Hans Werdmölder
De reden om dit boek te schrijven had te maken met vragen die op me afkwamen: 'Leg eens uit: waarom zijn die Marokkaanse jongens zo agressief en crimineel, meer dan Turkse jongeren bijvoorbeeld? En wat zijn mogelijke oplossingen?' Dat leken me vragen die ik moest beantwoorden, omdat ik al twintig jaar met dit onderwerp bezig ben. Eerst als medewerker pedagogiek hier aan de universiteit, vervolgens in mijn dissertatie bij criminologie aan de Vrije Universiteit en de laatste jaren weer als senior-onderzoeker verbonden aan het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten (SIM) in Utrecht.
Die politieke correctheid intrigeerde mij al langer. Het stoorde me bijvoorbeeld dat je bepaalde dingen gewoon niet kon zeggen. Je zult maar in zo'n wijk wonen die compleet verandert en onveilig wordt, zonder daarover te mogen klagen... Die mensen hadden wel gelijk met hun beklag; het was een terecht en groot ongemak dat ze ondervonden van een deel van de Marokkaanse jeugd.
Ik ben bij het schrijven nooit bang geweest voor repercussies van Marokkaanse zijde omdat ik weet dat veel Marokkanen vinden dat ik gelijk heb. Het is een eerlijk boek geschreven met warme gevoelens voor en betrokkenheid met de Marokkaanse gemeenschap.
De sociaal-economische omstandigheden waarnaar ik in mijn vorige boeken nog vooral verwees, spelen een rol, maar kunnen het probleem van de Marokkaanse criminaliteit niet exclusief verklaren. Culturele thema's als respect, eer, schaamte, strijdbaarheid of trots spelen in die verklaring ook mee. Dat mocht je tien jaar geleden nog niet zeggen. Die trots en vechtersmentaliteit van de Marokkanen uit het Rifgebergte, zijn culturele fenomenen, ingrediënten van het antropologisch onderzoek.
Als je antwoord wilt op de vraag waarom extreem hinderlijk gedrag onder Marokkaanse jongeren zoveel méér voorkomt dan onder bijvoorbeeld Turkse jongeren, dan moet je dus ook kijken naar die Marokkaans-Riffijnse achtergrond. Attributen uit die cultuur, zoals eer, een hoge eigendunk en een wantrouwende opstelling, kunnen in confrontaties met de Nederlandse cultuur aanleiding geven tot conflicten. De Islam zou ik niet als culturele verklaringsfactor willen opwerpen. Moslims hechten er aan dat je hun geloof respecteert, maar die godsdienst kun je niet aanwijzen als oorzaak van onze maatschappelijke kloof. Integendeel: een goed moslim heeft net zoiets als de Tien Geboden; in die zin vormt de Islam eerder een rem op criminaliteit.
Islamitische radicalisering, zoals we hebben gezien bij Mohammed B, is een heel ander verhaal. Bij geradicaliseerden is eerder sprake van jongeren met een relatief hoge opleidingsgraad en een redelijke mate van integratie. Het ontstaan van een radicale Islam in West Europa is in die zin eerder vergelijkbaar met het radicalisme van bijvoorbeeld een Baader-Meinhoff groep.
Behalve naar het gedrag van de Marokkaanse jongeren en hun culturele achtergrond zullen we echter ook naar onszelf moeten kijken. We hebben veel toegestaan: Wil je geen Nederlands leren? Dan doe je dat toch niet. Dat soort 'softe' aanpak... Dat zijn hele rare boodschappen. Na Fortuyn, en nog eens na de moord op Van Gogh, zijn we daarin harder geworden, maar tegelijk zou ik ervoor willen pleiten niet door te draven.
Vergeet niet dat de ouders van die Marokkaanse jongeren er ook last van hebben dat hun zoons in het criminele circuit zijn beland. Ze zijn naar Nederland gekomen in de hoop dat hun kinderen hier goed onderwijs zouden krijgen en een toekomst kunnen opbouwen. In Marokko zouden die jongens dit soort hinderlijk gedrag never-nooit kunnen vertonen. Het probleem is dus wel degelijk dat van Marokkaanse jongeren in een Nederlandse setting!
Sterker nog: als ik in Marokko ben, heb ik binnen een oogopslag van een groot deel in de gaten wie Marokkaanse Nederlander is. Je kunt ze zelfs onderscheiden van de Marokkaanse Fransen of de Marokkaanse Belgen. Aan hun bravoure, hun vertoon van luxe, maar soms onderscheiden ze zich ook heel expliciet, dragen ze rood-wit-blauwe veters of klinkt André Hazes uit hun cabriolet-radio's.
Met die oproep ook naar onze eigen samenleving te kijken, wil ik het probleem van de overlast bezorgende jongeren niet bagatelliseren. Ze zijn vaak moeilijk benaderbaar door Nederlandse professionals, staan niet open voor correctie, ze haten ons soms ronduit, ze vertonen exceptioneel agressief gedrag. Je mag dus gerust stellen dat Marokkaanse jongeren momenteel een reëel maatschappelijk probleem vormen. Eén op de drie jongens in justitiële jeugdinrichtingen is van Marokkaanse afkomst. Zolang er sprake is van een dergelijke criminaliteit in die hoek van de samenleving, is er ook sprake van angst, is er de onmogelijkheid om met die jongeren in contact te komen, en dus een onmogelijkheid om de kloof te overbruggen. Die criminaliteit moet dus de kop worden ingedrukt. We moeten de mensen in onze samenleving bij elkaar zien te brengen, dat is de enige oplossing. Het hoeft helemaal geen assimilatie te zijn, maar Marokkanen die hier wonen moeten wel onze taal spreken en participeren.
Ik pleit ervoor om alleen nog initiatieven te ondersteunen waarbij de ontmoeting tussen allochtonen en autochtonen plaats heeft. Niks geen subsidie meer voor dat Turks dameszwemclubje of die Marokkaanse voetbalclub. Mijn zoon vult op zaterdag de schappen bij de Albert Heijn samen met Marokkaanse jongens, dàt zijn situaties waarin sprake is van een natuurlijke vorm van contact, met alle plezier en felheid die daarbij horen.
Maar waar het het tackelen van de criminaliteit betreft, zijn verdergaande maatregelen nodig. Met het vriendelijke buurthuis- of empathische straathoekwerk of het eigen initiatief van de buurtvaders lossen we die problemen onvoldoende op. Ik pleit er dan ook voor om opvoedingsondersteuning of oudercursussen verplicht te stellen, om ouders strafrechtelijk aansprakelijk te stellen voor het crimineel gedrag van hun kroost. Er moet een strakke en gedisciplineerde structuur op school komen - inclusief een jaarlijks ouderbezoek van de leerkracht aan het Marokkaanse gezin. De wijkagenten moeten die jongeren op hun gedrag aanspreken. Veelplegers moeten achter de tralies of desnoods tijdelijk terug naar Marokko. En imams die hier de zaak komen opjutten, moet je eruit durven gooien!
Of mijn aanbevelingen zullen helpen? Mijn boek is in de pers in elk geval enthousiast ontvangen. Het circuleert inmiddels binnen de PvdA, en ik krijg uitnodigingen om inleidingen te geven - bijvoorbeeld in Uden en Venray, je kent die plaatsen wel uit het nieuws... Vooral heb ik mijn hoop gevestigd op de bijdrage van Marokkanen aan het debat. Want zeg nou eerlijk: wie zit er te wachten op criminele jongeren? Waarom stuurt de rechter ze niet tijdelijk terug naar Marokko, bij wijze van alternatieve taakstraf, waarna ze bij terugkomst gelijk in heropvoedingsinstituut Glen Mills worden opgevangen voor nazorg? Want we zullen dit probleem hoe dan ook samen moeten zien aan te pakken."