwetenschap, Nijmegen en Dirkje Postma (pathofysiologie van de ademhaling, Groningen) tot Akademiehoogleraar benoemd.

??

??

??

??

1

nomination prof.dr. J. Oerlemans